Opslag:Pr 2023-04-08om19.30 St. Jozefkerk-show

Uit Parwiki
Versie door Pastoor (overleg | bijdragen) op 21 apr 2023 om 23:03
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)


ChurchSlide Presentatie

Zaterdag

8 april 2023


Vooravond van Pasen, Verrijzenis van de Heer, Hoogfeest

Lichtprocessie

Bij de intocht wordt driemaal herhaald:

pr: Lumen Christi.
Licht van Christus.
all:Deo Gratias
Heer, wij danken U.

Paasjubelzang

Laat juichen heel het koor van Gods gemeente,
laat juichen om zo`n grote Koning,
juichen om de overwinning!
Laat de trompetten klinken in het rond!

Lezing 1

Uit het Boek Genesis Gen. 1,1.26-31a

Lezing 1 (2)

In het begin schiep God de hemel en de aarde.
God sprak:
Nu gaan wij de mens maken, als beeld van ons,
op ons gelijkend; hij zal heersen over de vissen van de zee,
de vogels van de lucht,
over de tamme dieren, over alle wilde beesten
en over al het gedierte dat over de grond kruipt
.”
En God schiep de mens als zijn beeld;
als het beeld van God
schiep Hij hem;
man en vrouw schiep Hij hen.
God zegende hen en God sprak tot hen:
Weest vruchtbaar en wordt talrijk;
bevolkt de aarde en onderwerpt haar;
heerst over de vissen van de zee,
over de vogels van de lucht
en over al het gedierte dat over de grond kruipt
.”
En God sprak:
Hierbij geef Ik alle zaadvormende gewassen
op de hele aardbodem aan u
en alle bomen met
zaaddragende vruchten;
zij zullen u tot voedsel dienen. Maar aan alle wilde beesten,
aan alle vogels van de lucht
en aan alles wat over de grond kruipt,
aan al wat dierlijk leven heeft geef Ik het groene gras als voedsel
.”
Zo gebeurde het.
God bezag alles wat Hij gemaakt had
en Hij zag dat het heel goed was.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.

Tussenzang 1

1. Looft God de Heer op deze dag,
nu gij zijn Maaltijd vieren mag.
Hij riep het licht de eerste dag,
Zijn Paaslicht ons verblijden mag, alleluia.

2. De Heer verdreef de duisternis,
door `t licht van Zijn Verrijzenis;
Hij brak de boeien van de dood
en leeft als onze Koning groot, alleluia.

3. De Heer, die heil en
redding is,
verlossing en verrijzenis:
Wij vieren Hem in Brood en Wijn,
Zij Woord zal ons tot waarheid zijn, alleluia.

Lezing 2

Uit het Boek Exodus (Ex. 14,15-15,1)

Lezing 2 (2)

