Opslag:Pr 2024-06-30om11.00 Mariakerk

Uit Parwiki
Zondag

30 juni 2024


13de zondag door het jaar (B) ■

Intredelied:
Ja is ja, nee is nee
beloofd is beloofd
Jezus wil je helpen
als jij in Hem gelooft (2x)


1. Hij is een God van liefde
Hij houdt heel veel van jou
Hij zal je nooit verlaten
Want Hij is altijd trouw
Ja is ja, nee is nee

beloofd is beloofd
Jezus wil je helpen
als jij in Hem gelooft (2x)


2. Ook wij moeten dit leren
Om altijd trouw te zijn
En doen wat we beloven
Dat geldt voor groot en klein
Ja is ja, nee is nee
beloofd is beloofd
Jezus wil je helpen

als jij in Hem gelooft (2x)


Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd, alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■


Heer ontferm U:
Heer, ontferm U,Heer, ontferm U over ons,over ons
Heer, ontferm U,Heer, ontferm U over ons,over ons
Christus, ontferm U,Christus, ontferm U over ons,over ons
Christus, ontferm U,Christus, ontferm U over ons,over ons
Heer, ontferm U,Heer, ontferm U over ons,over ons

Heer, ontferm U,Heer, ontferm U over ons,over ons


Eer aan God:
1. Eert God die onze Vader is
weest allen welgemoed
Looft Hem gij zult in vrede zijn
aanbidt al wat Hij doet
U Heer komt alle leven toe
en wie of waar Gij zijt
U is de macht, U zingen wij:
dank voor Uw heerlijkheid

2. Lam Gods, dat onze zonden draagt

neem deze lofzang aan
Gedenk ons in Uw koninkrijk
want Jezus is Uw naam
Gij die voor ons ten beste spreekt
Messias, onze Heer
O, eengeboren Zoon van God
kom haastig tot ons weer ■


Eerste lezing:
Uit het boek Wijsheid (Wijsh. 1,13-15;2,23-24)

Niet God heeft de dood gemaakt
en Hij schept geen behagen in de ondergang van de levenden.
Hij toch heeft alles geschapen om te leven:
gezond zijn de schepselen der aarde,
geen dodelijk vergif wordt in hun

gevonden
en de onderwereld heeft geen macht op aarde,
want de gerechtigheid is onsterfelijk!
God heeft immers de mens geschapen voor de onsterfelijkheid,
Hij heeft hem gemaakt tot een afspiegeling van zijn eigen Wezen.
Maar door de afgunst van de duivel kwam de dood in de wereld.
Zo spreekt de Heer.

Wij danken God.


Tussenzang:
1. Take, o take me as I am.
Summon out what I shall be.
Set your seal upon my heart
and live in me.

2. Neem mij aan zoals ik ben.
Zuiver uit wie ik zal zijn.
Druk uw zegel op mijn ziel
en leef in mij. ■


Tweede lezing:
Uit de tweede brief van de heilige apostel Paulus aan de Christenen van Korinte (2 Kor. 8,7.9.13.15)

Broeders en zusters,
Gij munt reeds in zoveel opzichten uit:
in geloof, welsprekendheid, wetenschap,
in ijver op alle gebied,

in uw liefde voor ons;
laat dan ook dit liefdewerk uitmuntend slagen!
Want de liefdedaad van onze Heer Jezus Christus
hoef ik u niet in herinnering te brengen:
hoe Hij om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was,
opdat gij rijk zoudt worden door zijn armoede.

Het is niet de bedoeling
dat gij door anderen te ondersteunen uzelf in verlegenheid brengt.
Er moet een zeker evenwicht tot stand komen.
Zo ontstaat het evenwicht waarvan de Schrift spreekt:
Hij die veel had verzameld,
had niet te veel,
en hij die weinig had verzameld
kwam toch niet te kort.

Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang (2):
1. Onze Heer, Hij is machtig in Zijn kracht.
Hij heerst over ons vandaag.
Vanuit de hemel leidt Hij ons in Zijn Liefde voort.

2. Nasz Pan jest potężny, w mocy Swej
Króluje nad nami dziś
Z Nieba rządzi
W mocy miłości, mądrości Swej ■


Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus (Mc. 5,21-43)

In die tijd, toen Jezus weer met de boot overgestoken was
stroomde veel volk bij Hem samen.
Terwijl Hij zich aan de oever van het meer bevond
kwam er een zekere Jaïrus, de

overste van de synagoge.
Toen hij Hem zag viel hij Hem te voet
en smeekte Hem met aandrang:
Mijn dochtertje kan elk ogenblik sterven,
kom toch haar de handen opleggen
opdat ze mag genezen en leven.

