Gij zijt voorbijgegaan
1. Gij zijt voorbijgegaan,
een steekvlam in de nacht.
De vonken van Uw naam
zijn ogen in ons hart.
In flarden hangt Uw woord
om onze wereld heen,
wij leven in U voort,
wij zijn met U bekleed
2. Gij zijt voorbijgegaan,
een voetspoor in de zee.
Gij zijt te ver gegaan,
Gij zijt een mens te veel.
Gij zijt voorgoed, Gij zijt
verborgen in uw God.
Geen stilte spreekt U uit,
ondenkbaar is uw dood.
3. Gij zijt voorbijgegaan,
een vreemd bekend gezicht,
een stuk van ons bestaan,
een vriend, een spoor van licht.
Uw licht is in mijn bloed,
mijn lichaam is Uw dag,
Ik hoop U tegemoet
zolang ik leven mag.
|