In die dagen sprak de Heer tot Mozes:
Wat roept gij Mij toch.
Beveel de Israëlieten verder te trekken.
Gij zelf moet uw hand
opheffen,
uw staf uitstrekken over de zee en ze in tweeën splijten.
Dan kunnen de Israëlieten
over de droge bodem door de zee trekken.
Ik ga de Egyptenaren halsstarrig maken
zodat zij hen achterna
gaan.
En dan zal Ik mij verheerlijken ten koste van Farao
en heel zijn legermacht,
zijn wagens en zijn wagenmenners.
De Egyptenaren zullen weten dat Ik de Heer ben,
als Ik mij verheerlijk ten koste van Farao,
zijn wagens en zijn wagenmenners
.”
De engel van God
die aan de spits van het leger der Israëlietën ging,
veranderde van plaats en stelde zich achter hen op,
tussen het leger van de Egyptenaren
en het leger van de Israëlieten.
De wolk bleef die nacht donker
zodat het heel die nacht niet tot een treffen kwam.
Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee
en de Heer deed die hele nacht
door een sterke oostenwind de zee terugwijken.
Hij maakte van de zee droog land
en de wateren spleten vaneen.
Zo trokken de Israëlieten over de droge bodem de zee door,
terwijl de wateren links en rechts een wand vormden.
De Egyptenaren zetten de achtervolging in;
alle paarden van Farao, zijn wagens en zijn wagenmenners
gingen achter de Israëlieten aan
de zee in.
Tegen de morgenwake richtte de Heer zijn blikken
vanuit de wolkkolom en de vuurzuil
op de legermacht van tte Egyptenaren
en bracht ze in verwarring.
Hij liet de wielen van de wagens scheeflopen
zodat ze slechts met
moeite vooruit kwamen.
De Egyptenaren riepen uit:“Laten we vluchten voor de Israëlieten,
want de Heer strijdt voor hen tegen ons
.”
Toen sprak de Heer tot Mozes:
Strek uw hand uit over de zee dan zal het water terugstromen over de Egyptenaren
en hun wagens en wagenmenners
.”
Mozes strekte zijn hand uit over de zee
en toen het licht begon te worden vloeide de zee naar haar gewone plaats terug.
Daar de Egyptenaren er tegen in vluchtten
dreef de Heer hen midden in de zee.
Het water vloeide terug
en overspoelde wagens en wagenmenners,
heel de strijdmacht van Farao die de Israëlieten
op de bodem van de zee
achterna waren gegaan.
Niet één bleef gespaard.
De Israëlieten daarentegen waren over de droge bodem
door de zee heengetrokken,
terwijl de wateren links en rechts van hen een wand vormden.
Zo redde de Heer op deze dag Israël uit de greep van Egypte;
Israël zag de Egyptenaren dood op de kust liggen.
Toen Israël het machtige optreden van de Heer
tegen Egypte gezien had,
kreeg het volk ontzag voor de Heer:
Zij stelden vertrouwen in de Heer en in Mozes zijn dienaar.
Toen hieven Mozes en de Israëlieten
ter ere van de Heer een lied aan.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.

Tussenzang 2

Gloria in excelsis Deo
Eer aan God in den hoge,
et in terra pax hominibus bonæ voluntatis.
en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft.
Laudamus te.
Wij loven U.
Benedicimus te.
Wij prijzen U
Adoramus te.
Wij aanbidden U.
Glorificamus te.
Wij verheerlijken U.
Gratias agimus tibi propter magnam gloriam tuam.
Wij zeggen U dank voor Uw grote heerlijkheid.
Domine Deus, Rex cælestis, Deus Pater omnipotens.
Heer God, hemelse Koning, God, Almachtige Vader,
Domine Fili unigenite, Iesu Christe.
Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus;
Domine Deus, Agnus Dei, Filius Patris.
Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader,
Qui tollis peccata mundi, miserere nobis.
Gij, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons;

Tussenzang 2 (2)

Gij, die wegneemt de zonden der wereld, aanvaard ons gebed;
Qui sedes ad dexteram Patris, miserere nobis.
Gij, die zit aan de rechterhand van de Vader; ontferm U over ons.
Quoniam tu solus Sanctus.
Want Gij alleen zijt de Heilige.
Tu solus Dominus.
Gij alleen de Heer.
Tu solus Altissimus, Iesu Christe.
Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus.
Cum Sancto Spiritu in gloria Dei Patris. Amen.
Met de Heilige Geest, in de heerlijkheid van God de Vader. Amen.

