Dinsdag
24 december 2024
Vooravond van Kerstmis, geboorte van de Heer, Hoogfeest ■
|
Intredelied:
1. Wij komen tezamen onder `t sterrenblinken
Een lied moet weerklinken voor Bethlehem
Christus geboren, zingen d`eng`lenkoren
Venite adoremus, venite adoremus,
venite adoremus Dominum.
|
3. Ook wij, uitverkoren, mogen U begroeten
en kussen Uw voeten Emmanuel
Wij willen geven hart en geest en leven.
Venite adoremus, venite adoremus,
venite adoremus Dominum. ■
|
Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd,
|
alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■
|
Heer ontferm U:
Kyrie eleison
Kyrie eleison
Kyrie eleison
Christe eleison
Christe eleison
Christe eleison
Kyrie eleison
Kyrie eleison
Kyrie eleison ■
|
Eer aan God:
1. Eer zij God in onze dagen,
eer zij God in deze tijd.
Mensen van het welbehagen
roept op aarde vrede uit.
Gloria in excelsis Deo
Gloria in excelsis Deo
|
2. Eer zij God die onze Vader
en die onze koning is
Eer zij God die op de aarde
naar ons toegekomen is
Gloria in excelsis Deo
Gloria in excelsis Deo
3. Lam van God, Gij hebt gedragen
|
alle schuld tot elke prijs,
Geef in onze levensdagen
peis en vreê, kyrieleis.
Gloria in excelsis Deo
Gloria in excelsis Deo ■
|
Eerste lezing:
Uit de profeet Jesaja (Jes. 62,1-5)
Omwille van Sion mag ik niet zwijgen,
terwille van Jeruzalem mij niet stilhouden.
Want als de zon, zal haar gerechtigheid stralen,
|
haar heil branden als een fakkel.
De volkeren zullen uw gerechtigheid aanschouwen,
alle koningen uw glorie zien
en men zal u een nieuwe naam geven,
een naam door de Heer
|
bedacht.
In de hand van de Heer zult gij een flonkerende kroon zijn,
in de hand van uw God een koninklijke diadeem.
Gij zult niet meer heten: “de Verlatene,”
uw land niet meer: “Woestenij“;
|
maar gij zult heten: “Mijn Welbehagen“,
uw land: “Gehuwde“;
Want in u heeft de Heer zijn behagen gesteld
en uw land wordt Hem ten huwelijk gegeven.
Zoals een jongen zijn meisje trouwt,
zal Hij die u opbouwt, u
|
trouwen;
en zoals een bruidegom zich verheugt in zijn bruid
zal uw God zich verheugen in u.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Tussenzang:
1. In den beginne was het Woord,
op aarde is zijn stem gehoord,
die spreken wil tot elk geslacht,
Hij werd geboren in de nacht.
|
2. Hij werd geboren in de nacht
die al het licht heeft voortgebracht,
aan zon en maan zijn teugel legt,
Hij is de Heer, Hij werd een knecht.
5. Dit licht dat in het
|
duister sliep
is God die ons bij name riep,
Hij roept totdat Hij wordt gehoord,
in den beginne was het woord. ■
|
Tweede lezing:
Uit de Handelingen van de Apostelen (Hand. 13,16-17.22-25)
Toen Paulus te Antiochië in Pisidië aankwam,
stond hij op in de synagoge,
wenkte met de hand en zei:
|
“Mannen van Israël en godvrezenden,
luistert.
De God van dit volk Israël heeft onze vaderen uitverkoren,
en het volk groot gemaakt tijdens het verblijf in Egypte,
en met machtige hand
|
daaruit weggevoerd.
Nadat Hij Saul verworpen had
verhief Hij David tot hun koning.
Van deze gaf Hij het getuigenis:
Ik heb David gevonden, de zoon van Isaï,
een man naar mijn hart
|
die mijn wil in alles zal volbrengen.
Uit diens nakomelingschap heeft God,
volgens belofte
voor Israël een Verlosser doen voortkomen,
Jezus;
nadat reeds Johannes vóór zijn optreden
|
een doopsel van bekering had gepredikt
aan heel het volk Israël.
Toen Johannes aan het einde van zijn loopbaan was zei hij:
Wat ge meent dat ik ben
ben ik niet;
maar na mij komt iemand
wiens schoeisel ik niet
|
waard ben los te maken.”
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Tussenzang (2):
Alleluja, allelluja.
Ik verkondig u een tijding van vreugde:
heden is u een Redder geboren,
Christus de Heer.
