ChurchSlide Presentatie
Vrijdag
15 november 2024
Jeugdkoor
repetitie
volwassenen
Lied 1
1. Heer, in Uw handen leg ik mijn hele bestaan.
Heer, in Uw handen is al wat ik ben.
Men moet eerst sterven om echt te leven.
Heer, in Uw handen leg ik mijn leven neer.
Als de korrels van het graan niet sterven,
blijven ze eenzaam in de aarde
achter.
Maar als ze sterven, gebeurt het wonder in hen:
talloze vruchten die nooit meer vergaan.
Lied 2
1. Onze Heer, Hij is machtig in Zijn kracht.
Hij heerst over ons vandaag.
Vanuit de hemel leidt Hij ons in Zijn Liefde voort.
2. Nasz Pan jest potężny, w mocy Swej
Króluje nad nami dziś
Z Nieba rządzi
W mocy miłości, mądrości Swej
Lied 3
1. Bless the Lord, my soul,
and bless God`s holy name.
Bless the Lord, my soul,
who leads me into life.
2. Prijs de Heer mijn ziel
en prijs zijn heil`ge naam.
Prijs de Heer mijn ziel,
die mij het leven geeft.
Lied 4
1. As the deer panteth for the water
So my soul longeth after Thee
You alone are my heart`s desire
And I long to worship Thee
You alone are my strength my shield
To You alone may my spirit yield
You alone are my heart`s desire
And I long to worship Thee
2. Als een hert dat verlangt naar
water,
zo verlangt mijn ziel naar U.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.
U alleen bent mijn Kracht, mijn Schild.
Aan U alleen geef ik mij geheel.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.
Lied 5
1. My Jesus, I love Thee, I know Thou art mine;
For Thee all the follies of sin I resign.
My gracious Redeemer, my Savior art Thou;
If ever I loved Thee, my Jesus, `tis now.
2. I love Thee because Thou has first loved me,
And purchased my pardon on Calvary`s tree.
I love Thee for wearing the thorns on Thy brow;
If ever I loved Thee, my Jesus, `tis now.
3. I`ll love Thee in life, I will love Thee in death,
And praise Thee as long as Thou lendest me breath;
And say when the death dew lies cold on my brow,
If ever I loved Thee, my Jesus, `tis now.
4. In mansions of glory and endless delight,
I`ll ever adore Thee in heaven so bright;
I`ll sing with the glittering crown on my brow;
If ever I loved Thee, my Jesus, `t is now.
Lied 5 (2)
5. Mijn Jezus ik hou van U, ik noem U mijn vriend
Want U nam de straf op U die ik had verdiend
De grote verlosser mijn redder bent U
`k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu
6. Mijn Jezus ik hou van U want U hield van mij
Toen U aan het kruis hing een wond in uw zij
Voor mij de genade een doornenkroon voor U
`k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu
7. Ik zal van U houden in leven en dood
En ik wil U prijzen zelfs dan in mijn nood
Als ik kom te sterven dan roep ik tot U
`k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu
8. Als ik in uw glorie uw eeuwigheid kom
Dan buig ik mij voor U in uw heiligdom
Gekroond met uw heerlijkheid zal `k zingen voor U
`k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu
Lied 6
Ja is ja, nee is nee
beloofd is beloofd
Jezus wil je helpen
als jij in Hem gelooft (2x)
1. Hij is een God van liefde
Hij houdt heel veel van jou
Hij zal je nooit verlaten
Want Hij is altijd trouw
Ja is ja, nee is nee
beloofd is beloofd
Jezus wil je helpen
als jij in Hem gelooft (2x)
2. Ook wij moeten dit leren
Om altijd trouw te zijn
En doen wat we beloven
Dat geldt voor groot en klein
Ja is ja, nee is nee
beloofd is beloofd
Jezus wil je helpen
als jij in Hem gelooft (2x)
Lied 7
1. Jezus, open mijn oren
Leer mij Uw stem te verstaan
leer mij uw woorden te horen
Te weten waar ik moet gaan
Om Uw licht te verspreiden
Uw naam te belijden
Leer mij uw stem te verstaan
2. Jezus, open mijn ogen
Leer mij de mensen te zien
Zoals U ze ziet uit de hoge
U bent de Heer die ik dien
Om Uw liefde te geven
Aan wie met mij leven
Leer mij de mensen te zien
Lied 7 (2)
3. Jezus, ik open mijn handen
Leer mij een zegen te zijn
Maak mij een hulp voor de anderen
Die leven met honger en pijn
Om aan wie U niet kennen
Genezing te brengen
Leer mij een zegen te zijn
Lied 8
1. Witaj pokarmie w którym niezmierzony Geprezen zij het voedsel waarin de
Nieba i ziemie Twórca jest zamkniony
onmetelijk Schepper van hemel en aarde bevat ligt.
