1. Geen wieg voor een koning, een kribbe alleen,
geen plaats in een woning, voor `t kindeke klein
De sterren zijn straalden, verspreidden hun pracht,
toen Jezus zou komen in donkere nacht.
2. De os en de ezel hebt Gij wel gehoord,
toch heeft het Uw vrede en rust niet verstoord,
wij bidden U, Jezus, doe stralen het licht
en hou onze ogen naar U toegericht.
3. Gij zijt onze Koning, die komt met uw macht.
Uw dienst wordt op aarde in zwakheid volbracht
O kies toch Uw woning met spoed in ons hart
en schenk ons uw liefde, in blijdschap en smart