Die Himmel rühmen
1. Die Himmel rühmen des Ewigen Ehre,
De hemelen prijzen de roem van de Eeuwige
Ihr Schall pflanzt seinen Namen fort.
hun geluid verkondigt zijn Naam.
Ihn rühmt der Erdkreis, ihn preisen die Meere,
Hem roemen de aarde, hem prijzen de zeeën
Vernimm, o Mensch, ihr göttlich Wort!
Hoor, o mens, hun goddelijke boodschap.
2. Wer trägt der Himmel unzählbare Sterne?
Wie draagt de ontelbare sterren van de hemel?
Wer führt die Sonn` aus ihrem Zelt?
Wie leidt de zon uit haar tent?
Sie kommt und leuchtet und lacht uns von ferne,
zij komt en straatl en lacht ons toe van verre,
Und läuft den Weg gleich wie ein Held.
en vervolgt haar weg zoals een held.
|