Alleluja, alleluja. ■
|
Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs (Mt. 1,18-25)
De geboorte van Jezus Christus vond plaats op deze wijze:
Toen zijn moeder Maria verloofd was met Jozef
|
bleek zij, voordat ze gingen samenwonen,
zwanger van de heilige Geest.
Omdat Jozef, haar man, rechtschapen was
en haar niet in opspraak wilde brengen,
dacht hij er over
in stilte van haar te
|
scheiden.
Terwijl hij dit overwoog,
verscheen hem in een droom een engel van de Heer die tot hem sprak:
“Jozef, zoon van David,
wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, tot u te nemen;
het kind in haar schoot is van de heilige Geest.
|
Zij zal een zoon ter wereld brengen
die gij Jezus moet noemen,
want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden.”
Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden
wat de Heer gesproken heeft door de profeet, die zegt:
|
Zie, de maagd zal zwanger worden
en een zoon ter wereld brengen,
en men zal Hem de naam Immanuël geven.”
Dat is in vertaling
God met ons.
Ontwaakt uit de slaap
deed Jozef zoals de engel
|
van de Heer hem bevolen had
en nam zijn vrouw tot zich.
Toch had hij geen gemeenschap met haar
totdat zij een zoon ter wereld bracht;
en hij noemde Hem Jezus.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in God de almachtige Vader,
schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de Maagd
|
Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus
is gekruisigd, gestorven en begraven,
die nedergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden,
die opgestegen is ten
|
hemel,
zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;
vandaar zal Hij komen oordelen
de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest:
de heilige katholieke Kerk,
de gemeenschap van de |-
|
heiligen,
de vergeving van de zonden,
de verrijzenis van het lichaam,
en het eeuwig leven.
Amen. ■
|
Voorbede:
- voor alle mensen die in Jezus geloven, dat zij op deze dag hun hart voor Hem mogen openstellen. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat alle mensenkinderen op aarde welkom mogen zijn. Dat hun leven beschermd wordt vanaf hun conceptie tot aan hun natuurlijke dood. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- voor allen die vannacht geen feest kunnen vieren omdat ze honger hebben, op de vlucht zijn, of ziek of bedroefd zijn. Dat God voor hen mag zorgen. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. ■
|
Offerandelied:
1. Stille Nacht, heilige Nacht!
Alles schläft, einsam wacht
Nur das traute hochheilige Paar
holder Knabe im lockigen Haar
Schlaf in himmlischer Ruh,
|
Schlaf in himmlischer Ruh.
2. Stille Nacht, heilige Nacht
Gottes Sohn, O wie lacht
Lieb` aus deinem göttlichen Mund
da uns schlägt die rettende Stund
Christ, in deiner Geburt.
|
Christ, in deiner Geburt,
3. Stille Nacht, heilige Nacht
Hirten erst kundgemacht
durch der Engel halleluja
schallt es laut von fern und nah
Christ, der Retter ist da,
Christ, der Retter ist da! ■
|
Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■
|
Heilig:
Sanctus, Sanctus, Sanctus Dominus Deus Sabaoth.
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten!
Pleni sunt cæli et terra gloria tua.
Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid.
|
Hosanna in excelsis.
Hosanna in den hoge!
Benedictus qui venit in nomine Domini.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in excelsis.
Hosanna in den hoge! ■
|
Acclamatie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■
|
Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze
|
schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade. ■
|
Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■
|
Lam Gods:
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: miserere nobis.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
|
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: miserere nobis.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
|
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: dona nobis pacem.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede ■
|
Uitnodiging:
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spréék en ik zal gezond worden. ■
|
Communielied:
1. De herdertjes lagen bij nachte,
zij lagen bij nacht in het veld.
Zij hielden vol trouwe de wachte
Zij hadden hun schaapjes geteld.
Daar hoorden zij d`engelen
|
zingen,
hun liederen vloeiend en klaar
De herders naar Bethlehem gingen,
`t liep tegen het nieuwe jaar
2. Toen zij er te Bethlehem kwamen
|
daar schoten drie stralen dooreen
een straal van omhoog zij vernamen
een straal uit het kribje beneên
Toen vlamd` er een straal uit hun ogen
en viel op het kindeke teer.
Zij stonden tot schreiens
|
bewogen
en knielden bij Jezus neer. ■
|
Onze Heer en God is mens geworden en ligt in een kribbe.
Moge Hij ons hart raken zodat wij Hem werkelijk kunnen volgen en dienen! ■
|
|