Uit diepten van ellende
1. Uit diepten van ellende roep ik, Heer.
roep ik om hulp tot U, Gij kunt mij redden
mijn ziel verwacht van U verlossing, Heer.
2. Aanhoor mijn schreien en mijn smeken, Heer,
wil naar mijn beed, Uw oor te luist`ren leggen
mijn ziel verwacht van U verlossing, Heer.
3. Zo Gij de zonden blijft gedenken, Heer
wie zou voor U, och Heer, nog staande` blijven
mijn ziel verwacht van U verlossing, Heer.
4. Doch Uw vergeving schenkt Gij altijd, Heer.
zo blijven allen U eerbiedig dienen
mijn ziel verwacht van U verlossing, Heer.
5. Op U blijft ook mijn ziel vertrouwen, Heer,
en zij vertrouwt Uw woord en Uw beloften:
mijn ziel verwacht van U verlossing, Heer.
6. Meer dan de wachter `s nachts op dagend licht,
vertrouwt mijn ziel vol hoop op Uw verhoring
mijn ziel verwacht van U verlossing, Heer.
7. De wachters mogen uitzien naar het licht,
en Israël, Uw volk, naar U verlangen
mijn ziel verwacht van U verlossing, Heer.
8. Bij U is waarlijk mededogen, Heer.
verlossing en genade overvloedig:
mijn ziel verwacht van U verlossing, Heer.
|