Opslag:Pr 2025-02-08om18.00 St. Jozefkerk

Uit Parwiki

Zaterdag

8 februari 2025


Vooravond van de vijfde zondag door het jaar (C) ■

Intredelied:
1. God heeft het eerste woord.
Hij heeft in den beginne
het licht doen overwinnen,
Hij spreekt nog altijd voort.

2. God heeft het eerste woord.
Voor wij ter wereld

kwamen,
riep Hij ons reeds bij name,
Zijn roep wordt nog gehoord.

3. God heeft het laatste woord.
Wat Hij van oudsher zeide,
wordt aan het eind der tijden

in heel Zijn rijk gehoord. ■


Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd,

alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■


Heer ontferm U:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.


Eer aan God:
Eer aan God in den hoge, en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft.
Wij loven U.
Wij prijzen en aanbidden U.
Wij verheerlijken U en zeggen U dank voor Uw grote heerlijkheid.
Heer God, hemelse Koning,

God, Almachtige Vader,
Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus;
Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader,
Gij, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons;
Gij, die wegneemt de zonden der wereld,

aanvaard ons gebed;
Gij, die zit aan de rechterhand van de Vader; ontferm U over ons.
Want Gij alleen zijt de Heilige.
Gij alleen de Heer.
Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus.
Met de Heilige Geest, in de

heerlijkheid van God de Vader. Amen.


Eerste lezing:
Uit de profeet Jesaja (Jes. 6,1-2a.3-8)

In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Heer,
gezeten op een hoge en verheven troon:
zijn sleep bedekte heel de vloer van de tempel.

Hij was omgeven met serafs; elk had zes vleugels,
en ze riepen elkaar toe:
Heilig, heilig, heilig, de Heer der hemelse machten!
Heel de aarde is vol van zijn glorie!

Het luide roepen deed de

drempels schudden in hun voegen
en het heiligdom stond vol rook.
Toen riep ik:
Wee mij, ik ben verloren!
Want ik ben een mens met onreine lippen
en ik woon te midden van een volk met onreine

lippen,
en toch hebben mijn ogen de Koning,
de Heer der hemelse machten, gezien!

Maar een van de serafs vloog naar mij toe met een gloeiende kool
die hij met een tang van het altaar genomen had;

hij raakte mijn mond daarmee aan en sprak:
Nu dit uw lippen aangeraakt heeft zijn uw zonden verdwenen,
uw misstappen vergeven.

Daarop hoorde ik de Heer spreken:
“Wie moet ik zenden?
Wie zal voor ons gaan?

En ik antwoordde:
Hier ben ik, zend mij!
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang:
1. Met twaalven maakte God geschiedenis
twaalf zonen waren Jakobs erfenis,
zodat Gods volk vanouds twaalf stammen is.
Alleluia, alleluia.

2. Gods volk, door twaalf

apostelen aangeduid,
breidt zich nu over heel de wereld uit
en overal weerklinkt hun stemgeluid.
Alleluia, alleluia. ■


Tweede lezing:
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de Christenen van Korinte (1 Kor. 15,3-8.11)

Broeders en zusters,
In de eerste plaats dan heb ik u overgeleverd
wat ik ook zelf als

overlevering heb ontvangen,
namelijk dat Christus gestorven is voor onze zonden,
volgens de Schriften
en dat Hij begraven is,
en dat Hij is opgestaan op de derde dag,
volgens de Schriften,

en dat Hij verschenen is aan Kefas en daarna aan de Twaalf.
Vervolgens is Hij verschenen
aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk,
van wie de meesten nog in leven zijn,
hoewel sommigen zijn

gestorven.
Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus,
daarna aan alle apostelen.
En het laatst van allen is Hij ook verschenen aan mij,
de misgeboorte.
Maar of zij het nu zijn of ik,
dàt verkondigen wij en

dàt hebt gij geloofd.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang (2):
1. De aarde is vervuld van goedertierenheid,
van goddelijk geduld en goddelijk beleid.

