Opslag:Pr 2024-09-21om18.00 St. Jozefkerk

Uit Parwiki
Zaterdag

21 september 2024


Vooravond van de 25ste zondag door het jaar (B) ■

Intredelied:
1. God die ons heeft voorzien
en kent bij onze naam
Die ons ten leven riep
en houdt in het bestaan
Hij heeft ons voorbestemd
te lijken op Zijn Zoon
Die mens is zoals wij
en in ons midden woont

2. Hij heeft Zijn eigen Zoon
geen enkel leed bespaard
Hij heeft ten einde toe
Zijn Geest geopenbaard
Als God zo voor ons is
wie zal dan tegen zijn
Al wat ons overkomt
zal hoop en zegen zijn

3. Wie zal ons scheiden

ooit
van God ons goed en bloed
Geen toekomst en geen dood
bedreigt ons meer voorgoed
Genadig en getrouw
wil Hij mijn vrede zijn
Geen mens die Hem weerhoudt

om onze God te zijn ■


Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd,

alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■


Heer ontferm U:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.


Eer aan God:
Eer aan God in den hoge, en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft.
Wij loven U.
Wij prijzen en aanbidden U.
Wij verheerlijken U en zeggen U dank voor Uw grote heerlijkheid.
Heer God, hemelse Koning,

God, Almachtige Vader,
Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus;
Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader,
Gij, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons;
Gij, die wegneemt de zonden der wereld,

aanvaard ons gebed;
Gij, die zit aan de rechterhand van de Vader; ontferm U over ons.
Want Gij alleen zijt de Heilige.
Gij alleen de Heer.
Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus.
Met de Heilige Geest, in de

heerlijkheid van God de Vader. Amen.


Eerste lezing:
Uit het boek Wijsheid (Wijsh. 2,12.17-20)

De ongelovigen zeggen:
Wij willen de vrome belagen;
want hij is ons een ergernis,
en is een aanklacht tegen

onze lauwheid.
Hij beschuldigt ons
dat wij de wet niet onderhouden;
en verwijt ons onze tuchteloosheid.
Laat ons eens zien of zijn woorden wel waar zijn
en nemen we als proef op de som

wat er gebeurt bij zijn dood.
Want als de rechtvaardige een zoon van God is,
zal God hem te hulp komen
en hem bevrijden uit de greep van zijn vijand.
Onderwerpen we hem aan een smadelijke proef
om met foltering te

achterhalen hoe zachtmoedig hij is
en om ons te overtuigen van zijn verdraagzaamheid.
Laten we hem veroordelen tot een schandelijke dood;
naar eigen zeggen geniet hij immers bijzondere bescherming.

Zo spreekt de Heer.

Wij danken God.


Tussenzang:
1. De Heer, uw God, zult gij beminnen
met heel uw hart en uw verstand;
met heel uw ziel u aan Hem binden.
Leg al uw krachten in Gods hand.

2. Van alle woorden en geboden,
die Christus ons heeft toevertrouwd,
is dit het eerste der geboden
waarop een mens zijn leven bouwt.

3. Uw naaste zult gij

steeds beminnen,
zoals gij van u zelve houdt;
breng dit gebod u nu te binnen;
het strekt u tot uw lijfsbehoud. ■


Tweede lezing:
Uit de brief van de heilige apostel Jakobus (Jak. 3,16-4,3)

Broeders en zusters,
Waar naijver en eerzucht heersen,
daar treft men ook onrust aan

en allerlei minderwaardige praktijken.
De wijsheid van omhoog is vóór alles rein,
maar ook vredelievend, vriendelijk,
altijd voor rede vatbaar,
rijk aan barmhartigheid en vruchten van goede daden,
onpartijdig en oprecht.

