`k Heb gehoord van een stad boven wolken
1. `k Heb gehoord van een stad boven wolken.
boven aardse benevelde landen.
`k Heb gehoord van de zonlichte stranden.
En ook eens, is daarboven mijn thuis.
Halleluja mijn ziel moet dat zingen.
Halleluja, ik reis naar die stad toe.
Ook al is hier mijn weg soms vermoeiend.
Maar het gaat naar omhoog en naar huis.
2. `k Heb gehoord van een stad zonder tranen.
zonder nood, zonder angst, zonder strijden.
Waar ik nooit meer van ziekte zal lijden.
En ik weet dat ik eens daar zal zijn.
Halleluja daar juichen wij allen.
Halleluja en twijfel verdwijnt daar.
Daar ik nooit meer zal struik`len of vallen.
Ik ben thuis, ik ben thuis bij mijn Heer.
3. `k Heb gehoord van de sneeuwwitt` gewaden
en van gouden, ja schetterende kronen.
`k Heb gehoord: Gods geslacht zal daar wonen.
en ook eens, is mijn wens daar te zijn.
halleluja `t doet mijn geest verheugen.
`k Hoor gezangen van hemelse vreugden.
Die onttrekt mij van al aardse banden
en ook eens is mijn wens daar te zijn.
|