1. Zo vriendelijk en veilig als het licht
zoals een mantel om mij heen geslagen
zo is mijn God, ik zoek Zijn aangezicht
Ik roep Zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen
dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt
Wil mij behoeden en op handen dragen.
2. Want waar ben ik als Gij niet wijd en zijd
waakt over mij en over al mijn gangen
Wie zou ik worden waart Gij niet bereid
om als ik val mij telkens op te vangen.
Ik leef niet echt als Gij niet met mij zijt
ik moet in lief en leed naar U verlangen
3. Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft
dat mij bevrijdt en opneemt in Uw vrede
Ontsteek die vreugde die geen einde heeft
wil alle liefde aan Uw zoon besteden
Wees Gij vandaag mijn brood zowaar Gij leeft
Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden