H. Antonius van Padua

Uit Parwiki
St. Antonius van Padua Mariakerk

 

St. Antonius van Padua St. Jozefkerk
St. Antonius van Padua (1195-1231)

Antonius werd geboren in Lissabon in 1195 als Fernandez en overleed in Padua op 13 juni 1231. We mogen hier toch wel stellen dat de vrome afbeelding van de man in Franciscaner pij met het Jezuskind op de armen niet helemaal recht doet aan hem. Het is de uitbeelding van een bekend feit uit zijn leven.
De echte Antonius was een man die het boek en het woord kon hanteren zoals Sint Paulus.
Hij was uit een adellijke familie. Op 15-jarige leeftijd treedt hij in bij reguliere kanunniken van St. Augustinus, die een heel streng leven leiden. Op een dag, toen hij reeds priester was, klopten een paar Franciscaanse broeders aan aan de poort van het klooster. Zij zijn onderweg naar Marokko om daar het Evangelie aan de moslims te verkondigen. Deze vijf sterven korte tijd later als martelaren in Marokko. Pater Fernandez treedt nu in bij de Franciscanen in Olivares. Hij krijgt de naam Antonius en vertrekt naar Marokko. Onderweg wordt hij zo ziek dat men hem dwingt terug te keren. Het schip belandt in een storm en strandt op Sicilië. Als Antonius na lange tijd hersteld is trekt hij naar Assisië waar St. Franciscus een generaal kapittel (= algemene vergadering) samenriep in 1221. Antonius gaat naar het klooster van Monte Paolo, in de buurt van Forli, waar hij in de tuin en klooster werkt en waar hij in armoede en versterving leeft.
Als hij onverwacht als predikant moet invallen maakt zijn preek zo een diepe indruk op de aanwezigen, waaronder St. Franciscus zelf dat deze hem de opdracht geeft om in heel Italië te gaan preken. Hij preekt in Noord-Italië in 1222-1224 tegen de dwaalleren (katharen). Ondanks tegenwerking liepen de pleinen in Italië vol als hij kwam, de bekeringen namen hand over hand toe en diverse wonderen onderlijnden zijn optreden. Op uitnodiging van Sint Franciscus ging hij drie jaar naar Frankrijk waar hij streed tegen de Albigenzen. (1224-1227). Zijn optreden bracht velen tot bekering en werd ondersteund door een menigte van wonderen. Antonius geeft ook onderricht aan gevormde Albigenzen en weet velen te overtuigen.
De heiligheid van zijn leven en zijn nederigheid hadden dezelfde kracht als zijn welsprekendheid. Vaak moest hij buiten de menigte toespreken omdat er in de kerken geen plaats was.
Op 2 september 1226 sterft St. Franciscus en Antonius wordt opgeroepen om onmiddellijk naar het generaal kapittel van zijn orde te komen. Hij wordt provinciaal voor heel het noordelijk deel van Italië op 32-jarige leeftijd. Hij wijdt zijn beste krachten aan de organisatie van het religieuze leven en hij preekt in al zijn kloosters. Hij preekt opnieuw in diverse steden in Noord-Italië. Zijn onvermoeibare ijver werd ondersteund door wonderen.
Op zijn 35e werd begint het harde werk zijn tol te eisen hij wordt door hydropsia (valse waterzucht) langzaam maar zeker verlamd aan de benen. Antonius laat zich terugbrengen naar het klooster.
Hij verblijft in het klooster in Padua waar hij zijn geschriften ordent en richtlijnen voor de prediking opstelt voor zijn medebroeders. Zo ontstonden zijn bekende “Zondagspreken” en “preken voor hoogfeesten”. Steeds zieker trekt hij zich terug in de eenzaamheid van een boomhut van een graaf in Camposampiero. Enkele dagen later verzamelt zich daar toch een menigte en voor de laatste keer preekt hij tot het volk. Stervend wordt hij naar Padua teruggebracht. Op 13 juni 1231, op 36-jarige leeftijd eindigde in Padua het wonderlijke leven van Antonius. De wonderen die gebeurden bij zijn graf zorgden ervoor dat paus Gregorius IX hem, het volgende jaar al heilig verklaarde.
Pius XII verklaarde hem in 1946 tot kerkleraar. Hij krijgt de bijnaam doctor evangelicus (evangelische leraar).