ChurchSlide Presentatie
Donderdag
3 april 2025
Jeugdkoor
repetitie
volwassenen
Lied 1
De noche iremos, de noche,
`s nachts gaan wij, `s nachts
que para encontrar la fuente
om de bron te vinden
sólo la sed nos alumbra.
enkel de dorst verlicht ons.
sólo la sed nos alumbra.
enkel de dorst verlicht ons.
Lied 2
1. Waarom bleef U zo stil, toen ze U vroegen
Bent U de koning der Joden?
Waarom bleef U zo stil, toen ze U sloegen
en aan een kruis wilden doden?
Dacht U aan ons, en dat U de Vader zou zien?
Dacht U aan ons, misschien?
2. Waarom vocht U niet terug, toen ze U vonden,
en als een dief wilden vangen?
Waarom vocht U niet terug, toen ze U bonden,
en aan een hout wilden hangen?
Dacht U aan ons, en dat U de Vader zou zien?
Dacht U aan ons, misschien?
Lied 2 (2)
3. Waarom zei U geen woord, toen ze
zo spuugden,
en U bespotten en lachten?
Waarom zei U geen woord, toen ze U duwden,
en U naar Golgotha brachten?
Dacht U aan ons, en dat U de Vader zou zien?
Dacht U aan ons, misschien?
Dacht U aan ons, en dat U de Vader zou zien?
Dacht U aan ons, misschien?
Lied 3
1. Why did you ignore me, whenever I called you,
whenever you heard me say your name?
Why did you ignore me? How did I offend you?
What made you respond as if in shame?
Who said that we heard you? Are we the right people?
Surely there are others to whom you could turn
2. Why did you resist me when all that I offer is meant to enrich you and fulfill?
Why did you resist me? I never coerced you
nor forced you to act against your will.
Who said that we heard you? Are we the right people?
Surely there are others to whom you could turn
Lied 3 (2)
3. Why did you forget me, and fail to remember
the mother who weaned the father who fed,
the one who cared? Why did you forget me?
My name is your history, your future the heaven I prepared.
Who said that we heard you? Are we the right people?
Surely there are others to whom you
could turn
4. And will you deny me? And will you betray me?
And will you avoid my searching eyes?
I€ll never ignore you. I€ll never resist you.
I€ll never forget you in whom my yearning lies.
Who said that we heard you? Are we the right people?
Surely there are others to whom you
could turn
5. Wat moet Ik met jullie die mijn roep negeerden,
hoe vaak Ik ook riep: mijn volk -je naam?
Wat moet Ik met jullie? Wat heb Ik misdreven?
Wat zegt jullie zwijgen, zo beschaamd?
Wat moesten wij horen? Wij zijn toch uw volk niet?
Er zijn vast wel and`ren naar wie U
kunt gaan.
6. Wat stond je zo tegen? Wat ik je wou geven,
bedoeld om je rijk te maken, blij.
Wat stond je zo tegen? Nooit zou Ik je dwingen;
Ik liet je de keuze; je was vrij.
Wat moesten wij horen? Wij zijn toch uw volk niet?
Er zijn vast wel and`ren naar wie U kunt gaan.
7. Zijn jullie vergeten, heeft niemand onthouden
mijn moederborst, mijn vaderhand,
mijn zorgzaamheid? Zijn jullie vergeten
mijn naam, je verleden, de toekomst die Ik voor je bereid?
Wat moesten wij horen? Wij zijn toch uw volk niet?
Er zijn vast wel and`ren naar wie U kunt gaan.
8. Hoe lang moet Ik dragen dit grote negeren;
en blijf je je bergen voor mijn smart?
Nooit zal Ik me wreken. Ik laat je niet vallen.
En nooit laat ik los, jou, de liefde van mijn hart.
Lied 4
1. Lam Gods dat zo onschuldig,
zo eindeloos geduldig
aan `t schandelijk kruishout lijdt.
`t is al voor onze zonden
Uw pijnen en Uw wonden
Gij die de onschuld zelve zijt
2. Lam Gods Gij wilde sterven
Uws Vaders liefde derven
In eindeloze pijn
Gij sloegt op ons Uw ogen
in god`lijk mededogen
en wilde onz` verlosser zijn
3. Lam Gods nimmer volprezen,
leer ons de zonde vrezen
Waarvoor Gij stierft aan het kruis.
Wilt Gij ons eenmaal geven
het onvergank`lijk leven
bij U in `t hemels Vaderhuis
Lied 5
1. O Jesu zoet, gekleurd met bloed
door kroon en geselroede,
Waar gaat Gij heen?
