Opslag:Pr 2024-06-08om18.00 St. Jozefkerk

Uit Parwiki
Zaterdag

8 juni 2024


Vooravond van de tiende zondag door het jaar (B) ■

Intredelied:
1. O God, die droeg ons voorgeslacht,
in nacht en stormgebruis,
bewijs ook ons uw trouw en macht,
wees eeuwig ons tehuis.

2. De schaduw van uw troon omsloot

uw heiligen weleer
bij U beveiligd is ons lot
en zeker ons verweer.

3. Gij zijt, van vóór Gij zee en aard`,
hebt door Uw woord bereid,
altijd dezelfde, Die Gij waart,

de God der eeuwigheid. ■


Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd,

alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■


Heer ontferm U:
Heer, ontferm U.
Heer, ontferm U.
Heer, ontferm U.
Christus, ontferm U.
Christus, ontferm U.
Christus, ontferm U.
Heer, ontferm U.
Heer, ontferm U.
Heer, ontferm U. ■


Eer aan God:
Eer aan God in den hoge, en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft.
Wij loven U.
Wij prijzen en aanbidden U.
Wij verheerlijken U en zeggen U dank voor Uw grote heerlijkheid.
Heer God, hemelse Koning,

God, Almachtige Vader,
Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus;
Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader,
Gij, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons;
Gij, die wegneemt de zonden der wereld,

aanvaard ons gebed;
Gij, die zit aan de rechterhand van de Vader; ontferm U over ons.
Want Gij alleen zijt de Heilige.
Gij alleen de Heer.
Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus.
Met de Heilige Geest, in de

heerlijkheid van God de Vader. Amen.


Eerste lezing:
Uit het boek Genesis (Gen. 3,9-15)

Nadat Adam van de boom gegeten had,
riep de Heer God de mens en vroeg hem:
Waar zijt gij?
Hij antwoordde:

Ik hoorde uw donder in de tuin
en toen werd ik bang, omdat ik naakt ben;
daarom heb ik mij verborgen.

Maar Hij zei:
Wie heeft u verteld dat gij naakt zijt?
Hebt ge soms gegeten van

de boom die Ik u verboden heb?
De mens antwoordde:
De vrouw die Gij mij als gezellin gegeven hebt
zij heeft mij van die boom gegeven
en toen heb ik gegeten.

Daarop vroeg de Heer God aan de vrouw:

Hoe hebt gij dat kunnen doen?
De vrouw zei:
De slang heeft mij verleid en toen heb ik gegeten.
De Heer God zei toen tot de slang:
Omdat ge dit gedaan hebt zijt gij vervloekt
onder alle tamme dieren en

onder alle wilde beesten!
Op uw buik zult ge kruipen en stof zult ge vreten,
alle dagen van uw leven!
Vijandschap sticht Ik tussen u en de vrouw,
tussen uw kroost en het hare.
Het zal uw kop bedreigen
en gij zijn hiel!

Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang:
1. Ik groet u, vol genade,
sprak d`engel Gabriël,
de bron van uw genade
is God, Emmanuel.

3. En meer nog zij gezegend
de vrucht van uwe schoot:
door Hem zijn wij genezen

van een volkomen dood ■


Tweede lezing:
Uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan de Christenen van Korinte (2 Kor. 4,13-5,1)

Broeders en zusters,
Wij bezitten die geest van geloof waarvan de Schrift zegt:

Ik heb geloofd,
daarom heb ik gesproken.

Ook wij geloven en daarom spreken wij.
Want wij weten
dat Hij die de Heer Jezus van de doden heeft opgewekt,
ook ons evenals Jezus ten leven zal wekken

om ons tot zich te voeren, samen met u.
Want alles gebeurt voor u:
de genade moet zich in velen vermenigvuldigen
zodat steeds meer mensen dank brengen aan God,
tot eer van zijn naam.
Neen, wij geven de moed niet op.

Al gaan wij ook ten onder naar de uitwendige mens,
ons innerlijk leven vernieuwt zich van dag tot dag.
De lichte kwelling van een ogenblik
bezorgt ons een alles overtreffende,
altijddurende volheid van

glorie.
Wij houden het oog gericht
niet op het onzichtbare maar op het zichtbare;
wat wij zien gaat voorbij,
de onzichtbare dingen duren eeuwig.
Wij weten het immers:
als de tent die onze aardse woning is wordt

neergehaald,
heeft God voor ons een gebouw gereed in de hemel,
een onvergankelijk, niet door mensenhand vervaardigd huis.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang (2):
Alleluia, alleluia, alleluia.

