Jahwehs volk trekt langs de wijde wegen
Jahwehs volk trekt langs de wijde wegen,
pelgrimerend eeuwenlang op reis
Zingend van een oud en ver verleden,
heimwee naar het paradijs
1. Maar hun weg lijkt wel een woestijn
en hun voeten branden vermoeid
Zou hun tocht dan eindeloos zijn
Stelt de Heer Zijn volk op de proef
<Refrein>
2. Niemand die verhongeren kan
want het manna is hen tot spijs
En zo voedt God zelf hen met kracht
Hij verlicht de moeizame reis
<Refrein>
3. Als een hert dat smacht naar de bron
smacht het volk naar Christus de rots
waaruit levend water ontsprong
Wie het drinkt lest eeuwige dorst
<Refrein>
4. In de verte schittert het land
van het volk dat eeuwen reeds trekt
Zie de Vader wenkt met Zijn hand
en Zijn feestmaal staat al gedekt
<Refrein>
|