Zondag
8 december 2024
tweede zondag van de Advent (C) ■
|
Intredelied:
1. Het is weer zover, het is weer advent
kijk hoe `t eerste kaarsje brandt
een vuurtje dat loopt, dat maakt ons bekend
licht zal er komen, licht in `t land
Wat een geluk en zing het maar luid:
lichtje ga nimmer, ga nimmer meer uit
|
2. Het is weer zover, het is weer advent
wacht `s de tweede kaars gaat aan
een lied over licht, een lied dat je kent
laat het maar horen, hef het maar aan
Wat een geluk en zing het maar luid:
lichtje ga nimmer, ga nimmer meer uit ■
|
Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd, alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■
|
Heer ontferm U:
Heer, ontferm U,Heer, ontferm U over ons,over ons
Heer, ontferm U,Heer, ontferm U over ons,over ons
Christus, ontferm U,Christus, ontferm U over ons,over ons
Christus, ontferm U,Christus, ontferm U over ons,over ons
Heer, ontferm U,Heer, ontferm U over ons,over ons
|
Heer, ontferm U,Heer, ontferm U over ons,over ons ■
|
Eerste lezing:
Uit de profeet Baruch (Bar. 5,1-9)
Jeruzalem, leg uw kleed van rouw en ellende af;
en bekleed u voor immer met Gods heerlijke schoonheid.
Sla de mantel van Gods gerechtigheid om,
zet op uw hoofd de schitterende kroon van de Eeuwige.
|
Want God wil uw luister laten zien overal op aarde.
Voor eeuwig geeft God u de naam:
“Vrede door gerechtigheid”
en
“Glorie door vroomheid”.
Op, Jeruzalem, ga op de hoogte staan en kijk uit naar het oosten:
daar zijn uw kinderen weer samen
op het woord van de Heilige,
van zonsopgang tot zonsondergang.
|
Zij zijn blij nu God weer aan hen denkt.
Te voet gingen zij van u heen,
weggesleept door de vijand,
maar eervol brengt God hen terug,
gedragen als op een koningstroon.
God beval alle hoge bergen en eeuwige heuvels te slechten
en de dalen op te vullen, zodat het hele land
een effen vlakte wordt
|
en Israël veilig optrekt onder de glorie van God.
Ook de bossen en alle geurige bomen
geven schaduw aan Israël op Gods bevel.
Want God leidt het jubelende Israël
in zijn heerlijk licht;
met zijn barmhartigheid zal Hij hen omgeven
én met zijn gerechtigheid.
|
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Tussenzang:
De noche iremos, de noche,
`s nachts gaan wij, `s nachts
que para encontrar la fuente
om de bron te vinden
sólo la sed nos alumbra.
enkel de dorst verlicht ons.
sólo la sed nos alumbra.
enkel de dorst verlicht ons. ■
|
Tweede lezing:
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Christenen van Filippi (Fil. 1,3-6.8-11)
Broeders en zusters,
Ik dank mijn God telkens als ik u gedenk
altijd, bij al mijn gebeden voor u allen.
En ik verricht mijn gebed met
|
blijdschap,
omdat gij van de eerste dag tot nu toe
uw deel hebt bijgedragen tot de prediking van het evangelie.
Ik ben er zeker van, dat Hij die het goede werk in u begonnen is
het zal voltooien tegen de dag van Christus Jezus.
God weet hoe vurig ik naar u allen verlang,
|
met de innigheid van Christus Jezus zelf.
En dit is mijn bede:
moge uw liefde steeds rijker worden aan inzicht en fijngevoeligheid,
om te kunnen onderscheiden waar het op aankomt.
Dan zult gij op de dag van Christus
ongerept en onberispelijk zijn,
verzadigd met de vrucht der gerechtigheid
|
die komt van Jezus Christus, tot eer en lof van God.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Tussenzang (2):
Wait for the Lord, whose day is near.
Wait for the Lord: keep watch, take heart! ■
|
Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas (Lc. 3,1-6)
Het gebeurde
in het vijftiende regeringsjaar van keizer Tiberius:
Pontius Pilatus was landvoogd van Judea;
Herodes gouverneur van Galilea;
|
zijn broer Filippus gouverneur van het gewest Iturea
en Trachonitis
en Lysanias gouverneur van Abilene;
Annas en Kajafas bekleedden het hogepriesterschap.
Toen kwam het woord van God over Johannes,
zoon van Zacharias
die in de woestijn verbleef.
Hij begon op te treden in heel de
|
Jordaanstreek
en een doopsel van bekering te preken
tot vergeving van zonden,
volgens de profetie
die geschreven staat in het boek van Jesaja:
Een stem roept in de woestijn
bereidt de weg van de Heer,
maakt zijn paden recht.
Elk dal moet gevuld
|
elke berg of heuvel geslecht worden;
de kronkelpaden moeten recht,
de ruwe wegen effen worden.
Heel de mensheid zal Gods redding zien.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in één God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is.
En in één Heer, Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God vóór alle tijden geboren uit de Vader.
