De Heer stijgt op omhoog
1. De Heer stijgt op omhoog,
de Geest daalt neer omlaag:
de Heer die huiswaarts toog,
zendt ons op onze vraag.
De Geest die Hem vervangt
en die de helper wordt;
alwie de Geest verlangt,
hem wordt Hij ingestort.
2. De Heer gaat van ons heen,
maar laat ons niet verweesd;
Hij laat ons niet alleen,
blijft bij ons in zijn Geest.
De Geest blijft in de Kerk
ziel en herinnering,
waarborg voor Christus` werk
die naar de hemel ging.
3. Heer Jezus, Koningszoon,
en Koning door uw Bloed;
bestijgt uw Koningstroon
in glorie nu voorgoed;
en geeft met milde hand
aan wie om uw Naam lijdt,
uw Geest als onderpand,
de Geest van heerlijkheid.
|