Zijn Uwe leên,
Uw hart niet lijdensmoede?
Jezus, ik vrage: waarom gedragen
`t hout van de schande naar Golgotha
2. Onschuldig Lam wat ik niet nam
tot boeting mijner zonden,
Hebt Gij zo blij getorst voor mij
Uw liefde sloeg Uw wonden.
Jezus, ik vrage: waarom gedragen
`t hout van de schande naar Golgotha
3. O Jesu zoet, geef mij de moed
om `t kruis met U te dragen;
hoe zwaar het zij, Uw kracht zal mij
bij `t zwakke pogen schragen.
Jezus, ik vrage: waarom gedragen
`t hout van de schande naar Golgotha
Lied 6
Alleluia!
Lied 7
Hallelujah! Hallelujah!
Hallelujah! Hallelujah! Hallelujah!
Hallelujah! Hallelujah!
Hallelujah! Hallelujah! Hallelujah!
For the Lord God omnipotent reigneth.
Hallelujah! Hallelujah! Hallelujah! Hallelujah!
For the Lord God omnipotent reigneth.
Hallelujah! Hallelujah! Hallelujah! Hallelujah!
Lied 7 (2)
The kingdom of this world
Is become the kingdom of our Lord,
And of His Christ, and of His Christ;
And He shall reign for ever and ever,
For ever and ever, forever and ever,
King of kings, and Lord of lords,
King of kings, and Lord of lords,
And Lord of lords,
And He shall reign,
And He shall reign forever and ever,
King of kings, forever and ever,
And Lord of lords,
Hallelujah! Hallelujah!
And He shall reign forever and ever,
King of kings! and Lord of lords!
And He shall reign forever and ever,
King of kings! and Lord of lords!
Hallelujah! Hallelujah! Hallelujah! Hallelujah!
Hallelujah!
Lied 8
1. Weet je dat de Heer is opgestaan?
Heb je hem vandaag al ontmoet?
Kijk, de steen ligt bij het graf vandaan,
Schrik maar niet, want alles is goed!
Roep het door de straten van de stad,
laat het horen aan de mensen op het plein:
Jezus leeft! Hij leeft, zeg weet je
dat?
Weet je dat Hij altijd dicht bij jou wil zijn?
2. Kijk je kunt er zo naar binnen gaan;
in het graf waar Hij was gelegd.
Zoek hier niet, de Heer is opgestaan,
`t Is precies als Hij had gezegd.
Roep het door de straten van de stad,
laat het horen aan de mensen op het plein:
Jezus leeft! Hij leeft, zeg weet je dat?
Weet je dat Hij altijd dicht bij jou wil zijn?
Lied 8 (2)
3. Weet je dat de Heer is opgestaan?
Ja Hij leeft, geloof het of niet. Hoor je wel, Hij noemt gewoon je naam.
Kom bij Hem met al je verdriet.
Roep het door de straten van de stad,
laat het horen aan de mensen op het plein:
Jezus leeft! Hij leeft, zeg weet je dat?
Weet je dat Hij altijd dicht bij jou wil zijn?
Lied 9
1. Maria kwam bij het graf
En huilde om haar Heer
De grote steen was weggerold
En Jezus was er niet meer
Maar een engel zei plotseling:
Weet je niet meer
Wat Hij gesproken heeft
Hij is opgestaan, Hij is opgestaan
Hij leeft, Hij leeft
Hij is opgestaan, Hij is opgestaan Hij leeft, Hij leeft
2. De discipelen waren zo moe
Ze treurden om de Heer
Waar moesten ze nu nog naar toe
Hun meester was er niet meer
Maar Maria riep plotseling:
Hij heeft gedaan
Wat Hij gesproken heeft
Hij is opgestaan, Hij is opgestaan
Hij leeft, Hij leeft Hij is opgestaan, Hij is opgestaan
Hij leeft, Hij leeft, Hij leeft, Hij leeft, Hij leeft, Hij leeft
Lied 10
Cristo è risorto veramente, alleluia!
Christus is werkelijk verrezen, alleluia!
Gesù, il vivente, qui con noi resterà.
Jezus, de levende, blijft bij ons.
Cristo Gesù, Cristo Gesù è il Signore della vita.
Chrisus Jezus, Christus Jezus is de Heer van het leven.
1. Morte, dov`è la tua vittoria? Paura non mi puoi far più.
Dood, waar is je overwinning? Je kan me niet meer bang maken.
Se sulla croce io morirò insieme a lui, poi insieme a lui risorgerò.