Jezus ging met hem mee.
Een dichte menigte vergezelde Hem
en drong van alle kanten op.
Er was een vrouw bij die al twaalf

jaar aan bloedvloeiing leed.
Zij had veel te verduren gehad van een hele reeks dokters
en haar gehele vermogen uitgegeven,
maar zonder er baat bij te vinden;
integendeel, het was nog erger met haar geworden.
Omdat zij over Jezus gehoord had
drong zij zich in de menigte naar voren

en raakte zijn mantel aan.
Want ze zei bij zichzelf:
Als ik slechts zijn kleren kan aanraken,
zal ik genezen zijn.

Terstond hield de bloeding op
en werd ze aan haar lichaam gewaar
dat ze van haar kwaal genezen was.
Op hetzelfde ogenblik was Jezus zich bewust
dat er een kracht van Hem was

uitgegaan;
Hij keerde zich te midden van de menigte om en vroeg:
Wie heeft mijn kleren aangeraakt?
Zijn leerlingen zeiden tot Hem:
Gij ziet dat de menigte van alle kanten opdringt
en Gij vraagt: Wie heeft Mij aangeraakt?

Maar Hij liet zijn blik rondgaan om te zien wie dat gedaan had.

Wetend wat er met haar gebeurd was
kwam de vrouw zich angstig en bevend voor Hem neerwerpen
en bekende Hem de hele waarheid.
Toen sprak Hij tot haar:
Dochter, uw geloof heeft u genezen.
Ga in vrede en wees van uw kwaal verlost.

Hij was nog niet uitgesproken of men kwam

uit het huis van de overste van de synagoge met de boodschap:
Uw dochter is gestorven.
Waartoe zoudt ge de Meester nog langer lastig vallen?

Jezus ving op wat er bericht werd
en zei tot de overste van de synagoge: “Wees niet bang, maar blijf geloven.
Hij liet niemand met zich meegaan
behalve Petrus, Jakobus en

Johannes, de broer van Jakobus.
Toen zij aan het huis van de overste kwamen
zag Hij het rouwmisbaar
van mensen die luid weenden en weeklaagden.
Hij ging naar binnen en zei tot hen:
Waarom dit misbaar en geween?
Het kind is niet gestorven maar slaapt.

Doch ze lachten Hem uit.

Maar Hij stuurde ze allemaal naar buiten en ging
met zijn metgezellen en de vader en moeder van het kind
het vertrek binnen waar het kind lag.
Hij pakte de hand van het kind en zei tot haar:
Talita koemi”;
wat vertaald betekent: Meisje, sta op.
Onmiddellijk stond het meisje op en

liep rond
want het was twaalf jaar.
En ze stonden stom van verbazing.
Hij legde hun nadrukkelijk op
dat niemand het te weten mocht komen,
en voegde eraan toe dat men haar te eten moest geven.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in één God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is.
En in één Heer, Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God vóór alle tijden geboren uit de Vader.
God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God, geboren, niet geschapen, één in wezen met de

Vader, en door wie alles geschapen is.
Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald.
Hij heeft het vlees aangenomen door de heilige Geest uit de maagd Maria en is mens geworden.
Hij werd voor ons gekruisigd, Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is begraven.

Hij is verrezen op de derde dag, volgens de Schriften. Hij is opgevaren ten hemel: zit aan de rechterhand van de Vader.
Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden en aan Zijn rijk komt geen einde.
Ik geloof in de heilige Geest die Heer is en het leven geeft, die voortkomt uit de Vader en de Zoon;
die met de Vader en de Zoon

tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten.
Ik geloof in de ene, heilige katholieke en apostolische Kerk.
Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden.
Ik verwacht de opstanding van de doden en het leven van het komend rijk. Amen.


Voorbede:
- dat alle Christenen de goedheid en mensenliefde van de Heer mogen uitstralen. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat het leven van ieder mens in deze wereld als een geschenk van God gezien mag worden. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat de komende vakantietijd voor ons allen een periode van rust en inkeer mag zijn. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.


Offerandelied:
1. Jezus, open mijn oren
Leer mij Uw stem te verstaan
leer mij uw woorden te horen
Te weten waar ik moet gaan
Om Uw licht te verspreiden
Uw naam te belijden
Leer mij uw stem te verstaan

2. Jezus, open mijn ogen
Leer mij de mensen te zien

Zoals U ze ziet uit de hoge
U bent de Heer die ik dien
Om Uw liefde te geven
Aan wie met mij leven
Leer mij de mensen te zien

3. Jezus, ik open mijn handen
Leer mij een zegen te zijn
Maak mij een hulp voor de anderen
Die leven met honger en pijn
Om aan wie U niet kennen

Genezing te brengen
Leer mij een zegen te zijn ■


Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■


Heilig:
Heilig, heilig, heilig is de Heer, aan Hem de glorie
die hemel en aarde vervult van Zijn Naam.
In alle eeuwen der eeuwen. ■


Acclamatie:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. ■


Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving

maar verlos ons van het kwade. ■


Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■


Lam Gods:
Lam Gods dat draagt de zondenlast van deze wereld, ontferm U over ons (2x)
Lam Gods dat draagt de zondenlast van deze wereld, geef ons Uw vrede ■


Communielied:
1. Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta.
Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt.
Uw woord is het pad, de weg waarop ik ga,
zolang U mij adem geeft, zolang als ik besta.
Ik zal niet meer vrezen, want U bent bij mij.

