Opslag:Pr 2024-04-07om11.00 Mariakerk

Uit Parwiki
Zondag

7 april 2024


tweede zondag van Pasen (B)
(Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid) ■

Intredelied:
1. O Surrexit Christus, Alleluia
O cantate Domino, Alleluia.

2. O The Lord is risen, Alleluia
O Sing out and praise the Lord, Alleluia ■


Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd, alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■


Heer ontferm U:
Kyrie eleison.
Heer, ontferm U.
Kyrie eleison.
Heer, ontferm U.


Eer aan God:
Eer aan God in de hoge
en vrede op aarde aan mensen waar Hij van houdt
Wij prijzen U
Wij zegenen U
Wij aanbidden U
Wij verheerlijken U
Wij danken U voor Uw grote heerlijkheid
Heer God hemelse koning, God

almachtige Vader
Heer God, Jezus Christus, Enige Zoon van God
Heer God, Lam van God, Zoon van de Vader,
Die de zonden van de wereld wegneemt,
ontferm U over ons
Die de zonden van de wereld wegneemt,
aanvaard ons gebed

Die zit aan de rechterhand van de Vader,
ontferm U over ons
Want U alleen bent heilig
U alleen de Heer
U alleen de hoogste Jezus Christus
Met de Heilige Geest, in de heerlijkheid van God. Amen. Amen.


Eerste lezing:
Uit de Handelingen van de Apostelen (Hand. 4,32-35)

De menigte die het geloof had aangenomen
was één van hart en één van ziel
en er was niemand die iets van zijn bezittingen
zijn eigendom noemde,
integendeel, zij bezaten alles

gemeenschappelijk.
Met kracht en klem legden de apostelen getuigenis af
van de verrijzenis van de Heer Jezus
en rijke genade rustte op hen allen.
Er was geen enkele noodlijdende onder hen,
omdat allen die landerijen of huizen bezaten
deze verkochten en de opbrengst ervan meebrachten

om aan de voeten van de apostelen neer te leggen.
Aan ieder werd daarvan uitgedeeld naar zijn behoefte.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang:
1. Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta.
Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt.
Uw woord is het pad, de weg waarop ik ga,
zolang U mij adem geeft, zolang als ik besta.
Ik zal niet meer vrezen, want U bent bij mij.

Heer, ik bid U, blijf mij nabij.

2. `k Geloof in U, Heer Jezus, geboren uit de maagd,
eeuw`ge Zoon van God, die mens werd zoals wij.
U die stierf uit liefde, leeft nu onder ons:
één met God de Vader en verenigd met uw volk;
tot de dag gekomen is van uw

wederkomst,
dan brengt U ons thuis in Gods rijk.

3. Heer, U bent mijn kracht, de Rots waarop ik bouw.
Heer, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart.
En niets in dit leven zal ons scheiden, Heer;
zo weet ik mij veilig, want uw hand laat mij nooit los.

Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd
en in uw vergeving leef ik nu.

4. Vader van het leven, ik geloof in U.
Jezus, de Verlosser, wij hopen steeds op U.
Kom hier in ons midden, Geest van liefd` en kracht,
U die via duizend wegen ons hier samen brengt;

en op duizend wegen zendt U ons weer uit,
om het zaad te zijn van Gods rijk.

5. Wierzę w Ciebie Panie coś, mnie obmył win,
Ik geloof in U Heer, die mijn schulden hebt vergeven
Wierzę, że człowiekiem stał się Boży Syn
Ik geloof dat Gods Zoon mens geworden is

Miłość Ci kazała krzyż na plecy brać,
De liefde gebood U om het kruis te dragen
W tabernakulum zostałeś aby z nami trwać
In het tabernakel wilt u onder ons verblijven
Jesteś przewodnikiem nam do wieczności bram
U bent onze gids naar de poort van de eeuwigheid
Tam przygarniesz nas do siebie.
Daar zult U zelf ons omhelzen.

6. Tyś jest moim życiem, boś Ty żywy Bóg,
U bent mijn leven, want U bent de levende God.
Tyś jest moją drogą, najpiękniejszą z dróg.
U bent mijn weg, de allermooiste weg.
To jest moją prawdą, co oświeca mnie,
Het is de waarheid die mij verlicht

Boś odwiecznym Synem Ojca, który wszystko wie.
U bent de eeuwige Zoon van de Vader, die alles weet.
Nic mnie nie zatrwoży już wśród najcięższych burz,
Niets zal mij deren in de zwaarste stormen
Bo Ty Panie jesteś ze mną.
want U Heer bent bij mij.

7. Tyś jest moją siłą, w Tobie moja moc,
U bent mijn kracht, in U vindt ik mijn sterkte
Tyś jest mym pokojem w najburzliwszą noc,
U bent mijn rustplaats in de onweersnacht,
Tyś jest mym ratunkiem, gdy zagraża los,
U bent mijn redding, als mijn leven bedreigd wordt

Moją słabą ludzką rękę ujmij w swoją dłoń.
Neem mijn zwakke mensenhand in uw hand.
Z Tobą przejdę poprzez świat w ciągu życia lat
Met U samen ga ik heel mijn leven door deze wereld
I nic złego mnie nie spotka.
Niets slechts zal mijn overkomen.

