Zaterdag
25 januari 2025
Vooravond van de derde zondag door het jaar (C) ■
|
Intredelied:
1. Dit huis, gereinigd en versierd
waar Gods gemeente bruiloft viert,
staat voor de eredienst gereed,
wij komen hier in lief en leed.
|
2. In geest en waarheid bidden wij
dat Christus in ons midden zij.
Hem love al wat adem heeft.
Hem love wat op aarde leeft.
3. En laat eendrachtig
|
samenzijn
op ons gebed het amen zijn.
Kom haastig, Here Jezus, kom
en maak ons tot Uw heiligdom! ■
|
Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd,
|
alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■
|
Heer ontferm U:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons. ■
|
Eer aan God:
Eer aan God in den hoge, en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft.
Wij loven U.
Wij prijzen en aanbidden U.
Wij verheerlijken U en zeggen U dank voor Uw grote heerlijkheid.
Heer God, hemelse Koning,
|
God, Almachtige Vader,
Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus;
Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader,
Gij, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons;
Gij, die wegneemt de zonden der wereld,
|
aanvaard ons gebed;
Gij, die zit aan de rechterhand van de Vader; ontferm U over ons.
Want Gij alleen zijt de Heilige.
Gij alleen de Heer.
Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus.
Met de Heilige Geest, in de
|
heerlijkheid van God de Vader. Amen. ■
|
Eerste lezing:
Uit het boek Nehemia (Neh. 8,2-4a.5-6.8-10)
In die dagen bracht de priester Ezra, het boek van de wet
voor de vergadering van mannen en vrouwen
en van allen die de
|
voorlezing konden volgen.
Het was de eerste dag van de zevende maand.
Vanaf de dageraad tot de middag las Ezra voor uit het boek
op het plein voor de Waterpoort
ten aanhoren van mannen en vrouwen
|
en van allen die het konden volgen.
Het volk luisterde aandachtig
naar de voorlezing van het wetboek.
Ezra, de schriftgeleerde, ging op een houten verhoog staan
dat voor die gelegenheid
|
opgeslagen was.
Ten aanschouwe van heel het volk,
hij stak immers boven allen uit,
opende Ezra het boek.
Op dat ogenblik gingen allen staan.
Ezra prees de Heer, de grote God,
|
en heel het volk antwoordde:
“Amen, amen!”
De Levieten staken hun handen omhoog,
zij bogen het hoofd en zij aanbaden de Heer
met het gezicht tegen de grond.
Zij lazen uit het boek van
|
Gods wet,
legden het uit en verklaarden de betekenis,
zodat allen de lezing verstonden.
Vervolgens zeiden Nehemia, de landvoogd,
Ezra de priester en schriftgeleerde,
en de levieten die de uitleg
|
gaven tot heel het volk:
“Deze dag is aan de Heer, uw God, gewijd.
Gij moogt dus niet treurig zijn en niet wenen.”
Het hele volk was namelijk in tranen uitgebarsten
toen het de woorden van de wet hoorde.
En ze zeiden hun:
|
“Komt, gaat lekker eten en drinkt er zoete wijn bij
en deelt ervan mee aan wie niets heeft,
want deze dag is aan onze Heer gewijd.
Weest niet bedroefd,
maar de vreugde die de Heer u schenkt zij uw kracht.”
|
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Tussenzang:
1. Here Jezus, om uw woord zijn we hier bijeen gekomen.
Laat in `t hart dat naar U hoort uw genade binnenstromen.
Heilig ons, dat wij U geven hart en ziel en heel ons leven.
|
2. Ons gevoel en ons verstand zijn, o Heer, zo zonder klaarheid,
Als uw Geest de nacht niet bant, ons niet stelt in `t licht der waarheid.
`t Goede denken, doen en dichten moet Gij zelf in ons verrichten. ■
|
Tweede lezing:
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de Christenen van Korinte (1 Kor. 12,12-30)
Broeders en zusters,
Het menselijke lichaam
vormt met zijn vele ledematen één geheel;
|
alle ledematen, hoe vele ook, maken te zamen één lichaam uit.
Zo is het ook met de Christus.
Wij allen, Joden en Grieken, slaven en vrijen
zijn immers in de kracht van een en dezelfde Geest
door de doop één enkel
|
lichaam geworden
en allen werden wij gedrenkt met één Geest.
Een lichaam bestaat nu eenmaal niet uit één lid
maar uit vele leden.
Veronderstel dat de voet zegt:
“omdat ik geen hand ben behoor ik niet tot het
|
lichaam“,
behoort hij daarom niet tot het lichaam?
En veronderstel dat het oor zegt:
“omdat ik geen oog ben
behoor ik niet tot het lichaam“,
behoort het daarom niet tot het lichaam?
|
Als het hele lichaam oog was
waar bleef dan het gehoor?
Als het helemaal gehoor was waar bleef de reuk?
In werkelijkheid echter heeft God de ledematen en organen
elk afzonderlijk hun plaats in het lichaam aangewezen
|
zoals Hij het gewild heeft.
Als zij alle samen één lid vormden
waar bleef dan het lichaam?
In feite echter zijn er vele ledematen,
maar slechts één lichaam.
Het oog kan niet tot de hand zeggen:
|
“ik heb je niet nodig”
en evenmin het hoofd tot de voeten:
“ik heb je niet nodig.”
Nog sterker:
juist die delen van het lichaam die het zwakst schijnen te zijn
zijn onmisbaar.
En die wij beschouwen als
|
minder eerbaar
omgeven wij met grote eer.
