Zaterdag
18 januari 2025
Vooravond van de tweede zondag door het jaar (C) ■
|
Intredelied:
1. Zeven was voldoende, vijf en twee
Zeven was voldoende voor vijfduizend
op de heuvels langs de zee.
3. Zeven is voldoende toen en nu
Zeven is voldoende alle
|
dagen
van ons leven, dank zij U.
5. Want Gij zijt de eerste rond alom
Ja, Gij zijt de eerste en de laatste
kom, o Here Jezus kom! ■
|
Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd,
|
alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■
|
Heer ontferm U:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons. ■
|
Eer aan God:
Eer aan God in den hoge, en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft.
Wij loven U.
Wij prijzen en aanbidden U.
Wij verheerlijken U en zeggen U dank voor Uw grote heerlijkheid.
Heer God, hemelse Koning,
|
God, Almachtige Vader,
Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus;
Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader,
Gij, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons;
Gij, die wegneemt de zonden der wereld,
|
aanvaard ons gebed;
Gij, die zit aan de rechterhand van de Vader; ontferm U over ons.
Want Gij alleen zijt de Heilige.
Gij alleen de Heer.
Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus.
Met de Heilige Geest, in de
|
heerlijkheid van God de Vader. Amen. ■
|
Eerste lezing:
Uit de profeet Jesaja (Jes. 62,1-5)
Omwille van Sion mag ik niet zwijgen,
terwille van Jeruzalem mij niet stilhouden.
Want als de zon, zal haar gerechtigheid stralen,
|
haar heil branden als een fakkel.
De volkeren zullen uw gerechtigheid aanschouwen,
alle koningen uw glorie zien
en men zal u een nieuwe naam geven,
een naam door de Heer
|
bedacht.
In de hand van de Heer zult gij een flonkerende kroon zijn,
in de hand van uw God een koninklijke diadeem.
Gij zult niet meer heten: “de Verlatene,”
uw land niet meer: “Woestenij“;
|
maar gij zult heten: “Mijn Welbehagen“,
uw land: “Gehuwde“;
Want in u heeft de Heer zijn behagen gesteld
en uw land wordt Hem ten huwelijk gegeven.
Zoals een jongen zijn meisje trouwt,
zal Hij die u opbouwt, u
|
trouwen;
en zoals een bruidegom zich verheugt in zijn bruid
zal uw God zich verheugen in u.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Tussenzang:
1. Wanneer ik door de velden ga
en zon en hemel gadesla,
dan weet ik, Heer hoe groot Gij zijt,
en buig mij voor Uw majesteit
U zingt mijn ziel op blijde toon:
|
mijn God, Gij zijt oneindig schoon.
2. Gij tooit de feestelijke zon
gelijk een jonge bruidegom,
die als een reus zijn tocht begint
en alles met zijn gloed
|
doordringt
U zingt mijn ziel op blijde toon: mijn God, Gij zijt oneindig schoon. ■
|
Tweede lezing:
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de Christenen van Korinte (1 Kor. 12,4-11)
Er zijn verschillende gaven maar slechts één Geest.
Er zijn vele vormen van dienstverlening
|
maar slechts één Heer.
Er zijn allerlei soorten werk
maar er is slechts één God
die alles in allen tot stand brengt.
Maar aan ieder van ons
wordt de openbaring van de Geest meegedeeld
tot welzijn van allen.
Aan de een wordt door de
|
Geest een woord van wijsheid gegeven,
aan een ander een woord van kennis krachtens dezelfde Geest,
aan een derde door dezelfde Geest het geloof.
Aan weer anderen schenkt de ene Geest gaven
om ziekten te genezen, om
|
wonderen te doen,
de gave van profetie,
de onderscheiding van geesten, velerlei taal of de vertolking ervan.
Maar alles is het werk van een en dezelfde Geest,
die aan ieder zijn gaven uitdeelt zoals Hij het wil.
Zo spreekt de Heer.
|
Wij danken God. ■
|
Tussenzang (2):
1. Alles is bij God begonnen:
hemel, aarde, licht en tijd.
Wat wij kregen, wat wij wonnen
zij daarom aan Hem gewijd.
Alleluia! (6x)
|
4. Alles is van God gekregen:
schoonheid, aarde, licht en tijd
Hij die deelt verspreidt Gods zegen,
deelt in onvergank`lijkheid.
