Victimæ Paschali laudes
Victimæ paschali laudes, immolent Christiani.
Laten wij het paasoffer loven, geslacht voor de Christenen.
Agnus redemit oves: Christus innocens Patri reconciliavit peccatores.
`t Lam verloste de schapen: Christus, de onschuldige, heeft de zondaars met de Vader verzoend.
Mors et vita duello conflixere mirando:
Een wonderlijk duel om te zien als dood en leven vechten,
dux vitæ mortuus, regnat vivus.
de gestorven prins van het leven, heerst nu levend.
Dic nobis Maria, quid vidisti in via?
Zeg ons Maria, wat hebt gij onderweg gezien?
Sepulcrum Christi viventis, et gloriam vidi resurgentis;
Ik zag het graf van de levende Christus en de glorie van de verrezene,
Angelicos testes, sudarium, et vestes.
de engelen die getuigen, de zweetdoek en de kleren.
Surrexit Christus spes mea: præcedet suos in Galileam.
Christus mijn hoop is verrezen, Hij gaat de zijnen voor naar Galilea.
Scimus Christum surrexisse a mortuis vere:
Wij weten dat Christus werkelijk uit de doden is opgestaan
tu nobis, victor Rex, miserere. Amen. Alleluia.
Gij, koning, overwinnaar, ontferm U over ons. Amen. Alleluia.
|