Onze minder edele ledematen worden
met groter kiesheid behandeld,
de andere hebben dat niet nodig.
God heeft het lichaam zo samengesteld
|
dat Hij aan het mindere méér eer gaf,
opdat er in het lichaam geen verdeeldheid zou zijn
en de ledematen eendrachtig voor elkaar zouden zorgen.
Wanneer één lid lijdt
delen alle ledematen in het lijden; wordt één lid
|
geëerd,
alle delen in de vreugde.
Welnu, gij zijt het lichaam van Christus
en ieder van u is een lid van dit lichaam.
Nu heeft God in de kerk allerlei mensen aangestéld:
ten eerste apostelen,
|
ten tweede profeten,
ten derde leraars;
voorts zijn er wonderkrachten,
dan gaven van genezing, hulpbetoon, bestuur en velerlei taal.
Zijn soms allen apostelen,
allen profeten, allen leraars,
|
allen wonderdoeners?
Hebben allen gaven van genezing?
Spreken allen in vervoering?
Kunnen allen uitleg geven?
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Tussenzang (2):
Alleluia, alleluia, alleluia.
6. Uw woorden, Heer, zijn Geest en leven;
Gij hebt woorden van eeuwig leven.
Alleluia, alleluia, alleluia. ■
|
Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas (Lc. 1,1-4; 4,14-21)
Reeds velen hebben getracht
de gebeurtenissen te verhalen
|
die onder ons hebben plaats gevonden,
aan de hand van de gegevens welke ons werden overgeleverd
door mensen die van het begin af aan ooggetuigen waren
en in dienst van het woord zijn getreden.
|
Vandaar, edele Teofilus, dat ook ik besloot
-na van meet af aan alles nauwkeurig te hebben onderzocht -
voor u een ordelijk verslag te schrijven,
met de bedoeling u te doen zien
hoe betrouwbaar de leer is
|
waarin gij onderwezen zijt.
In die tijd keerde Jezus in de kracht van de Geest
uit de woestijn terug naar Galilea
en men sprak over Hem in heel de streek.
Hij trad nu op als leraar in hun synagogen
en werd algemeen
|
geprezen.
Zo kwam Hij ook in Nazaret, waar Hij was grootgebracht.
Hij ging volgens zijn gewoonte
op de sabbatdag naar de synagoge
en stond op om voor te lezen.
|
Ze reikten Hem de boekrol van de profeet Jesaja aan.
Hij opende de rol
en vond de plaats waar geschreven stond:
“De Geest des Heren is over Mij gekomen,
omdat Hij Mij gezalfd heeft.
Hij heeft Mij gezonden
om aan armen de Blijde
|
Boodschap te brengen,
aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan blinden dat zij zullen zien:
om verdrukten te laten gaan in vrijheid,
om een genadejaar af te kondigen van de Heer.”
Daarop rolde Hij het boek
|
dicht,
gaf het terug aan de dienaar en ging zitten.
In de synagoge waren aller ogen gespannen op Hem gevestigd.
Toen begon Hij hen toe te spreken:
“Het Schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt
|
is thans in vervulling gegaan.”
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in God de almachtige Vader,
schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de Maagd
|
Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus
is gekruisigd, gestorven en begraven,
die nedergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden,
die opgestegen is ten
|
hemel,
zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;
vandaar zal Hij komen oordelen
de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest:
de heilige katholieke Kerk,
de gemeenschap van de
|
heiligen,
de vergeving van de zonden,
de verrijzenis van het lichaam,
en het eeuwig leven.
Amen. ■
|
Voorbede:
- dat alle mensen mogen leven in een omgeving waarin er een plaats is voor de werkelijke waarden van het leven. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat alle Christenen in hun hart de vreugde mogen ervaren van een hechte band met God. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat alle jongeren die op zoek zijn naar de zin van hun leven, mensen mogen ontmoeten die hen de weg naar de Heer wijzen. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. ■
|
Offerandelied:
1. Alle wegen van de wereld
leiden naar de hemel toe
en de wind die rondom dartelt
voert je naar die zonnegloed
Laat zingen de bloemen, zingen de wei
|
Mijn hart is licht en blij
Laat zingen de bloemen, zingen de wei
Uw vreugd` O Heer zingt diep in mij
2. Ied`re weg van moeder aarde
is bezaaid met vriend`lijkheid
|
en de blik van al je broeders
wacht de glimlach lang verbeid
Laat zingen de bloemen, zingen de wei
Mijn hart is licht en blij
Laat zingen de bloemen, zingen de wei
Uw vreugd` O Heer zingt
|
diep in mij ■
|
Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■
|
Heilig:
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten!
Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge!
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren
Hosanna in den hoge! ■
|
Acclamatie:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. ■
|
Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze
|
schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade. ■
|
Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■
|
Lam Gods:
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede ■
|
Uitnodiging:
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spréék en ik zal gezond worden. ■
|
Communielied:
Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer,
alleluia, alleluia!
1. Ja heel de aarde moet God wel prijzen,
loven Zijn machtig beleid,
omdat Hij steeds op wondere wijze
|
alles bestuurt in gerechtigheid
Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer,
alleluia, alleluia!
2. Ja God is goed, schenkt ons Zijn zegen,
toont ons Zijn aanschijn van licht
|
Hij gaat ons voor op alle wegen
heeft uit de zonde ons opgericht
Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer,
alleluia, alleluia! ■
|
Moge de Heer ons helpen onze taak als lid van Zijn Lichaam de Kerk op ons te nemen! ■
|
|