Alleluia! (6x) ■
|
Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes (Joh. 2,1-12)
In die tijd was er een bruiloft te Kana in Galilea,
waarbij de moeder van Jezus aanwezig was.
|
Jezus en zijn leerlingen
waren eveneens op die bruiloft uitgenodigd.
Toen de wijn opraakte
zei de moeder van Jezus tot Hem:
“Ze hebben geen wijn meer.”
Jezus zei tot haar:
“Vrouw, is dat soms uw
|
zaak?
Nog is mijn uur niet gekomen.”
Zijn moeder sprak tot de bedienden:
“Doet maar wat Hij u zeggen zal.”
Nu stonden daar volgens het reinigingsgebruik der Joden
|
zes stenen kruiken,
elk met een inhoud van ongeveer honderd liter.
Jezus zei hun:
“Doet die kruiken vol water.”
Zij vulden ze tot bovenaan toe.
Daarop zei Hij hun:
“Schept er nu wat uit
|
en brengt dat aan de tafelmeester.”
Dat deden ze.
De tafelmeester proefde van het water
dat in wijn veranderd was.
Hij wist niet waar die wijn vandaan kwam,
maar de bedienden die het water geschept hadden,
|
wisten het wel.
Zodra hij geproefd had
riep hij de bruidegom en zei hem:
“Iedereen zet eerst de goede wijn voor
en wanneer men eenmaal goed gedronken heeft de mindere.
U hebt de goede wijn tot
|
nu toe bewaard.”
Zo maakte Jezus te Kana in Galilea een begin met de tekenen
en openbaarde zijn heerlijkheid.
En zijn leerlingen geloofden in Hem.
Daarna daalde Hij af naar
|
Kafarnaüm,
Hijzelf en zijn moeder, de broeders en zijn leerlingen;
maar zij bleven daar slechts enkele dagen.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in God de almachtige Vader,
schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de Maagd
|
Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus
is gekruisigd, gestorven en begraven,
die nedergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden,
die opgestegen is ten
|
hemel,
zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;
vandaar zal Hij komen oordelen
de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest:
de heilige katholieke Kerk,
de gemeenschap van de
|
heiligen,
de vergeving van de zonden,
de verrijzenis van het lichaam,
en het eeuwig leven.
Amen. ■
|
Voorbede:
- dat alle Christenen zich bewust mogen zijn van hun uitverkiezing en dat zij de gaven die zij van God gekregen hebben goed mogen gebruiken. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat allen die verantwoordelijkheid dragen in deze wereld steeds het welzijn van hun medemensen voor ogen mogen hebben. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat wij de talenten die God ons gegeven heeft mogen ontdekken en ze ten dienste stellen van de opbouw van het Rijk Gods. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. ■
|
Offerandelied:
1. Zingt voor de Heer een nieuw gezang!
Hij laaft u heel uw leven lang
met water uit de harde steen,
het is vol wond`ren om u heen.
|
2. Hij gaat u voor in wolk en vuur;
gunt aan uw leven rust en duur
en geeft het zin en samenhang:
zingt dan de Heer een nieuw gezang! ■
|
Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■
|
Heilig:
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten!
Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge!
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren
Hosanna in den hoge! ■
|
Acclamatie:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. ■
|
Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze
|
schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade. ■
|
Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■
|
Lam Gods:
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede ■
|
Uitnodiging:
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spréék en ik zal gezond worden. ■
|
Communielied:
1. Dit is de dag die Gods goedheid aan ons heeft gegeven,
laat ons Hem danken, voor al wat Hij deed in ons leven.
Brengen wij dank, zingen wij dankbaar Hem toe:
Hij is de Heer van ons
|
leven.
2. Dit is de dag die voorgoed in ons hart staat geschreven,
dat deze dag ons geluk en genade mag geven,
want God is goed, liefdevol ziet Hij ons aan,
Hij zal Zijn volk niet
|
vergeten.
3. U, Heer, zij lof gebracht, U prijzen wij alle dagen.
omdat Gij luistert naar al wat wij hoopvol U vragen.
Brengen wij dank, dank aan de Vader, de Zoon
en aan de Heil`ge Geest. Amen. ■
|
Laten wij de opdracht van Maria ter harte nemen: Doet maar wat Hij u zeggen zal. ■
|
|