Gerechtigheid is een vrucht van de vrede
en slechts wie de vrede nastreven zullen haar oogsten.
Waar komen bij u die vechtpartijen en ruzies vandaan?
Toch alleen van uw eigen hartstochten

die u niet met rust laten?
Gij begeert dingen die gij niet kunt krijgen.
Gij moordt en benijdt
en gij kunt uw doel niet bereiken.
Dan gaat gij vechten en strijden.
Gij hebt niets
omdat gij niet bidt.

En als gij bidt krijgt ge het niet omdat gij verkeerd bidt,
met de bedoeling namelijk
om wat ge krijgt uit te geven voor uw boze lusten.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang (2):
1. De eersten zijn de laatsten,
wie nakomt gaat voorop,
zij moeten zich niet haasten,
die leven van de hoop.

8.De eersten zijn de laatsten,

wie nakomt gaat voorop!
Kiest dan de goede plaatsen
en geeft uw hart aan God. ■


Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus (Mc. 9,30-37)

In die tijd gingen Jezus en zijn leerlingen weg van de berg
en trokken Galilea door;
maar Hij wilde niet dat

iemand het te weten kwam,
want Hij was bezig zijn leerlingen te onderrichten.
Hij zei hun:
De Mensenzoon wordt overgeleverd in de handen der mensen
en ze zullen Hem doden;
maar drie dagen na zijn

dood zal Hij weer opstaan.
Zij begrepen die woorden wel niet
maar schrokken ervoor terug Hem te ondervragen.
Zij kwamen in Kafarnaüm
en, eenmaal thuis, ondervroeg Hij hen:
Waar hebt ge onderweg over getwist?

Maar zij zwegen, want ze hadden onderweg
een woordenwisseling gehad over de vraag
wie de grootste was.
Toen zette Hij zich neer,
riep de twaalf bij zich en zei tot hen:
Als iemand de eerste wil zijn,

zal hij de laatste van allen moeten wezen
en de dienaar van allen.

Hij nam een kind en zette het in hun midden;
Hij omarmde het en sprak tot hen:
Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam
neemt Mij op; en wie Mij

opneemt
neemt niet Mij op, maar Hem die Mij gezonden heeft.

Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in God de almachtige Vader,
schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de Maagd

Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus
is gekruisigd, gestorven en begraven,
die nedergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden,
die opgestegen is ten

hemel,
zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;
vandaar zal Hij komen oordelen
de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest:
de heilige katholieke Kerk,
de gemeenschap van de

heiligen,
de vergeving van de zonden,
de verrijzenis van het lichaam,
en het eeuwig leven.
Amen. ■


Voorbede:
- dat alle mensen die op zoek zijn naar de betekenis van hun leven de weg naar de Heer mogen vinden. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat er in onze wereld een einde mag komen aan alle lijden en verdriet van onschuldige mensen. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- voor ieder van ons en voor onze hele parochie, dat wij mogen leven op een manier die de Heer welgevallig is. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.


Offerandelied:
1. Zingt jubilate voor de Heer,
hemel en aarde looft uw Vader
heiligen, engelen, mens en dier
sterren en stenen; jubilate.

2. Zingt jubilate, dat is

goed
vogels en vissen licht en water
bloemen en bomen, vlees en bloed
lichaam en ziel zingt: jubilate.

3. Zingt jubilate voor de Zoon,

dat Hij de hemel heeft verlaten
dat Hij de zonden heeft verzoend.
Jezus Messias, jubilate! ■


Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■


Heilig:
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten!
Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge!
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren
Hosanna in den hoge! ■


Acclamatie:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. ■


Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze

schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade. ■


Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■


Lam Gods:
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede ■


Uitnodiging:
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spréék en ik zal gezond worden. ■


Communielied:
1. Bekleedt u met de nieuwe mens
en houdt u naar de Heer gewend,
maakt u gereed en blaakt van vuur,
verwacht Zijn uur.

5. O broeders, zusters van

de Heer:
geeft aan de boze plaats noch eer,
maar arbeidt liever voor het brood
en deelt in nood. ■


Moge de Heer ons opnemen als Zijn kinderen!