Zondag
10 november 2024
32ste zondag door het jaar (B) ■
|
Intredelied:
1. Joyful, joyful, we adore Thee,
God of glory, Lord of love;
Hearts unfold like flowers before Thee,
Praising Thee, their sun above.
Melt the clouds of sin and sadness;
Drive the dark of doubt away;
Giver of immortal gladness,
Fill us with the light of day!
|
2. All Thy works with joy surround Thee,
Earth and heaven reflect Thy rays,
Stars and angels sing around Thee,
Center of unbroken praise:
Field and forest, vale and mountain,
Blooming meadow, flashing sea,
Chanting bird and flowing fountain
Call us to rejoice in Thee.
3. Thou art giving and forgiving,
|
Ever blessing, ever blest,
Well -spring of the joy of living,
Ocean -depth of happy rest!
Thou our Father, Christ our brother,
All who live in love are Thine:
Teach us how to love each other,
Lift us to the joy divine.
4. Mortals, join the mighty chorus,
Which the morning stars began;
Father -love is reigning o`er us,
|
Brother -love binds man to man.
Ever singing march we onward,
Victors in the midst of strife,
Joyful music leads us sunward
In the triumph song of life. ■
|
Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd, alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■
|
Heer ontferm U:
Heer, ontferm U,Heer, ontferm U over ons,over ons
Heer, ontferm U,Heer, ontferm U over ons,over ons
Christus, ontferm U,Christus, ontferm U over ons,over ons
Christus, ontferm U,Christus, ontferm U over ons,over ons
Heer, ontferm U,Heer, ontferm U over ons,over ons
|
Heer, ontferm U,Heer, ontferm U over ons,over ons ■
|
Eer aan God:
1. Eert God die onze Vader is
weest allen welgemoed
Looft Hem gij zult in vrede zijn
aanbidt al wat Hij doet
U Heer komt alle leven toe
en wie of waar Gij zijt
U is de macht, U zingen wij:
dank voor Uw heerlijkheid
2. Lam Gods, dat onze zonden draagt
|
neem deze lofzang aan
Gedenk ons in Uw koninkrijk
want Jezus is Uw naam
Gij die voor ons ten beste spreekt
Messias, onze Heer
O, eengeboren Zoon van God
kom haastig tot ons weer ■
|
Eerste lezing:
Uit het eerste boek Koningen (1 Kon. 17,10-16)
In die dagen stond de profeet Elia op
en vertrok naar Sarefat.
Toen hij bij de stadspoort kwam
was daar een weduwe hout aan het sprokkelen.
Hij riep tot haar:
“Wees zo goed en haal voor mij in uw
|
kruik een beetje water;
ik zou graag wat drinken.”
Toen zij het ging halen riep hij haar na:
“Wees zo goed en breng ook een stuk brood mee.”
Zij antwoordde:
“Zowaar de Heer uw God leeft, ik heb geen brood meer;
alleen nog maar een handvol meel in de pot
|
en een beetje olie in de kruik.
Ik sprokkel nu wat hout en ga dadelijk naar huis
om voor mij en mijn zoon voor het laatst eten klaar te maken;
daarna wacht ons de dood.”
Elia antwoordde:
“Vrees niet,
ga naar huis en doe wat u van plan bent
maar maak van het meel en de olie
|
eerst een broodje voor mij en breng mij dat;
voor uzelf en uw zoon kunt u daarna zorgen.
Want zo zegt de Heer, de God van Israël:
De pot met meel raakt niet leeg
en de kruik met olie niet uitgeput
totdat de Heer het weer laat regenen.”
Toen ging zij heen en deed wat Elia
|
gezegd had
en dag aan dag hadden zij te eten, zij en haar gezin.
De pot met meel raakte niet leeg
en de kruik met olie niet uitgeput
naar het woord dat de Heer gesproken had door Elia.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Tussenzang:
1. Ga maar gerust naar Jezus toe,
als jij verdrietig bent.
Hij zelf heeft hier op aarde ook
verdriet en pijn gekend.
Ga maar gerust naar Jezus toe,
al is ook alles mis.
Je kunt zo met Hem praten,
vertel Hem wat er is.
2. Ga maar gerust naar Jezus toe,
|
als jij je eenzaam voelt.
Hij zelf is vaak alleen geweest,
Hij weet wat jij bedoelt.