Witaj napoju zupełnie gaszący
Geprezen de drank dat ons geestelijk verlangen
Umysł pragnący
volledig vervult
2. Witaj krynico wszystkiego dobrego
Gegroet bron van alle goeds
Gdy bowiem w sobie masz Boga samego
dat God zelf in zich bevat
Znasz ludziom wszystkie jego wszechmocności
Gij kent alle mensen in uw alwetendheid
Niesiesz godności
Gij omvat alle waardigheid
Lied 8 (2)
3. Witaj z niebiosów manno padająca
Gegroet, gij manna dat uit de hemel regent
Rozkoszny w sercu naszym smak czyniąca
dat in ons hart een verrukkelijk smaakt
Wszystko na świecie co jedno smakuje
Alles wat smaak heeft in deze wereld
W tym się najduje
is hierin te vinden
4. Witaj rozkoszne z ogrodu rajskiego
Gegroet gij verrukkelijke vrucht van de boom
Drzewo owocu pełne żywiącego
des levens uit de paradijstuin
Kto cię skosztuje śmierci się nie boi
Wie ervan eet, vreest de dood niet meer
Choć nad nim stoi
ook al staat hij voor je
Lied 8 (3)
5. Witaj jedyna serc ludzkich radości
Gegroet vreugde van elk mensenhart
Witaj strapionych wszelka łaskawości
Gegroet troost van alle bedrukten
Ciebie dziś moje łzy słodkie szukają
Vandaag zoeken mijn tranen naar U
K` Tobie wołają
naar U verlangen zij
Lied 9
Confitemini Domino, quoniam bonus.
Brengt dank aan de Heer, want Hij is goed.
Confitemini Domino, alleluia.
Brengt dank aan de Heer, alleluia.
Lied 10
1. I am an instrument of the living God
My life a melody to His name
More than the songs I sing
Worship is everything
I live to glorify my King
Hear the song of my life
Let it be a sweet, sweet sound
Let it be a sweet, sweet sound
I raise this anthem high
Let it be a sweet, sweet sound
Let it be a sweet, sweet sound
Lied 10 (2)
2. Through all the mire and clay
You`re washing me with grace
You carry me, oh Lord, through it all
So I will testify even in the fire
I live to praise my Savior
Hear the song of my life
Let it be a sweet, sweet sound
Let it be a sweet, sweet sound
I raise this anthem high
Let it be a sweet, sweet sound
Let it be a sweet, sweet sound
3. Let everything that has breath
Praise the Lord, Praise the Lord
And all creation will sing Hallelujah
Hear the song of my life
Let it be a sweet, sweet sound
Let it be a sweet, sweet sound
I raise this anthem high
Let it be a sweet, sweet sound
Let it be a sweet, sweet sound
Lied 11
Jesteśmy piękni Twoim pięknem Panie!
Wij zijn een afstraling van uw schoonheid Heer!
Jesteśmy piękni Twoim pięknem Panie!
Wij zijn een afstraling van uw schoonheid Heer!
Ty otwierasz nasze oczy, na piękno Twoje Panie!
U opent onze ogen voor Uw schoonheid, Heer!
Ty otwierasz nasze oczy, Panie!
U opent onze ogen, Heer!
Ty otwierasz nasze oczy na piękno Twoje Panie!
U opent onze ogen voor Uw schoonheid, Heer!
Ty otwierasz nasze oczy Panie, na Twoje piękno.
U opent onze ogen Heer voor Uw schoonheid.
Lied 12
1. Als ik een klokje was, blij zou ik luiden
dit zou ik overal, vrolijk beduiden.
Als ik een klokje was, blij zou ik luiden
dit zou ik overal, vrolijk beduiden.
2. Als ik een vogel was, blij zou ik zingen
mijn zang zou ieder hart, blij
binnendringen.
Als ik een vogel was, blij zou ik zingen
mijn zang zou ieder hart, blij binnendringen.
