Wij begroeten U, Maria vol genade (NL-FR)
((NL))Wij begroeten U, Maria vol genade.
Stralend als de zon, een hemelkoningin.
Sterren zijn uw kroon en de maan is u een troon.
U draagt de Dageraad: door u geeft God zijn Zoon.
((FR))Nous te saluons, Ô toi Notre Dame,
Wij begroeten U, Maria vol genade.
Marie, vierge sainte que drape le soleil.
Stralend als de zon, een hemelkoningin.
Couronnée d`étoiles, la lune est sous tes pas.
Sterren zijn uw kroon en de maan is u een troon.
En toi nous est donnée L`aurore du salut
U draagt de Dageraad: door u geeft God zijn Zoon.
1. Nieuwe Eva, Maria, bron van vreugde voor God.
U heeft Jezus gedragen, de Redder die verlost.
U ontsluit ons de poorten van het aartsparadijs.
ga ons voor op de weg, Maria, Morgenster.
<Refrein>
2. Trouwe moeder Maria, toen uw Zoon voor ons leed,
zag uw blik in vertrouwen zijn kruis dat leven geeft,
zag u hoe uit de zijde van uw stervende Zoon,
bloed en water bevrijdt van zonde en van dood.
<Refrein>
3. Troost en vreugde van Eva, die de hemel verblijdt,
en de scharen der eng`len in schoonheid overstijgt,
troost en vreugde der mensen, u ontving in uw schoot
God, het levende Woord, Maria, bron van hoop.
<Refrein>
4. Hart, bewaard voor de zonden, dochter, moeder en maagd,
die in ziel en in lichaam de hemel binnengaat.
Koningin van de wereld, koningin van `t heelal,
die haar kinderen eens bij God ontvangen zal.
<Refrein>
5. Marie Eve nouvelle et joie de ton Seigneur
Nieuwe Eva, Maria, bron van vreugde voor God.
Tu as donné naissance à Jésus le Sauveur.
U heeft Jezus gedragen, de Redder die verlost.
Par toi nous sont ouvertes les portes du jardin
U ontsluit ons de poorten van het aartsparadijs.
Guide-nous en chemin, Etoile du Matin
ga ons voor op de weg, Maria, Morgenster.
<Refrein>
6. Tu es restée fidèle, mère au pied de la croix.
Trouwe moeder Maria, toen uw Zoon voor ons leed,
Soutiens notre espérance et garde notre foi.
zag uw blik in vertrouwen zijn kruis dat leven geeft,
Du côté de ton fils, tu as puisé pour nous
zag u hoe uit de zijde van uw stervende Zoon,
L`eau et le sang versés qui sauvent du péché.
bloed en water bevrijdt van zonde en van dood.
<Refrein>
7. Quelle fut la joie d`Eve lorsque tu es montée,
Troost en vreugde van Eva, die de hemel verblijdt,
Plus haut que tous les anges, plus haut que les nuées,
en de scharen der eng`len in schoonheid overstijgt,
Et quelle est notre joie, douce Vierge Marie
troost en vreugde der mensen, u ontving in uw schoot
De contempler en Toi la promesse de vie.
God, het levende Woord, Maria, bron van hoop
<Refrein>
8. Ô Vierge immaculée, préservée du péché,
Hart, bewaard voor de zonden, dochter, moeder en maagd,
En ton âme, en ton corps, tu entres dans les cieux.
die in ziel en in lichaam de hemel binnengaat.
Emportée dans la gloire, Sainte reine des cieux,
Koningin van de wereld, koningin van `t heelal,
Tu nous accueilleras un jour auprès de Dieu.
die haar kinderen eens bij God ontvangen zal.
<Refrein>
|