2. Gods goedheid is te groot voor het geluk alleen,
zij gaat in alle nood door heel het leven heen. ■


Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas (Lc. 5,1-11)

Op zekere dag
stond Jezus aan de oever van het meer van Gennesaret,
terwijl de mensen op Hem

aandrongen
om het woord Gods te horen.
Hij zag nu twee boten liggen aan de oever van het meer;
de vissers waren eruit gegaan en spoelden hun netten.
Hij stapte in een van de

boten,
die van Simon en vroeg hem een eindje van wal te steken.
Hij ging zitten
en vanuit de boot vervolgde Hij zijn onderricht aan het volk.
Toen Hij zijn toespraak had geëindigd zei Hij tot Simon:

Vaar nu naar het diepe
en gooi uw netten uit voor de vangst.

Simon antwoordde:
Meester,
de hele nacht hebben we gezwoegd zonder iets te vangen;
maar op uw woord zal ik de netten uitgooien.

Ze deden het en vingen zulk een massa vissen in hun netten
dat deze dreigden te scheuren.
Daarom wenkten ze hun maats in de andere boot
om hen te komen helpen.
Toen die gekomen waren
vulden zij de beide boten

tot zinkens toe.
Bij het zien daarvan viel Simon Petrus Jezus te voet en zei:
Heer, ga van mij weg
want ik ben een zondig mens.

Ontzetting had zich meester gemaakt van hem
en van allen die bij hem

waren,
vanwege de vangst die ze gedaan hadden.
Zo verging het ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeus,
die met Simon samenwerkten.
Jezus echter sprak tot Simon:

Wees niet bevreesd,
voortaan zult ge mensen vangen.

Ze brachten de boten aan land
en lieten alles achter om Hem te volgen.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in God de almachtige Vader,
schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de Maagd

Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus
is gekruisigd, gestorven en begraven,
die nedergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden,
die opgestegen is ten

hemel,
zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;
vandaar zal Hij komen oordelen
de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest:
de heilige katholieke Kerk,
de gemeenschap van de

heiligen,
de vergeving van de zonden,
de verrijzenis van het lichaam,
en het eeuwig leven.
Amen. ■


Voorbede:
- dat alle Christenen de kans krijgen om de volle rijkdom van hun geloof te leren kennen. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat alle machthebbers van deze wereld zich mogen inzetten voor het welzijn van al hun onderdanen, bijzonder voor de allerzwaksten, de zieken, ongeborenen en stervenden. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden

U verhoor ons.

- dat wij allen, in doen en laten van ons geloof mogen getuigen. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.


Offerandelied:
1. De Heer riep Petrus uit zijn boot
tot mensenvisser en tot de dood;
hij liet zijn boot en netten staan,
is Jezus achterna gegaan.

3. Als Petrus zegt wie

Jezus is,
doet hij als eerste belijdenis;
dan roept de Heer hem uit tot rots,
tot huisbewaarder van `t Rijk Gods.

5. Sint Petrus die zijn broeders sterkt

apostel Paulus die `t meeste werkt,
zij komen om door kruis en zwaard:
zo is voor ons het heil bewaard. ■


Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■


Heilig:
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten!
Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge!
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren
Hosanna in den hoge! ■


Acclamatie:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. ■


Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze

schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade. ■


Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■


Lam Gods:
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede ■


Uitnodiging:
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spréék en ik zal gezond worden. ■


Communielied:
1. Er is een stad voor vriend en vreemde
diep in het bloemendal
Er is een mens die roept om vrede
die mens roept overal
Jerusalaïm, stad van God
wees voor de mensen een veilig thuis

Jerusalaïm, stad van vrede
breng ons weer thuis


4. Er is een wereld zonder grenzen
zo groot als het heelal
Er is een hemel voor de mensen
dat hoor je overal
Jerusalaïm, stad van God

wees voor de mensen een veilig thuis
Jerusalaïm, stad van vrede
breng ons weer thuis


Moge de Heer ons helpen om Hem te volgen op de weg die Hij ons wijst!