1. Toen Jezus met Zijn vrienden voor `t laatst aan tafel lag,
Nam Hij één van de broden, de beker wijn en sprak:
"Het brood dat is mijn lichaam, de wijn, dat is mijn bloed.
Wie eet van deze maaltijd die blijft in Mij voorgoed!"
2. Het liefdemaal van Jezus wordt elke dag herhaald:
De priester doet aan tafel wat d' Heer heeft voorgedaan.
Het brood wordt Jezus' Lichaam, de wijn wordt Jezus' Bloed.
Als wij de Heer ontvangen blijft Hij in ons voorgoed.
3. Van vele korrels tarwe maakt men het éne brood
Zo vormen wij één lichaam als Jezus in ons woont
Zoals van vele druiven gemaakt wordt zoete wijn,
Zijn wij in de communie tezamen, groot en klein.