Epistel

Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome (Rom. 6, 3-11)

Epistel (2)

Broeders en zusters,
Gij weet toch dat de doop
waardoor wij één zijn geworden met Christus
Jezus
ons heeft doen delen in zijn dóód?
Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven,
opdat ook wij een nieuw leven zouden leiden
zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt.
Zijn wij één met Hem geworden door het beeld van zijn dood
dan moeten wij Hem ook volgen in zijn opstanding,
in de overtuiging dat onze oude mens met Hem gekruisigd is;
daardoor is aan het bestaan in de zonde een
einde gekomen,
zodat wij niet langer aan de zonde dienstbaar zijn.
Want wie gestorven is
is rechtens vrij van de zonde.
Indien wij dan met Christus gestorven zijn
geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven;
want wij weten dat Christus,
eenmaal van de doden verrezen, niet meer sterft:
de dood heeft geen macht meer over Hem.
Door de dood die Hij gestorven is
heeft Hij eens voor al afgerekend met de zonde;
het leven dat Hij leeft heeft alleen met God van doen.
Zo moet ook gij uzelf beschouwen:
als dood voor de zonde
en levend voor God in Christus Jezus.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.

Tussenzang 3

1. Lof zij God in de hoogste troon,
lof zij Zijn eengeboren Zoon,
die voor ons droeg der zonde loon.
Halleluja, halleluja, halleluja.

2. Des morgens op de derde dag,
toen voor het graf de steen nog lag,
verrees de Heer op Gods gezag.
Halleluja, halleluja, halleluja.

4. Hij is verrezen en Hij
leeft.
De dood heeft voor het eerst gebeefd.
Kom, zie, waar Hij gelegen heeft.
Halleluja, halleluja, halleluja.

5. Nu bidden wij U, Zoon van God,
omdat Gij opstondt uit de dood,
geef ons nu Uw genade groot.
Halleluja, halleluja, halleluja.

Evangelie

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs (Mt. 28,1-10)

Evangelie (2)

Na de sabbat
bij het aanbreken van de eerste dag der week
kwamen Maria Magdalena en de andere Maria
naar het graf kijken.
Plotseling ontstond er een hevige aardbeving
en een engel van de Heer daalde uit de hemel,
kwam naderbij, rolde de steen weg
en zette zich daarop neer.
Hij straalde als een bliksemschicht
en zijn kleed was wit als sneeuw.
De bewakers begonnen van schrik voor hem te beven
en het leven scheen uit hen geweken.
De engel sprak de vrouwen aan en zei:
Gij behoeft niet bevreesd te zijn;
ik weet dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde.
Hij is niet hier,
Hij is verrezen zoals Hij gezegd heeft;
komt zien naar de plaats waar Hij gelegen heeft.
Gaat nu terstond aan zijn leerlingen zeggen:
Hij is verrezen van de doden,
en nu gaat Hij u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien.
Dat had ik u te zeggen
.”
Terstond gingen zij weg van het graf,
met vrees en grote vreugde, en zij haastten zich
het nieuws aan zijn leerlingen over te brengen.
En zie, Jezus kwam hen tegemoet en zei:
Weest gegroet.”
Zij traden op Hem toe,
omklemden zijn voeten en aanbaden Hem.
Toen sprak Jezus tot hen:
Weest niet bevreesd. Gaat aan mijn broeders de boodschap brengen
dat zij naar Galilea moeten gaan
en daar zullen zij Mij zien
.”
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.

Geloofsbelijdenis

Celebrant: Zult U zich te allen tijde verzetten tegen kwaad en onrecht om in vrijheid te leven als kinderen van God?
allen:Ja, dat beloof ik.
Celebrant: Zult U zich verzetten tegen de bekoring van zonde en
onrecht, zodat het kwaad zich niet van U meester maakt?
allen:Ja, dat beloof ik.
Celebrant: Zult U de Heer uw God dienen en Hem alleen?
allen:Ja, dat beloof ik.
Celebrant: Gelooft u in God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde?
allen:Ik geloof.
Celebrant: Gelooft u in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heer, die geboren is uit de maagd Maria, die geleden heeft, gestorven en begraven is, die uit de
dood is opgestaan en zit aan Gods rechterhand?
allen:Ik geloof.
Celebrant: Gelooft u in de heilige Geest, de heilige katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het
eeuwige leven?
allen:Ik geloof.