Ga maar gerust naar Jezus toe
en zeg Hem wat er scheelt.
Hij vindt het fijn als jij met Hem
gewoon je zorgen deelt. ■
|
Tweede lezing:
Uit de brief aan de Hebreeën (Hebr. 9,24-28)
Broeders en zusters,
Christus is niet het heiligdom binnengegaan dat
-door mensenhanden gemaakt -
slechts een symbool is van het waarachtige heiligdom;
Hij is de hemel zelf binnengegaan om
|
er nu
voor onze zaak bij God present te zijn.
Ook hoeft Hij zich daar niet telkens opnieuw te offeren,
terwijl de hogepriester, jaar in jaar uit
het allerheiligste binnengaat, met bloed dat niet het zijne is.
Anders had Christus meerdere malen moeten lijden,
|
vanaf het begin van de wereld;
maar in feite is Hij slechts éénmaal verschenen,
op het hoogtepunt van de geschiedenis
om door zijn offer de zonden te delgen.
Het is het lot van de mens éénmaal te sterven
en daarna komt het oordeel;
zo is ook Christus éénmaal geofferd
|
omdat Hij de zonden van allen op zich had genomen;
als Hij een tweede maal verschijnt zal het zijn
los van de zonde,
om heil te brengen aan allen die naar Hem uitzien.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Tussenzang (2):
Wait for the Lord, whose day is near.
Wait for the Lord: keep watch, take heart! ■
|
Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus (Mc. 12,38-44)
In die tijd gaf Jezus bij zijn onderricht ook deze waarschuwing:
“Wacht u voor de schriftgeleerden,
die graag in lange gewaden rondlopen,
die zich laten groeten op de markt,
|
belust zijn op de voornaamste zetels in de synagogen
en op de ereplaatsen bij de maaltijden,
maar die de huizen der weduwen opslokken
terwijl ze voor de schijn lange gebeden verrichten;
over deze mensen zal een strenger vonnis worden uitgesproken.”
Hij ging tegenover de offerkist zitten
|
en keek toe, hoe het volk koperstukken daarin wierp
terwijl menige rijke er veel in liet vallen.
Er kwam ook een arme weduwe
die er twee penningen, ter waarde van een cent in wierp.
Hij riep nu zijn leerlingen bij zich en sprak:
“Voorwaar, Ik zeg u:
die arme weduwe heeft het meest
|
geofferd van allen
die iets in de offerkist wierpen;
allen wierpen ze er iets in van hun overvloed
maar zij offerde van haar armoe al wat ze bezat,
alles waar ze van leven moest.”
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in één God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is.
En in één Heer, Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God vóór alle tijden geboren uit de Vader.
God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God, geboren, niet geschapen, één in wezen met de
|
Vader, en door wie alles geschapen is.
Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald.
Hij heeft het vlees aangenomen door de heilige Geest uit de maagd Maria en is mens geworden.
Hij werd voor ons gekruisigd, Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is begraven.
|
Hij is verrezen op de derde dag, volgens de Schriften. Hij is opgevaren ten hemel: zit aan de rechterhand van de Vader.
Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden en aan Zijn rijk komt geen einde.
Ik geloof in de heilige Geest die Heer is en het leven geeft, die voortkomt uit de Vader en de Zoon;
die met de Vader en de Zoon
|
tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten.
Ik geloof in de ene, heilige katholieke en apostolische Kerk.
Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden.
Ik verwacht de opstanding van de doden en het leven van het komend rijk. Amen. ■
|
Voorbede:
- dat alle Christenen het beste van zichzelf geven in dienst van God en van hun medemensen. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat alle mensen zich bewust mogen worden van het feit dat de Heer ieder ogenblik met hen bezig is. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat alle eenzame en bedroefde mensen uit ons midden troost en bijstand mogen ervaren. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. ■
|
Offerandelied:
1. Er is zo weinig tijd, er zijn zo weinig dagen
Mijn hartje slaat maar enkele slagen
`t klopt onrustig en moede voort
zoekend tot het rust vindt in U, Heer
U neemt mij mee, naar de andere kant
achter U aan, ren ik naar de hemel
U neemt mij mee, naar de andere kant
|
achter U aan, ren ik naar de hemel
2. Het valt me niet meer zwaar nu ik weet
dat op `t eind U Heer op me wacht
Ook al zijn er vele moeilijke dagen
`k Kom steeds een dagje dichter bij de Hemel!
