1. In het begin lag de aarde verloren.
In het begin in de duisternis.
God sprak Zijn woord en het licht werd geboren.
`t licht dat vandaag onze dag nog is.
2. In het begin zijn de wolken de luchten.
In het begin is de hemel ontstaan.
God sprak zijn woord en de wateren vluchtten.
Zo bracht Hij scheiding en ruimte aan.
3. In het begin is de aarde gekomen.
In het begin uit de diepte der zee.
In het begin kwam het gras en de bomen,
bloeiden de bloemen en graasde het vee.
4. In het begin zijn de sterren gaan branden.
In het begin kwam de zon en de maan.
Boven het land en de zee en de stranden
wijzen zij wegen en tijden aan.
5. In het begin kwamen vogels gevlogen.
In het begin werd hun lied al gehoord.
Vissen in `t water, wat leeft op het droge:
God schiep de dieren, elk naar hun soort.
6. In het begin riep God mensen tot leven.
In het begin was het woord in hun mond.
Wat was het goed om op aarde te leven.
Wat was God blij dat de wereld bestond!