Besprenkeling

Vidi aquam egredientem de templo,
Ik heb het water zien vloeien uit de tempel
a latere dextro, alleluia:
ter rechterzijde, alleluia.
et omnes, ad quos pervenit aqua ista,
En allen, tot wie het water kwam, waren behouden
salvi facti sunt, et dicent, alleluia, alleluia.
en zullen zeggen: Alleluia, alleluia

1. Confitemini Domino quoniam bonus:
Looft de Heer, want Hij is goed:
quoniam in sæculum misericordia ejus.
want in eeuwigheid duurt zijn barmhartigheid.
Vidi aquam egredientem de templo,
Ik heb het water zien vloeien uit de tempel
a latere dextro, alleluia:
ter rechterzijde, alleluia.
et omnes, ad quos pervenit aqua ista,
En allen, tot wie het water kwam, waren behouden
salvi facti sunt, et dicent, alleluia, alleluia.
en zullen zeggen: Alleluia, alleluia

Besprenkeling (2)

2. Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto,
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest,
sicut erat in principio et nunc et semper,
Zoals het was in het begin en nu en altijd,
et in sæcula, sæculorum. Amen.
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Vidi aquam egredientem de templo,
Ik heb het water zien vloeien uit de tempel
a latere dextro, alleluia:
ter rechterzijde, alleluia.
et omnes, ad quos pervenit aqua ista,
En allen, tot wie het water kwam, waren behouden
salvi facti sunt, et dicent, alleluia, alleluia.
en zullen zeggen: Alleluia, alleluia

Voorbede

- dat dit paasfeest, het feest van de verrijzenis van de Heer, ons geloof in het eeuwig leven mag versterken. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
- dat er spoedig vrede in de hele wereld mag zijn. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
- dat alle Christenen ook werkelijk mogen leven zoals de verrezen Heer dat van ons verwacht. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
- dat allen die vandaag geen feest kunnen vieren omwille van ziekte, oorlog, rampen of vervolging de troost van de verrezen Heer mogen ervaren. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

Offerande

1. Lobe den Herren, o meine Seele!
Ich will ihn loben bis in Tod;
Weil ich noch Stunden auf Erden zähle,
Will ich lobsingen meinem Gott.
Der Leib und Seel` gegeben
hat,
Werde gepriesen früh und spat.
Halleluja! Halleluja!

2. Fürsten sind Menschen, vom Weib geboren,
Und kehren um zu ihrem Staub;
Ihre Anschläge sind auch
verloren,
Wenn nun das Grab nimmt seinen Raub.
Weil denn kein Mensch uns helfen kann,
Rufe man Gott um Hilfe an!
Halleluja! Halleluja!

Offerande (2)

3. Selig, ja selig ist der zu nennen,
Des Hilfe der Gott Jakobs ist,
Welcher vom Glauben sich nichts lässt trennen
Und hofft getrost auf Jesum Christ.
Wer diesen Herrn zum Beistand hat,
Findet am besten Rat und Tat.
Halleluja! Halleluja!

4. Dieser hat Himmel, und Meer und Erden,
Und was darinnen ist, gemacht.
Alles muss pünktlich erfüllet werden,
Was er uns einmal zugedacht.
Er ist`s, der Herrscher aller Welt,
Welcher uns ewig Glauben hält.
Halleluja! Halleluja!

Offerande (3)

5. Zeigen sich welche, die Unrecht leiden,
Er ist`s der ihnen Recht verschafft;
Hungrigen will er zur Speis bescheiden,
Was ihnen dient zur Lebenskraft;
Die Hartgebundnen macht er frei,
Und seiner Gnad ist mancherlei.
Halleluja, halleluja!

6. Sehende Augen gibt er den Blinden,
Erhebt die tief gebeuget gehn;
Wo er kann einige Fromme finden
Die lässt er seine Liebe sehn.
Sein Aufsicht ist des Fremden Trutz,
Witwen und Waisen hält er in Schutz.
Halleluja, halleluja!

