Zaterdag
7 december 2024
Vooravond van de tweede zondag van de Advent (C) ■
|
Intredelied:
1. Ik hef mijn hart tot U, o Heer,
daal af en kom als Koning weer;
verlos uw volk en maak ons vrij,
begin uw Koningsheerschappij.
|
2. Beloon, Heer Jezus, en vergoed
het goede dat de Kerk U doet
in uw geringsten, hulp€loos klein,
die door `t geloof uw broeders zijn.
4. Nu komt een einde aan
|
de nacht,
nu, Heer, uw dag ons tegenlacht;
hernieuw uw schepping in uw licht
vlekkeloos vóór uw aangezicht. ■
|
Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd,
|
alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■
|
Heer ontferm U:
Kyrie eleison
Kyrie eleison
Christe eleison
Christe eleison
Kyrie eleison
Kyrie eleison ■
|
Eerste lezing:
Uit de profeet Baruch (Bar. 5,1-9)
Jeruzalem, leg uw kleed van rouw en ellende af;
en bekleed u voor immer met Gods heerlijke schoonheid.
Sla de mantel van Gods
|
gerechtigheid om,
zet op uw hoofd de schitterende kroon van de Eeuwige.
Want God wil uw luister laten zien overal op aarde.
Voor eeuwig geeft God u de naam:
“Vrede door gerechtigheid”
en
|
“Glorie door vroomheid”.
Op, Jeruzalem, ga op de hoogte staan en kijk uit naar het oosten:
daar zijn uw kinderen weer samen
op het woord van de Heilige,
van zonsopgang tot zonsondergang.
|
Zij zijn blij nu God weer aan hen denkt.
Te voet gingen zij van u heen,
weggesleept door de vijand,
maar eervol brengt God hen terug,
gedragen als op een koningstroon.
|
God beval alle hoge bergen en eeuwige heuvels te slechten
en de dalen op te vullen, zodat het hele land
een effen vlakte wordt
en Israël veilig optrekt onder de glorie van God.
Ook de bossen en alle geurige bomen
|
geven schaduw aan Israël op Gods bevel.
Want God leidt het jubelende Israël
in zijn heerlijk licht;
met zijn barmhartigheid zal Hij hen omgeven
én met zijn gerechtigheid.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Tussenzang:
1. De boom van goede vrucht,
die staat in goed gerucht,
men zal dien boom vertrouwen.
Wat goed is van natuur,
dat gaat niet in het vuur
en wordt niet omgehouwen.
|
2. Een boom brengt vruchten voort,
Gods wezen draagt Gods Woord,
de kruisboom geeft genade;
de boom in `t paradijs
der kennis maakte wijs,
door schande en in schade. ■
|
Tweede lezing:
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Christenen van Filippi (Fil. 1,3-6.8-11)
Broeders en zusters,
Ik dank mijn God telkens als ik u gedenk
altijd, bij al mijn gebeden
|
voor u allen.
En ik verricht mijn gebed met blijdschap,
omdat gij van de eerste dag tot nu toe
uw deel hebt bijgedragen tot de prediking van het evangelie.
Ik ben er zeker van, dat Hij die het goede werk in u
|
begonnen is
het zal voltooien tegen de dag van Christus Jezus.
God weet hoe vurig ik naar u allen verlang,
met de innigheid van Christus Jezus zelf.
En dit is mijn bede:
moge uw liefde steeds rijker worden aan inzicht
|
en fijngevoeligheid,
om te kunnen onderscheiden waar het op aankomt.
Dan zult gij op de dag van Christus
ongerept en onberispelijk zijn,
verzadigd met de vrucht der gerechtigheid
|
die komt van Jezus Christus, tot eer en lof van God.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Tussenzang (2):
3. In deze heilige Advent
maakt ook de Doper ons bekend
dat Gods erbarmen ons omgeeft,
waardoor de Heer ons schuld vergeeft.
5. In deze heilige Advent
|
predikt de Doper zijn refrein:
“Bekeert uw hart; op uw domein
moet heersen Die met U zal zijn”. ■
|
Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas (Lc. 3,1-6)
Het gebeurde
in het vijftiende regeringsjaar van keizer Tiberius:
Pontius Pilatus was
|
landvoogd van Judea;
Herodes gouverneur van Galilea;
zijn broer Filippus gouverneur van het gewest Iturea
en Trachonitis
en Lysanias gouverneur van Abilene;
Annas en Kajafas
|
bekleedden het hogepriesterschap.
