Liturgie:Lied 0027

Uit Parwiki

De nacht loopt ten einde

De nacht loopt ten einde
De dag komt naderbij


1. Het volk dat woont in duisternis
zal weten wie zijn Heiland is
Onverwacht komt van heinde en ver
de Mensenzoon, de Morgenster
<Refrein>

2. Tekens aan sterren, zon en maan
hoe zal de aarde dat bestaan
Zo spreekt de Heer: verheft u vrij
want uw verlossing is nabij
<Refrein>

3. Wanneer de zee bespringt uw land
en slaat u `t leven uit de hand
weet in uw angst en stervenspijn
uw dood zal niet voor eeuwig zijn
<Refrein>

4. Ziet naar de boom, die leeg en naakt
in weer en wind te schudden staat;
de lente komt, een twijg ontspruit,
zijn oude takken lopen uit.
<Refrein>

5. Een twijgje, weerloos en ontdaan,
zonder gestalte, zonder naam.
Maar wie gelooft verstaat het wel.
Dat twijgje heet: Emmanuel.
<Refrein>

6. Die naam zal ons ten leven zijn.
Een zoon zal ons gegeven zijn.
Opent uw poorten metterdaad
dat uw Verlosser binnengaat.
<Refrein>