Heer, ik bid U, blijf mij nabij.

2. `k Geloof in U, Heer Jezus, geboren uit de maagd,
eeuw`ge Zoon van God, die mens werd zoals wij.
U die stierf uit liefde, leeft nu onder ons:
één met God de Vader en verenigd met uw volk;
tot de dag gekomen is van uw

wederkomst,
dan brengt U ons thuis in Gods rijk.

3. Heer, U bent mijn kracht, de Rots waarop ik bouw.
Heer, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart.
En niets in dit leven zal ons scheiden, Heer;
zo weet ik mij veilig, want uw hand laat mij nooit los.

Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd
en in uw vergeving leef ik nu.

4. Vader van het leven, ik geloof in U.
Jezus, de Verlosser, wij hopen steeds op U.
Kom hier in ons midden, Geest van liefd` en kracht,
U die via duizend wegen ons hier samen brengt;

en op duizend wegen zendt U ons weer uit,
om het zaad te zijn van Gods rijk.

5. Wierzę w Ciebie Panie coś, mnie obmył win,
Ik geloof in U Heer, die mijn schulden hebt vergeven
Wierzę, że człowiekiem stał się Boży Syn
Ik geloof dat Gods Zoon mens geworden is

Miłość Ci kazała krzyż na plecy brać,
De liefde gebood U om het kruis te dragen
W tabernakulum zostałeś aby z nami trwać
In het tabernakel wilt u onder ons verblijven
Jesteś przewodnikiem nam do wieczności bram
U bent onze gids naar de poort van de eeuwigheid
Tam przygarniesz nas do siebie.
Daar zult U zelf ons omhelzen.

6. Tyś jest moim życiem, boś Ty żywy Bóg,
U bent mijn leven, want U bent de levende God.
Tyś jest moją drogą, najpiękniejszą z dróg.
U bent mijn weg, de allermooiste weg.
To jest moją prawdą, co oświeca mnie,
Het is de waarheid die mij verlicht

Boś odwiecznym Synem Ojca, który wszystko wie.
U bent de eeuwige Zoon van de Vader, die alles weet.
Nic mnie nie zatrwoży już wśród najcięższych burz,
Niets zal mij deren in de zwaarste stormen
Bo Ty Panie jesteś ze mną.
want U Heer bent bij mij.

7. Tyś jest moją siłą, w Tobie moja moc,
U bent mijn kracht, in U vindt ik mijn sterkte
Tyś jest mym pokojem w najburzliwszą noc,
U bent mijn rustplaats in de onweersnacht,
Tyś jest mym ratunkiem, gdy zagraża los,
U bent mijn redding, als mijn leven bedreigd wordt

Moją słabą ludzką rękę ujmij w swoją dłoń.
Neem mijn zwakke mensenhand in uw hand.
Z Tobą przejdę poprzez świat w ciągu życia lat
Met U samen ga ik heel mijn leven door deze wereld
I nic złego mnie nie spotka.
Niets slechts zal mijn overkomen.

8. Tobie Boże miłość, wiarę swoją dam.
Voor U Heer is mijn liefde, U geef ik mijn geloof
W Tobie Synu Boży ufność swoją mam.
In U, Zoon van God, stel ik mijn vertrouwen.
Duchu Święty Boże w serce moje zstąp
Heilige Geest, kom in mijn hart

I miłości Bożej ziarno rzuć w me serce w głąb.
Goddelijke liefde, zaai het graan in mijn hart.
W duszy mojej rozpal żar, siedmioraki dar,
Ontsteek het vuur in mijn ziel, de zevenvoudige gave
Daj mi stać się Bożą rolą.
Laat mij doen wat God van me wil.


Communielied (2):
1. Lieve Jezus van de kribbe, lieve Jezus van het kruis
deze dag wil ik U bidden: breng uw zegen bij ons thuis:
bij mijn broertjes en mijn zusjes en bij onze pap en mam,
opa, oma, neven, nichten, ooms en tantes waar`t maar kan.

2. En de buren en de vrienden en de

hele wereld, God!
Laat uw Moeder hen toch zeggen dat U deelt in ieders lot.
Dat ze zich mogen verheugen over uw aanwezigheid
in de ziel die juicht van vreugde, maar ook in de ziel die lijdt.

3. Lieve Jezus van het altaar, lieve Jezus Brood en Wijn,
help ons om zoals Maria echt een

kind van God te zijn:
Om te doen wat Hij zou willen en te danken, altijd maar;
om de Vader te aanbidden en te houden van elkaar. ■


Mogen ook wij zoals Jaïrus en de zieke vrouw vol vertrouwen tot de Heer gaan!