God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God, geboren, niet geschapen, één in wezen met de
|
Vader, en door wie alles geschapen is.
Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald.
Hij heeft het vlees aangenomen door de heilige Geest uit de maagd Maria en is mens geworden.
Hij werd voor ons gekruisigd, Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is begraven.
|
Hij is verrezen op de derde dag, volgens de Schriften. Hij is opgevaren ten hemel: zit aan de rechterhand van de Vader.
Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden en aan Zijn rijk komt geen einde.
Ik geloof in de heilige Geest die Heer is en het leven geeft, die voortkomt uit de Vader en de Zoon;
die met de Vader en de Zoon
|
tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten.
Ik geloof in de ene, heilige katholieke en apostolische Kerk.
Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden.
Ik verwacht de opstanding van de doden en het leven van het komend rijk. Amen. ■
|
Voorbede:
- dat alle Christenen zich in deze adventstijd mogen bezinnen over de ware betekenis van hun leven en dat zij zo de weg naar de Heer mogen vinden. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat onze wereld mag ontwaken uit zijn oppervlakkigheid en de echte waarden van het leven mag vinden. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat Gods Heilige Geest ons mag helpen om hier in onze parochie samen te werken aan de komst van het Rijk Gods. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. ■
|
Offerandelied:
Rorate cæli desuper, et nubes pluant Justum.
Dauwt, hemelen, uit den hoge, en laat de wolken de Rechtvaardige regenen.
1. Ne irascaris Domine, ne ultra memineris iniquitatis:
Wees niet boos, Heer, herinner u niet langer de zonden.
|
ecce civitas Sancti facta est deserta:
Zie de Heilige Steden zijn een woestenij geworden,
Sion deserta facta est: Jerusalem desolata est:
Sion is een woestenij geworden, Jeruzalem is verlaten,
domus sanctificationis tuæ et gloriæ tuæ,
Uw heilig en Uw heerlijk huis
|
ubi laudaverunt te patres nostri.
waarin onze vaders U hebben geprezen.
Rorate cæli desuper, et nubes pluant Justum.
Dauwt, hemelen, uit den hoge, en laat de wolken de Rechtvaardige regenen.
2. Peccavimus, et facti sumus tamquam immundus nos,
Wij hebben gezondigd, en wij zijn geworden als vuil
|
et cecidimus quasi folium universi:
en wij allen vallen af als een blad
et iniquitates nostræ quasi ventus abstulerunt nos:
en onze zonden voeren ons weg als de wind.
abscondisti faciem tuam a nobis,
U heeft Uw aangezicht voor ons verborgen
et allisisti nos in manu iniquitatis nostræ.
en U heeft ons te gronde gericht door onze zonden.
|
Rorate cæli desuper, et nubes pluant Justum.
Dauwt, hemelen, uit den hoge, en laat de wolken de Rechtvaardige regenen. ■
|
Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■
|
Heilig:
1. Holy, holy, holy, holy is the Lord,
Holy, holy, holy, Lord, God sabaoth.
God of all creation, Lord of heav`n and earth,
Praise and adoration, your glory is our mirth.
2. Holy, holy, holy, holy is the Lord,
Holy, holy, holy, Lord, God sabaoth.
Blessed He who cometh in the name
|
of the Lord,
Hosanna in the highest, holy is the Lord. ■
|
Acclamatie:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. ■
|
Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
|
maar verlos ons van het kwade. ■
|
Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■
|
Lam Gods:
Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt, geef ons Uw vrede. ■
|
Communielied:
1. Jezus, open mijn oren
Leer mij Uw stem te verstaan
leer mij uw woorden te horen
Te weten waar ik moet gaan
Om Uw licht te verspreiden
Uw naam te belijden
Leer mij uw stem te verstaan
2. Jezus, open mijn ogen
Leer mij de mensen te zien
|
Zoals U ze ziet uit de hoge
U bent de Heer die ik dien
Om Uw liefde te geven
Aan wie met mij leven
Leer mij de mensen te zien
3. Jezus, ik open mijn handen
Leer mij een zegen te zijn
Maak mij een hulp voor de anderen
Die leven met honger en pijn
Om aan wie U niet kennen
|
Genezing te brengen
Leer mij een zegen te zijn ■
|
Communielied (2):
1. Wanneer U komt, O lieve Heer
al is het middernacht
het lichtje van verlangen brandt
U komt niet onverwacht
2. Wij gaan U haastig tegemoet
de deur staat op een kier
wij brengen U de vredegroet
en zingen van plezier
|
3. Wij zingen van Uw koninkrijk
wij zingen als een kind
De koning zijn wij dan te rijk
omdat het feest begint
4. Het lichtje van verlangen brandt
een droom die niet verteert
Het lichtje van verlangen brandt
totdat U wederkeert ■
|
Moge de Heer in deze adventstijd ons helpen om de wegen de Heer te bereiden!
Vrijdag a.s. is er geen ochterdmis vw. de uitvaart om 10:30 u. in deze kerk. ■
|
|