U neemt mij mee, naar de andere kant
achter U aan, ren ik naar de hemel
|
U neemt mij mee, naar de andere kant
achter U aan, ren ik naar de hemel
3. Tak jest mało czasu, mało dni
Er is zo weinig tijd, er zijn zo weinig dagen
Serce bije tylko kilka chwil
Mijn hartje slaat maar enkele slagen
Niespokojnie czeka, wierci się
`t zoekt onrustig en woelt rond
|
Kiedy w końcu Ty przytulisz je
tot uiteindeijk U zich erover ontfermt
Tak jest mało czasu, mało dni
Er is zo weinig tijd, er zijn zo weinig dagen
Serce bije tylko kilka chwil
Mijn hartje slaat maar enkele slagen
Nie wiem czy Cię poznam, ale wiem
Ik weet niet of ik U zal kennen, maar wel
Że na pewno Ty rozpoznasz mnie
dat U mij zeker herkent.
Zabierzesz mnie na drugi brzeg
Breng me naar de overkant
|
Za Tobą będę do nieba biegł
Achter u aan ren ik naar de hemel
Zabierzesz mnie na drugi brzeg
Breng me naar de overkant
Za Tobą będę do nieba biegł
Achter u aan ren ik naar de hemel
4. Nie jest wcale ciężko kiedy wiem
Het is helemaal niet zwaar als ik maar weet
Że na końcu drogi spotkam Cię
dat aan `t einde van de weg ik U ontmoet
|
Chociaż było tyle trudnych dni
Ook al waren er moeilijke dagen
Codzień bliżej nieba warto żyć
dagelijk dichter bij de hemel maakt het de moeite waard
Tak jest mało czasu, mało dni
Er is zo weinig tijd, er zijn zo weinig dagen
Serce bije tylko kilka chwil
Mijn hartje slaat maar enkele slagen
Nie wiem czy Cię poznam, ale wiem
Ik weet niet of ik U zal kennen, maar wel
|
Że na pewno Ty rozpoznasz mnie
dat U mij zeker herkent.
Zabierzesz mnie na drugi brzeg
Breng me naar de overkant
Za Tobą będę do nieba biegł
Achter u aan ren ik naar de hemel
Zabierzesz mnie na drugi brzeg
Breng me naar de overkant
Za Tobą będę do nieba biegł
Achter u aan ren ik naar de hemel
|
5. Mijają godziny, mija czas
De dagen gaan voorbij, de tijd vergaat
Szukam Cię na niebie pośród gwiazd
ik zoek U in de hemel tussen de sterren
Nie wiem czy Cię poznam, ale wiem
Ik weet niet of ik U zal kennen, maar wel
Że na pewno Ty rozpoznasz mnie
dat U mij zeker herkent.
Zabierzesz mnie na drugi brzeg
Breng me naar de overkant
|
Za Tobą będę do nieba biegł
Achter u aan ren ik naar de hemel
Zabierzesz mnie na drugi brzeg
Breng me naar de overkant
Za Tobą będę do nieba biegł
Achter u aan ren ik naar de hemel ■
|
Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■
|
Heilig:
Heilig, heilig, heilig is de Heer, aan Hem de glorie
die hemel en aarde vervult van Zijn Naam.
In alle eeuwen der eeuwen. ■
|
Acclamatie:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. ■
|
Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
|
maar verlos ons van het kwade. ■
|
Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■
|
Lam Gods:
Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons.
Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt, geef ons Uw vrede. ■
|
Communielied:
1. Heer, U bent mijn leven, de grond waarop ik sta.
Heer, U bent mijn weg, de waarheid die mij leidt.
Uw woord is het pad, de weg waarop ik ga,
zolang U mij adem geeft, zolang als ik besta.
Ik zal niet meer vrezen, want U bent bij mij.
|
Heer, ik bid U, blijf mij nabij.
2. `k Geloof in U, Heer Jezus, geboren uit de maagd,
eeuw`ge Zoon van God, die mens werd zoals wij.
U die stierf uit liefde, leeft nu onder ons:
één met God de Vader en verenigd met uw volk;
tot de dag gekomen is van uw
|
wederkomst,
dan brengt U ons thuis in Gods rijk.
