1. In `t hemelrijk hierboven,
ald`engelkoren om het meest
Zij prijzen en zij loven
een reine maged op haar feest, O gaudia mirabilia.
Speelt op harpen en violen,
ter ere van Caecilia!
2. Haar leven deed men enden
door met den houw van `t scherpe zwaard
haar witte keel te schenden;
maar God de Heer beloonde `t haar. <Refrein>
3. Hij liet van `s hemels koren
die allerklaarste cantica
en feestgezangen horen
ter ere van Caecilia <Refrein>
4. "Ik zal uw wonden helen
genezen uw geschonden keel;
in `t zingen en in `t spelen
geef ik aan U het beste deel." <Refrein>
5. "Voor thans en al de tijden
zult gij alleen en anders geen
den zang der koren leiden,
zowel hierboven als beneên". <Refrein>
6. Zo, vrienden, viert te samen
Caecilia op deze dag:
Dat zij voor vele jaren
in zang en deugd ons leiden mag. <Refrein>