Liturgie:Lied 1336

Uit Parwiki

God onze Heer, die in de hemel zijt (Ps. 8)


1. God onze Heer, die in de hemel zijt:
Uw Naam weerklinkt over geheel de aarde.
In kindermond hebt Gij Uw lof bereid,
het zwijgen opgelegd aan die U haten.
God onze Heer, die in de hemel zijt:
Uw Naam weerklinkt over geheel de aarde.
(Alleluia, alleluia)


2. Ik zie de hemel, vaardig door Uw hand
met maan en sterren overeind geheven:
Wat is de mens, dat hij U aanbelangt,
wat heeft U tot een mensenkind gedreven?
<Refrein>

3. In Gods aanwezigheid werd hij gesteld,
met heerlijkheid gekroond, met macht omhangen:
als Uw beheerder werd hij aangesteld,
als hoeder bij de werken van Uw handen.
<Refrein>

4. Schapen en runderen in groot getal
als Uw geschenken liggen aan zijn voeten:
de vogels in de lucht, en in zee al
wat door haar straten trekt in lange stoeten.
<Refrein>