1. Zalig zij die zich op de Heer verlaten!
Zalig, zalig zegt de Heer.
Zijn liefde zal hen nooit verlaten.
2. Zalig de het onrecht diep betreuren,
want het wonder van de Heer zal aan hen gebeuren.
Zalig die geweldloos vrijheid scheppen,
want de vriendschap van de Heer zal hen herscheppen.
3. Zalig die van harte kwaad vergeven!
Zalig, zalig zegt de Heer.
Zijn vrijspraak zal hen doen herleven.
4. Zalig die oprecht zijn in hun daden,
want de rijkdom van de Heer zal hen overladen.
Zalig die op aarde vrede stichten,
want de vreugde van de Heer zal hen doorlichten.
5. Zalig zij die voor`t goede willen strijden!
Zalig, zalig zegt de Heer.
Zijn vreugde zal hen gans bevrijden.