6. Uw woorden, Heer, zijn Geest en leven;
Gij hebt woorden van eeuwig leven.
Alleluia, alleluia, alleluia. ■


Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus (Mc. 3,20-35)

In die tijd ging Jezus naar huis en weer stroomde zoveel volk
samen dat zij niet eens gelegenheid hadden om te

eten.
Toen zijn verwanten dit hoorden
trokken zij erop uit om Hem mee te nemen,
want men zei dat Hij niet meer bij zijn verstand was.
De schriftgeleerden die uit Jeruzalem gekomen waren
zeiden dat Beëlzebub in

Hem huisde
en dat Hij door middel van de vorst der duivels de duivels uitdreef.
Hij riep hen bij zich en sprak tot hen in gelijkenissen:
Hoe kan de ene satan de andere uitdrijven?
Wanneer een rijk innerlijk

verdeeld is
kan dat rijk geen stand houden.
Wanneer een huis innerlijk verdeeld is
zal dat huis geen stand kunnen houden.
En wanneer de satan opstaat tegen zichzelf en verdeeld is,

kan hij geen stand houden, maar is zijn einde gekomen.
Bovendien,
niemand kan binnendringen in het huis van een sterke
om zijn huisraad te roven
als hij niet eerst die sterke heeft gebonden.

Dan pas kan hij zijn huis leeghalen.
Voorwaar, Ik zeg u
alle zonden zullen aan de mensen vergeven worden,
ook alle godslasteringen die zij uitgesproken hebben,
maar als iemand lastert tegen de heilige Geest

krijgt hij in eeuwigheid geen vergiffenis;
hij is bezwaard met een eeuwig blijvende zonde.

Dit omdat zij gezegd hadden:
er huist een onreine geest in Hem.
Eens kwamen zijn moeder en zijn broeders,

en terwijl zij buiten bleven staan,
stuurden ze iemand naar Hem toe om Hem te roepen.
Er zat veel volk om Hem heen, dat het bericht doorgaf:
Uw moeder en uw broeders daarbuiten

vragen naar U.
Hij gaf hun ten antwoord:
Wie is mijn moeder, wie zijn mijn broeders?
En terwijl Hij zijn blik liet gaan
over de mensen die in een kring om Hem heen zaten zei Hij:
Ziehier mijn moeder en

mijn broeders.
Want mijn broeder en mijn zuster en mijn moeder zijn zij
die de wil van God volbrengen.

Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in God de almachtige Vader,
schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de Maagd

Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus
is gekruisigd, gestorven en begraven,
die nedergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden,
die opgestegen is ten

hemel,
zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;
vandaar zal Hij komen oordelen
de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest:
de heilige katholieke Kerk,
de gemeenschap van de

heiligen,
de vergeving van de zonden,
de verrijzenis van het lichaam,
en het eeuwig leven.
Amen. ■


Voorbede:
- dat alle volkeren vrede en gerechtigheid mogen kennen. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat de H. Geest ons de weg wijst om het evangelie in onze tijd uit te kunnen dragen. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat wij allen bereid mogen zijn om de wil van God in ons leven te volbrengen. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.


Offerandelied:
1. O Jezus Christus, licht ze bij
die leven aan uw licht voorbij.
Voeg ze met uwe kudde saam,
opdat zij niet verloren gaan.

2. Vervul met uw genadeschijn,
die op verkeerde paden zijn.
Sta bij, die heim`lijk in zijn hart
verlokt en aangevochten wordt.

5. Verlicht het oog dat U

niet ziet.
Leid hem weerom die U verliet.
Verzamel, die verwijderd gaan.
Versterk ze die in twijfel staan. ■


Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■


Heilig:
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten!
Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge!
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren
Hosanna in den hoge! ■


Acclamatie:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. ■


Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze

schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade. ■


Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■


Lam Gods:
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede ■


Uitnodiging:
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spréék en ik zal gezond worden. ■


Communielied:
1. Mijn Vader, dank U wel, dat U steeds bij mij bent,
dat U al mijn gedachten en verlangens kent,
dat U zo stil en rustig en begrijpend bent,
Mijn Vader, dank U wel.

2. Ik dank U, dat Uw hand

mij steeds behoedt en leidt,
dat U mij wilt bewaren in de felste strijd,
voor troost die U mij geeft in mijn onzekerheid.
Mijn Vader, dank U wel.

3. Ik dank U voor de diepe vrede en de rust,

voor redenen tot blijdschap en voor levenslust.
Ik dank U dat Uzelf nu heel mijn leven vult,
Mijn Vader, dank U wel.

4. Mijn woorden schieten vaak zoveel te kort, o Heer
Wat U aan mij wilt geven, dat is toch veel meer.

`k Ervaar Uw diepe rijkdom en geluk steeds meer,
Mijn Vader, dank U wel. ■