Lied 13
1. Geloof is vallen en weer verder gaan,
steeds opnieuw beginnen Uw weg in te slaan
`t Valt soms moeilijk en zwaar,
maar met U speel ik `t klaar,
want ik weet dat U mij altijd bij zal staan.
Elke dag opnieuw is er de vraag:
“waar kom ik U tegen op mijn weg vandaag?”
In die eenzame vriend, in een hulpeloos kind,
in de ander die steeds mij om aandacht vraagt?
Overal waar mensen liefde geven,
daar bent U God aanwezig,
in elk mensenhart dat U vertrouwt.
En in alles wat leeft, in het woord dat U geeft,
blijf ik hopen dat U altijd van ons
houdt
Lied 13 (2)
2. In een stil gebed zoek ik naar Hem.
In mijn hart durf ik te luist`ren naar Zijn stem,
want Zijn kracht is beloofd
aan wie in Hem gelooft.
Daarom stel ik mijn vertrouwen steeds op Hem.
Dank U Vader dat U bij mij bent,
dat u al mijn zorgen en gedachten kent,
dat Uw hand rust op mij, maakt mij wonderlijk blij;
dat ik U in mooie dingen steeds herken
Overal waar mensen liefde geven,
daar bent U God aanwezig,
in elk mensenhart dat U vertrouwt.
En in alles wat leeft, in het woord dat U geeft,
blijf ik hopen dat U altijd van ons houdt
En in alles wat leeft, in het woord dat U geeft,
blijf ik hopen dat U altijd van ons houdt
Lied 14
Alles heeft een ritme, alles heeft een tijd.
Alles is geschapen tot Gods heerlijkheid.
Alles heeft een ritme, alles heeft een tijd.
Alles is geschapen tot Gods heerlijkheid.
1. Hoog in de blauwe lucht
vliegen vogels op hun vlucht.
En in de diepe zee
zwemmen vissen met de golven mee.
Alles heeft een ritme, alles heeft een tijd.
Alles is geschapen tot Gods heerlijkheid.
Alles heeft een ritme, alles heeft een tijd.
Alles is geschapen tot Gods heerlijkheid.
Lied 14 (2)
2. Bomen in het donk`re bos
laten soms hun blaadjes los.
Kijk, hoe het zaadje groeit
tot een bloem in alle kleuren bloeit.
Alles heeft een ritme, alles heeft een tijd.
Alles is geschapen tot Gods heerlijkheid.
Alles heeft een ritme, alles heeft een tijd.
Alles is geschapen tot Gods
heerlijkheid.
Lied 14 (3)
3. Kijk toch eens om je heen,
zoiets moois maakt God alleen.
Hij maakte jou en mij,
dus zing voor Hem dit lied, wees blij.
Heer, ik volg Uw ritme, ik wacht op Uw tijd,
want ik ben geschapen naar Uw heerlijkheid.
Heer, ik volg Uw ritme, ik wacht op
Uw tijd,
want ik ben geschapen naar Uw heerlijkheid.
Alles heeft een ritme, alles heeft een tijd.
Alles is geschapen tot Gods heerlijkheid.
Alles heeft een ritme, alles heeft een tijd.
Alles is geschapen tot Gods heerlijkheid.
Lied 15
1. Take, o take me as I am.
Summon out what I shall be.
Set your seal upon my heart
and live in me.
2. Neem mij aan zoals ik ben.
Zuiver uit wie ik zal zijn.
Druk uw zegel op mijn ziel
en leef in mij.
Lied 16
I heard the voice of Jesus say,
“Come unto me and rest;
lay down, thou weary one, lay down
thy head upon my breast.”
I came to Jesus as I was,
weary, and worn, and sad; I found in him a resting place,
and he has made me glad.
I heard the voice of Jesus say,
“Behold, I freely give
the living water; thirsty one,
stoop down and drink, and live.”
I came to Jesus, and I drank
of that life -giving stream;
my thirst was quenched, my soul revived,
and now I live in him.
Lied 16 (2)
I heard the voice of Jesus say,
“I am this dark world`s light;
look unto me, thy morn shall rise,
and all thy day be bright.”
I looked to Jesus, and I found
in him my Star, my Sun;
and in that light of life I`ll walk
till traveling days are done.
Lied 17
Il est né, le divin Enfant,
Hij is geboren, het goddelijke kind.
Jouez, hautbois, résonnez, musettes;
Laat je horen, hobo en trekharmonica.
Il est né, le divin Enfant;
Hij is geboren, het goddelijke kind.