Offerande (4)

7. Aber der Gottesvergessnen Tritte
Kehrt er mit starker Hand zurück,
Dass sie nur machen verkehrte Schritte
Und fallen selbst in ihren Strick.
Der Herr ist König ewiglich,
Zion, dein Gott sorgt stets für dich.
Halleluja, halleluja!

8. Rühmet, ihr Menschen, den hohen Namen
Des, der so grosse Wunder tut!
Alles, was Odem hat, rufe Amen!
Und bringe Lob mit frohem Mut.
Ihr Kinder Gottes, lobt und preist
Vater und Sohn und Heil`gen Geist!
Halleluja! Halleluja!

Bede over gaven

Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk.

Sanctus

Sanctus, Sanctus, Sanctus Dominus Deus Sabaoth.
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten!
Pleni sunt cæli et terra gloria tua.
Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid.
Hosanna in excelsis.
Hosanna in den hoge!
Benedictus qui venit in nomine Domini.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in excelsis.
Hosanna in den hoge!

Acclamatie

Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert dat Gij verrezen zijt.

Pater Noster

Pr: Præceptis salutaribus moniti et divina institutione formati, audemus dicere:
Aangespoord door een gebod van de Heer, en door Zijn goddelijk woord onderricht, durven wij zeggen:
All:Pater noster, qui es in cælis:
Onze Vader, die in de hemel zijt.
sanctificetur nomen tuum;
Uw naam worde geheiligd.
adveniat regnum tuum;
Uw Rijk kome.
fiat voluntas tua, sicut in cælo et in terra.
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Panem nostrum quotidianum da nobis hodie;
Geef ons heden ons dagelijks brood
et dimitte nobis debita nostra,
en vergeef ons onze schulden
sicut et nos dimittimus debitoribus nostris;
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
et ne nos inducas in tentationem;
en breng ons niet in beproeving,
sed libera nos a malo.
maar verlos ons van het kwade.

Doxologie

Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen

Agnus Dei

Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: miserere nobis.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: miserere nobis.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: dona nobis pacem.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede

Communielied (1)

Alleluia, laat ons loven U, de Heer van al wat leeft!

1. U, de Heer, zo hoog verheven,
U die al wat is beleeft,
wil ik loven heel mijn leven,
elke dag die Gij mij geeft!
Alleluia, laat ons loven U, de Heer van al wat leeft!

2. Kan ik wel op mensen bouwen,
die beperkt zijn in bestaan?
Laat mij, God, op U vertrouwen,
want op U, Heer, kan ik
aan!
Alleluia, laat ons loven U, de Heer van al wat leeft!

3. God, Gij zijt de eeuwig zijnde
en van alles het begin;
Gij, van alles doel en einde,
hoogste heil en diepste zin!
Alleluia, laat ons loven U,
de Heer van al wat leeft!


Zegen

pr: Ite Missa est, alleluia, alleluia.
all:Deo gratias, alleluia, alleluia.

Na de zegen

1. Verblijdt u, o mensen, `t is Pasen, `t is feeste, `t Nieuw leven begint.
Verrijst nu door Chrust geheel naar den geeste; U zelven bezint.
Mensen ontwaakt, staat op nu allegaar,
Zingt nu alleluia. Pasen is
daar!

2. Vol glorie is Christus op heden verrezen, Ons God en ons Heer.
Hij zal ons een Leidsman ten hemel nu wezen; Hem zij alle eer.
Hij nam den dood zijn wrede heerschappij.
Zingt nu alleluia, van harte blij!

3. Laat Christus, geleden en weder verrezen, Ons Paaslam nu zijn.
Zo zal Hij ons zielenkwetsuren genezen, verdrijven de pijn.
Mensen ontwaakt, staat op
nu allegaar.
Zingt nu alleluia. Pasen is daar.

mededeling

Oud-christelijke paasgroet:

De Heer is verrezen!
Hij is werkelijk verrezen!