3. Heer, U bent mijn kracht, de Rots waarop ik bouw.
Heer, U bent mijn waarheid, de vrede van mijn hart.
En niets in dit leven zal ons scheiden, Heer;
zo weet ik mij veilig, want uw hand laat mij nooit los.
|
Van wat ik misdaan heb, heeft U mij bevrijd
en in uw vergeving leef ik nu.
4. Vader van het leven, ik geloof in U.
Jezus, de Verlosser, wij hopen steeds op U.
Kom hier in ons midden, Geest van liefd` en kracht,
U die via duizend wegen ons hier samen brengt;
|
en op duizend wegen zendt U ons weer uit,
om het zaad te zijn van Gods rijk.
5. Wierzę w Ciebie Panie coś, mnie obmył win,
Ik geloof in U Heer, die mijn schulden hebt vergeven
Wierzę, że człowiekiem stał się Boży Syn
Ik geloof dat Gods Zoon mens geworden is
|
Miłość Ci kazała krzyż na plecy brać,
De liefde gebood U om het kruis te dragen
W tabernakulum zostałeś aby z nami trwać
In het tabernakel wilt u onder ons verblijven
Jesteś przewodnikiem nam do wieczności bram
U bent onze gids naar de poort van de eeuwigheid
Tam przygarniesz nas do siebie.
Daar zult U zelf ons omhelzen.
|
6. Tyś jest moim życiem, boś Ty żywy Bóg,
U bent mijn leven, want U bent de levende God.
Tyś jest moją drogą, najpiękniejszą z dróg.
U bent mijn weg, de allermooiste weg.
To jest moją prawdą, co oświeca mnie,
Het is de waarheid die mij verlicht
|
Boś odwiecznym Synem Ojca, który wszystko wie.
U bent de eeuwige Zoon van de Vader, die alles weet.
Nic mnie nie zatrwoży już wśród najcięższych burz,
Niets zal mij deren in de zwaarste stormen
Bo Ty Panie jesteś ze mną.
want U Heer bent bij mij.
|
7. Tyś jest moją siłą, w Tobie moja moc,
U bent mijn kracht, in U vindt ik mijn sterkte
Tyś jest mym pokojem w najburzliwszą noc,
U bent mijn rustplaats in de onweersnacht,
Tyś jest mym ratunkiem, gdy zagraża los,
U bent mijn redding, als mijn leven bedreigd wordt
|
Moją słabą ludzką rękę ujmij w swoją dłoń.
Neem mijn zwakke mensenhand in uw hand.
Z Tobą przejdę poprzez świat w ciągu życia lat
Met U samen ga ik heel mijn leven door deze wereld
I nic złego mnie nie spotka.
Niets slechts zal mijn overkomen.
|
8. Tobie Boże miłość, wiarę swoją dam.
Voor U Heer is mijn liefde, U geef ik mijn geloof
W Tobie Synu Boży ufność swoją mam.
In U, Zoon van God, stel ik mijn vertrouwen.
Duchu Święty Boże w serce moje zstąp
Heilige Geest, kom in mijn hart
|
I miłości Bożej ziarno rzuć w me serce w głąb. Goddelijke liefde, zaai het graan in mijn hart.
W duszy mojej rozpal żar, siedmioraki dar,
Ontsteek het vuur in mijn ziel, de zevenvoudige gave
Daj mi stać się Bożą rolą.
Laat mij doen wat God van me wil. ■
|
Communielied (2):
1. Lieve Jezus van de kribbe, lieve Jezus van het kruis
deze dag wil ik U bidden: breng uw zegen bij ons thuis:
bij mijn broertjes en mijn zusjes en bij onze pap en mam,
opa, oma, neven, nichten, ooms en tantes waar`t maar kan.
2. En de buren en de vrienden en de
|
hele wereld, God!
Laat uw Moeder hen toch zeggen dat U deelt in ieders lot.
Dat ze zich mogen verheugen over uw aanwezigheid
in de ziel die juicht van vreugde, maar ook in de ziel die lijdt.
3. Lieve Jezus van het altaar, lieve Jezus Brood en Wijn,
help ons om zoals Maria echt een
|
kind van God te zijn:
Om te doen wat Hij zou willen en te danken, altijd maar;
om de Vader te aanbidden en te houden van elkaar. ■
|
Moge de Heer ons helpen om Hem van harte lief te hebben! ■
|
|