Chantons tous son avènement!
Laten wij allen zijn komst bezingen.
Lied 17 (2)
1. Depuis plus de quatre mille ans,
Sedert meer dan vierduizend jaar
Nous le promettaient les Prophètes;
Beloofden het ons de profeten.
Depuis plus de quatre mille ans,
Sedert meer dan vierduizend jaar
Nous attendions cet heureux temps.
Hebben wij dit gelukkige moment afgewacht.
Il est né, le divin Enfant,
Hij is geboren, het goddelijke kind.
Jouez, hautbois, résonnez, musettes;
Laat je horen, hobo en trekharmonica.
Il est né, le divin Enfant;
Hij is geboren, het goddelijke kind.
Chantons tous son avènement!
Laten wij allen zijn komst bezingen.
Lied 17 (3)
2. Ah! qu`il est beau, qu`il est charmant, Wat is hij mooi, wat is hij charmant!
Ah! que ses grâces sont parfaites!
Wat is zijn bevalligheid volmaakt!
Ah! qu`il est beau, qu`il est charmant,
Wat is hij mooi, wat is hij charmant!
Qu`il est doux ce divin Enfant!
Wat is hij zoet, dit goddelijke kind!
Il est né, le divin Enfant,
Hij is geboren, het goddelijke kind.
Jouez, hautbois, résonnez, musettes;
Laat je horen, hobo en trekharmonica.
Il est né, le divin Enfant;
Hij is geboren, het goddelijke kind.
Chantons tous son avènement!
Laten wij allen zijn komst bezingen.
Lied 17 (4)
3. Une étable est son logement,
Een stal is zijn huisvesting,
Un peu de paille, sa couchette,
Een beetje stro zijn bedje.
Une étable est son logement,
Een stal is zijn huisvesting,
Pour un Dieu, quel abaissement!
Wat een vernedering voor een God!
Il est né, le divin Enfant,
Hij is geboren, het goddelijke kind.
Jouez, hautbois, résonnez, musettes;
Laat je horen, hobo en trekharmonica.
Il est né, le divin Enfant;
Hij is geboren, het goddelijke kind.
Chantons tous son avènement!
Laten wij allen zijn komst bezingen.
Lied 17 (5)
4. Il veut nos coeurs, il les attend,
Hij wil onze harten, hij wacht op ze.
Il vient en faire la conquête;
Hij komt om ze te veroveren.
il veut nos coeurs, il les attend,
Hij wil onze harten, hij wacht op ze.
Qu`ils soient à lui dès ce moment!
Mogen ze vanaf nu hem toebehoren!
Il est né, le divin Enfant,
Hij is geboren, het goddelijke kind.
Jouez, hautbois, résonnez, musettes;
Laat je horen, hobo en trekharmonica.
Il est né, le divin Enfant;
Hij is geboren, het goddelijke kind.
Chantons tous son avènement!
Laten wij allen zijn komst bezingen.
Lied 18
In een stalletje,
in een stalletje zo arm.
Ligt een baby`tje,
ligt een baby`tje zo warm.
Op een bedje van stro,
in een wiegje van hout.
Niemand weet nog
hoeveel het van mensen houdt.
Hoeveel het van mensen houdt.
In een kribbetje,
in een kribbetje zo klein.
Ligt een baby`tje,
ligt een baby`tje zo fijn.
En het is nog zo teer,
nu zijn leven begint
Maar toch is het voor ons
als een koningskind.
En toch is het een koningskind!
Lied 18 (2)
En het is nog zo teer,
nu zijn leven begint!
Maar toch is het voor ons,
als een koningskind.
En toch is het een koningskind!
En toch is het een koningskind!
Lied 19
1. Stille Nacht, heilige Nacht
Alles schläft, einsam wacht
Nur das traute hochheilige Paar
holder Knabe im lockigen Haar
Schlaf in himmlischer Ruh
Schlaf in himmlischer Ruh
2. Stille Nacht, heilige Nacht
Hirten erst kundgemacht
durch der Engel halleluja
Tönt es laut von fern und nah
Christ, der Retter ist da
Christ, der Retter ist da
3. Stille Nacht, heilige Nacht
Gottes Sohn, O wie lacht
Lieb` aus deinem göttlichen Mund
Da uns schlägt die rettende Stund
Christ, in deiner Geburt
Christ, in deiner Geburt
Lied 20
1. O Holy Night! The stars are brightly shining,
It is the night of the dear Saviour`s birth.
