1. Waar liefde mensen samenvoegt
worden stenen een paleis
de kille straat een lentetuin
de hel een paradijs Een land van licht en zonneschijn,
een haard waar men zich warmt,
een overvolle beker wijn,
een mens die je omarmt.
2. De deur roept je een welkom toe
een stoel staat voor je klaar
de tafel is gastvrij gedekt
een heerlijk avondmaal <Refrein>