8. Tobie Boże miłość, wiarę swoją dam.
Voor U Heer is mijn liefde, U geef ik mijn geloof
W Tobie Synu Boży ufność swoją mam.
In U, Zoon van God, stel ik mijn vertrouwen.
Duchu Święty Boże w serce moje zstąp
Heilige Geest, kom in mijn hart

I miłości Bożej ziarno rzuć w me serce w głąb.
Goddelijke liefde, zaai het graan in mijn hart.
W duszy mojej rozpal żar, siedmioraki dar,
Ontsteek het vuur in mijn ziel, de zevenvoudige gave
Daj mi stać się Bożą rolą.
Laat mij doen wat God van me wil.


Tweede lezing:
Uit de eerste brief van de heilige apostel Johannes (1 Joh. 5,1-6)

Vrienden,
Iedereen die gelooft dat Jezus de verlosser is
is een kind van God.
Welnu, wie de vader liefheeft bemint ook het kind.
Willen wij God liefhebben en zijn

geboden onderhouden
dan moeten wij ook Gods kinderen liefhebben.
Dat is onze maatstaf.
God beminnen wil zeggen zijn geboden onderhouden
en zijn geboden zijn niet moeilijk te onderhouden
want ieder die uit God geboren is
overwint de wereld.
En het wapen waarmee wij de

wereld overwinnen
is geen ander dan ons geloof.
Niemand kan de wereld overwinnen dan hij die gelooft
dat Jezus de Zoon van God is.
Hij is het die gekomen is met water en bloed,
Jezus Christus.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang (2):
Cristo è risorto veramente, alleluia!
Christus is werkelijk verrezen, alleluia!
Gesù, il vivente, qui con noi resterà.
Jezus, de levende, blijft bij ons.
Cristo Gesù, Cristo Gesù è il Signore della vita.
Chrisus Jezus, Christus Jezus is de Heer van het leven.

1. Morte, dov`è la tua vittoria? Paura non mi puoi far più.
Dood, waar is je overwinning? Je kan me niet meer bang maken.
Se sulla croce io morirò insieme a lui, poi insieme a lui risorgerò.
Als ik op het kruis samen met hem sterf, dan zal ik samen met hem verrijzen.
Cristo è risorto veramente, alleluia!
Christus is werkelijk verrezen, alleluia!

Gesù, il vivente, qui con noi resterà.
Jezus, de levende, blijft bij ons.
Cristo Gesù, Cristo Gesù è il Signore della vita.
Chrisus Jezus, Christus Jezus is de Heer van het leven.

2. Tu, Signore, amante della vita, mi hai creato per l`eternità.
Gij Heer, die van het leven houdt, hebt mij geschapen voor de eeuwigheid.

La vita mia tu dal sepolcro strapperai, con questo mio corpo ti vedrò.
Mijn leven zult gij aan het graf ontrukken, met dit lichaam zal ik U zien.
Cristo è risorto veramente, alleluia!
Christus is werkelijk verrezen, alleluia!
Gesù, il vivente, qui con noi resterà.
Jezus, de levende, blijft bij ons.

Cristo Gesù, Cristo Gesù è il Signore della vita.
Chrisus Jezus, Christus Jezus is de Heer van het leven.

3. Tu mi hai donato la tua vita, io voglio donar la mia a te.
Gij hebt mij uw leven gegeven, ik wil mijn leven aan u schenken.

Fa che possa dire: “Cristo vive anche in me” e quel giorno io risorgerò.
Zorg dat ik kan zeggen: “Christus leeft ook in mij”, en die dag zal ik verrijzen.
Cristo è risorto veramente, alleluia!
Christus is werkelijk verrezen, alleluia!
Gesù, il vivente, qui con noi resterà.
Jezus, de levende, blijft bij ons.
Cristo Gesù, Cristo Gesù è il Signore della vita.
Chrisus Jezus, Christus Jezus is de Heer van het leven.


Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes (Joh. 20,19-31)

Op de avond van de eerste dag van de week,
toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen
gesloten waren uit vrees voor de Joden,

kwam Jezus binnen,
ging in hun midden staan en zei:
Vrede zij u.
Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde.
De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen.
Nogmaals zei Jezus tot hen:
Vrede zij u.
Zoals de Vader Mij gezonden heeft zo zend Ik u.

Na deze woorden blies Hij over hen en zei:
Ontvangt de heilige Geest.
Als gij iemand zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven,
en als gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.

Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd,
was echter niet bij hen toen Jezus kwam.