Long lay the world in sin and error pining.
Till He appeared and the Spirit felt its worth.
A thrill of hope the weary world rejoices,
For yonder breaks a new and glorious morn.
Fall on your knees! Oh, hear the angel voices!
O night divine, the night when Christ was born;
O night, O Holy Night, O night divine! (2x)
2. Led by the light of faith serenely beaming,
With glowing hearts by His cradle we stand.
O`er the world a star is sweetly gleaming,
Now come the wisemen from out of the Orient land.
The King of kings lay thus lowly manger;
In all our trials born to be our friends.
He knows our need, our weakness is no stranger,
Behold your King! Before him lowly bend! (2x)
Lied 20 (2)
3. Truly He taught us to love one another,
His law is love and His gospel is peace.
Chains he shall break, for the slave is our brother.
And in his name all oppression shall cease.
Sweet hymns of joy in grateful chorus raise we,
With all our hearts we praise His holy name.
Christ is the Lord! Then ever, ever praise we,
His power and glory ever more proclaim! (2x)
4. `t Is middernacht, het is de heil`ge stonde
waarin Gods Zoon daalde neder op aard.
Alleen om ons te zuiv`ren van de zonden
en voor Gods toorn heeft Hij ons bewaard.
De hele wereld siddert van verlangen
in deze nacht die de Verlosser bracht.
Knielt voor Hem neer en juicht met blijde zangen.
O nacht, o nacht die ons de Heiland bracht (2x)
Lied 20 (3)
5. Dat het geloof dat met zijn held`re stralen
ons naar de wieg van het Kindeke leidt.
Zoals eertijds een ster in `t schitt`rend pralen
de wijzen voorscheen met helderheid.
Wie zal Hem ooit ons dankbaarheid betonen
die voor ons stierf en voor ons leed en streed.
Knielt voor Hem neer en juicht met blijde zangen.
O nacht, o nacht die ons de Heiland bracht. (2x)
Lied 21
1. Joy to the world! The Lord has come.
Let earth receive her King.
Let ev`ry heart prepare Him room.
and heav`n and nature sing
and heav`n and nature sing.
and heav`n and heav`n and nature sing.
2. Joy to the world! The Saviour
reigns.
Let men their songs employ;
while field and floods, rocks, hills and plains
repeat the sounding joy,
repeat the sounding joy.
Repeat, repeat the sounding joy.
Lied 22
1. Midden in de winternacht
ging de hemel open
Die ons heil ter wereld bracht
Antwoord op ons hopen
Elke vogel zingt zijn lied
Herders waarom zingt gij niet?
Laat de cithers slaan, blaast uw fluiten aan
laat de bel, laat de trom,
laat de bel-trom horen:
Christus is geboren!
Lied 22 (2)
2. Vrede was het overal:
wilde dieren kwamen
bij de schapen in de stal
en zij speelden samen
Elke vogel zingt zijn lied
Herders waarom zingt gij niet?
Laat de cithers slaan, blaast uw fluiten aan
laat de bel, laat de trom,
laat de bel-trom horen:
Christus is geboren!
3. Ondanks winter, sneeuw en ijs
bloeien alle bomen
want het aardse paradijs
is vannacht gekomen
Elke vogel zingt zijn lied
Herders waarom zingt gij niet?
Laat de cithers slaan, blaast uw fluiten aan
laat de bel, laat de trom,
laat de bel-trom horen:
Christus is geboren!
Lied 22 (3)
4. Ziet, reeds staat de morgenster
stralend in het duister, want de dag is niet meer ver,
bode van de luister.
die ons weldra op zal gaan.
Herders, blaast uw fluiten aan,
laat de bel, bim-bam, laat de trom,
rom-rom
kere om, kere om
laat de beltrom horen:
Christus is geboren!
Lied 23
1. Eert God die onze Vader is
weest allen welgemoed
Looft Hem gij zult in vrede zijn
aanbidt al wat Hij doet
U Heer komt alle leven toe
en wie of waar Gij zijt
U is de macht, U zingen wij:
dank voor Uw heerlijkheid
2. Lam Gods, dat onze zonden draagt
neem deze lofzang aan
Gedenk ons in Uw koninkrijk
want Jezus is Uw naam
Gij die voor ons ten beste spreekt
Messias, onze Heer
O, eengeboren Zoon van God
kom haastig tot ons weer
Lied 24
Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt, geef ons Uw vrede.
|