Toen kwam het woord van God over Johannes,
zoon van Zacharias
die in de woestijn verbleef.
Hij begon op te treden in heel de Jordaanstreek
en een doopsel van bekering te preken
|
tot vergeving van zonden,
volgens de profetie
die geschreven staat in het boek van Jesaja:
Een stem roept in de woestijn
bereidt de weg van de Heer,
maakt zijn paden recht.
Elk dal moet gevuld
|
elke berg of heuvel geslecht worden;
de kronkelpaden moeten recht,
de ruwe wegen effen worden.
Heel de mensheid zal Gods redding zien.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in God de almachtige Vader,
schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de Maagd
|
Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus
is gekruisigd, gestorven en begraven,
die nedergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden,
die opgestegen is ten
|
hemel,
zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;
vandaar zal Hij komen oordelen
de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest:
de heilige katholieke Kerk,
de gemeenschap van de
|
heiligen,
de vergeving van de zonden,
de verrijzenis van het lichaam,
en het eeuwig leven.
Amen. ■
|
Voorbede:
- dat alle Christenen zich in deze adventstijd mogen bezinnen over de ware betekenis van hun leven en dat zij zo de weg naar de Heer mogen vinden. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat onze wereld mag ontwaken uit zijn oppervlakkigheid en de echte waarden van het leven mag vinden. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat Gods Heilige Geest ons mag helpen om hier in onze parochie samen te werken aan de komst van het Rijk Gods. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. ■
|
Offerandelied:
1. Kwam van Gods wege
een man in ons bestaan
een stem om te getuigen,
Johannes was zijn naam.
Man van Gods wege
Johannes was zijn naam.
2. Doper wat liep je in
je kemelharen pij
|
als een profeet, wat riep je
daar in die woestenij?
Doper, wat riep je
daar in die woestenij?
3. Deelt met elkander
het brood van alledag,
opdat u in de ander
Gods heil aanschouwen mag.
|
Deelt met elkander
het brood van deze dag. ■
|
Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■
|
Heilig:
Sanctus, Sanctus, Sanctus Dominus Deus Sabaoth.
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten!
Pleni sunt cæli et terra gloria tua.
Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid.
|
Hosanna in excelsis.
Hosanna in den hoge!
Benedictus qui venit in nomine Domini.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in excelsis.
Hosanna in den hoge! ■
|
Acclamatie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■
|
Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze
|
schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade. ■
|
Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■
|
Lam Gods:
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: miserere nobis.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
|
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: miserere nobis.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
|
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: dona nobis pacem.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede ■
|
Uitnodiging:
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spréék en ik zal gezond worden. ■
|
Communielied:
Rorate cæli desuper, et nubes pluant Justum.
Dauwt, hemelen, uit den hoge, en laat de wolken de Rechtvaardige regenen.
1. Ne irascaris Domine, ne ultra memineris iniquitatis:
Wees niet boos, Heer, herinner u niet langer de zonden.
|
ecce civitas Sancti facta est deserta:
Zie de Heilige Steden zijn een woestenij geworden,
Sion deserta facta est: Jerusalem desolata est:
Sion is een woestenij geworden, Jeruzalem is verlaten,
|
domus sanctificationis tuæ et gloriæ tuæ,
Uw heilig en Uw heerlijk huis
ubi laudaverunt te patres nostri.
waarin onze vaders U hebben geprezen.
|
Rorate cæli desuper, et nubes pluant Justum.
Dauwt, hemelen, uit den hoge, en laat de wolken de Rechtvaardige regenen.
3. Vide Domine afflictionem populi tui,
Zie, Heer, naar Uw gekweld volk
|
et mitte quem missurus es:
en zendt die U voornemens bent te zenden,
emitte Agnum dominatorem terræ,
zendt het Lam van de heerser der wereld,
|
de petra deserti ad montem filiæ Sion: ut auferat
vanuit Petra, door de woestijn naar de berg van de dochter van Sion,
ipse jugum captivitatis nostræ.
opdat Hij zelf wegdrage het juk van onze gevangenschap.
|
Rorate cæli desuper, et nubes pluant Justum.
Dauwt, hemelen, uit den hoge, en laat de wolken de Rechtvaardige regenen. ■
|
Moge de Heer in deze adventstijd ons helpen om de wegan de Heer te bereiden!
Gods zegen! ■
|
|