1. Gij komt van zo hoge, Gij wilt hier wonen,
te allen tijde ons toegewijd.
Genadig en trouw, zo zult Gij immer komen
die onze lieve Heer en meester zijt.
2. Want alwat wij mensen moeten dragen
hebt Gij gedragen in Uw vlees,
in lijden en last en al Uw levensdagen
zijt Gij in hoop en vreze mens geweest.
3. Maar God heeft U hemelhoog verheven
en uitgeroepen als Zijn Zoon,
opdat alle vlees U loven zal en leven.
O, Heer, dat alwie leeft U dank betoont.
4. Nu smeken wij, kome Uw rijk op aarde,
voltooi in ons - Uw machtig werk,
opdat alle vlees mag opstaan tot Uw Vader,
nu smeken wij kom haastig tot Uw Kerk.