De andere leerlingen vertelden hem:
Wij hebben de Heer gezien.
Maar hij antwoordde:
Zolang ik in zijn handen niet het teken van de nagelen zie,
en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken,
en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik zeker niet geloven.

Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen,

en nu was Tomas er bij.
Hoewel de deuren gesloten waren kwam Jezus binnen,
ging in hun midden staan en zei:
Vrede zij u.
Vervolgens zei Hij tot Tomas:
Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen.
Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde
en wees niet langer ongelovig maar

gelovig.
Toen riep Tomas uit:
Mijn Heer en mijn God!
Toen zei Jezus tot hem:
Omdat ge Mij gezien hebt gelooft ge?
Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.

In het bijzijn van zijn leerlingen
heeft Jezus nog vele andere tekenen gedaan

die niet in dit boek zijn opgetekend,
maar deze hier zijn opgetekend opdat gij moogt geloven
dat Jezus de Christus is, de Zoon van God,
en opdat gij door te geloven
leven moogt in zijn Naam.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in één God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is.
En in één Heer, Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God vóór alle tijden geboren uit de Vader.
God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God, geboren, niet geschapen, één in wezen met de

Vader, en door wie alles geschapen is.
Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald.
Hij heeft het vlees aangenomen door de heilige Geest uit de maagd Maria en is mens geworden.
Hij werd voor ons gekruisigd, Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is begraven.

Hij is verrezen op de derde dag, volgens de Schriften. Hij is opgevaren ten hemel: zit aan de rechterhand van de Vader.
Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden en aan Zijn rijk komt geen einde.
Ik geloof in de heilige Geest die Heer is en het leven geeft, die voortkomt uit de Vader en de Zoon;
die met de Vader en de Zoon

tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten.
Ik geloof in de ene, heilige katholieke en apostolische Kerk.
Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden.
Ik verwacht de opstanding van de doden en het leven van het komend rijk. Amen.


Voorbede:
- dat alle Christenen net zoals de apostel Thomas mogen geloven in de verrijzenis van de Heer. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat alle volkeren mogen leren om met mekaar in vrede en eendracht te leven. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat wij allen trouw mogen zijn aan de boodschap van Jezus en dat wij zo een goed voorbeeld voor de wereld mogen zijn. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.


Offerandelied:
1. Panis angelicus fit panis hominum;
Brood van de engelen wordt het brood van mensen;
dat panis cælicus figuris terminum:
Het brood van de hemel maakt een einde aan de schaduwen;
o res mirabilis, manducat Dominum
O, groot wonder dienaren,
pauper, servus, et humilis.
arm en nederig nuttigen hun Heer.

2. Te, trina Deitas unaque, poscimus,
U, God, drievuldig en één zie, wij bidden U
sic nos tu visita, sicut te colimus:
Kom ons zo bezoeken zoals wij U vereren,
per tuas semitas duc nos quo tendimus:
leid ons langs Uw weg waarheen wij willen gaan
ad lucem quam inhabitas. Amen.
naar het licht dat Uw woning is. Amen.


Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■


Heilig:
1. Holy, holy, holy, holy is the Lord,
Holy, holy, holy, Lord, God sabaoth.
God of all creation, Lord of heav`n and earth,
Praise and adoration, your glory is our mirth.

2. Holy, holy, holy, holy is the Lord,
Holy, holy, holy, Lord, God sabaoth.
Blessed He who cometh in the name

of the Lord,
Hosanna in the highest, holy is the Lord. ■


Acclamatie:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. ■


Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving

maar verlos ons van het kwade. ■


Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■


Lam Gods:
Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt, geef ons Uw vrede. ■


Communielied:
Pie Jesu, Pie Jesu,
Barmhartige Jezus, Barmhartige Jezus,
Pie Jesu, Pie Jesu,
Barmhartige Jezus, Barmhartige Jezus,
Qui tollis peccata mundi;
Die de zonden van de wereld wegneemt;
Dona eis requiem,
Geef hen de rust,
Dona eis requiem.
Geef hen de rust.

Pie Jesu, Pie Jesu,
Barmhartige Jezus, Barmhartige Jezus,
Pie Jesu, Pie Jesu,
Barmhartige Jezus, Barmhartige Jezus,
Qui tollis peccata mundi;
Die de zonden van de wereld wegneemt;
Dona eis requiem,
Geef hen de rust,
Dona eis requiem.
Geef hen de rust.
Agnus Dei, Agnus Dei,
Lam Gods, Lam Gods,

Agnus Dei, Agnus Dei,
Lam Gods, Lam Gods,
Qui tollis peccata mundi;
Die de zonden van de wereld wegneemt;
Dona eis requiem,
Geef hen de rust,
Dona eis requiem.
Geef hen de rust.
Sempiternam, sempiternam requiem.
De eeuwige, eeuwige rust.


Communielied (2):
Christe Salvator, Filius Patris, dona nobis pacem.
Christus Redder, Zoon van de Vader, geef ons vrede.


Gods zegen in deze paastijd!