Als ik op het kruis samen met hem sterf, dan zal ik samen met hem verrijzen.
Cristo è risorto veramente, alleluia!
Christus is werkelijk verrezen, alleluia!
Gesù, il vivente, qui con noi resterà.
Jezus, de levende, blijft bij ons.
Cristo Gesù, Cristo Gesù è il Signore della vita.
Chrisus Jezus, Christus Jezus is de Heer van het leven.
Lied 10 (2)
2. Tu, Signore, amante della vita, mi hai creato per l`eternità. Gij Heer, die van het leven houdt, hebt mij geschapen voor de eeuwigheid.
La vita mia tu dal sepolcro strapperai, con questo mio corpo ti vedrò.
Mijn leven zult gij aan het graf ontrukken, met dit lichaam zal ik U zien.
Cristo è risorto veramente, alleluia!
Christus is werkelijk verrezen, alleluia!
Gesù, il vivente, qui con noi resterà.
Jezus, de levende, blijft bij ons.
Cristo Gesù, Cristo Gesù è il Signore della vita.
Chrisus Jezus, Christus Jezus is de Heer van het leven.
3. Tu mi hai donato la tua vita, io voglio donar la mia a te.
Gij hebt mij uw leven gegeven, ik wil mijn leven aan u schenken.
Fa che possa dire: “Cristo vive anche in me” e quel giorno io risorgerò.
Zorg dat ik kan zeggen: “Christus leeft ook in mij”, en die dag zal ik verrijzen.
Cristo è risorto veramente, alleluia!
Christus is werkelijk verrezen, alleluia!
Gesù, il vivente, qui con noi resterà.
Jezus, de levende, blijft bij ons.
Cristo Gesù, Cristo Gesù è il Signore della vita.
Chrisus Jezus, Christus Jezus is de Heer van het leven.
Lied 11
1. Christus die verrezen is
doet ons samenkomen
`t maal van Zijn gedachtenis
wordt hier blij hernomen
Broeders vrij en opgericht
Alleluia, heft uw ogen
Alleluia, naar den hoge
Heft uw ogen naar het licht.
2. Christus brak de slavernij
brak de donk`re dagen
rijzend uit Zijn graf heeft Hij
Adams dood verslagen
Broeders vrij en opgericht
Alleluia, heft uw ogen
Alleluia, naar den hoge
Heft uw ogen naar het licht.
Lied 11 (2)
3. Christus die verrezen is
straalt van eeuwig leven
`t maal van Zijn gedachtenis
zal dat ons ook geven
Broeders vrij en opgericht
Alleluia, heft uw ogen
Alleluia, naar den hoge
Heft uw ogen naar het licht.
Lied 12
1. Lauda Sion Salvatorem,
Sion loof uw redder
lauda ducem et pastorem
loof uw leider en herder
in hymnis et canticis
met hymnen en gezangen
Sit laus plena, sit sonora,
Laat de lof luid en duidelijk zijn
sit jucunda, sit decora
Laat zoet en vredig zijn
Mentis jubilatio
de jubelende geest
Christus vincit, Christus regnat, Christus imperat
Christus overwint, Christus regeert, Christus heerst
Christus vincit, Christus regnat, Christus imperat!
Christus overwint, Christus regeert, Christus heerst!
Lied 12 (2)
2. Ecce panis Angelorum
Zie het brood van de engelen
Factus cibus viatorum
wordt voedsel voor de mensen
Non mittendus canibus
werp het niet voor de honden
Sit laus plena, sit sonora,
Laat de lof luid en duidelijk zijn
sit jucunda, sit decora
Laat zoet en vredig zijn
Mentis jubilatio
de jubelende geest
Christus vincit, Christus regnat, Christus imperat
Christus overwint, Christus regeert, Christus heerst
Christus vincit, Christus regnat, Christus imperat!
Christus overwint, Christus regeert, Christus heerst!
Lied 12 (3)
3. Bone pastor, panis vere,
Goede herder, waarlijk brood,
Tu nos bona fac videre
Laat ons het goede zien
In terra viventium.
in het land van de levenden
Sit laus plena, sit sonora,
Laat de lof luid en duidelijk zijn
sit jucunda, sit decora
Laat zoet en vredig zijn
Mentis jubilatio
de jubelende geest
Christus vincit, Christus regnat, Christus imperat
Christus overwint, Christus regeert, Christus heerst Christus vincit, Christus regnat, Christus imperat!
Christus overwint, Christus regeert, Christus heerst!
Lied 13
1. Parfois nous errons
Soms dwalen wij
sans but et timorés,
angstig en zonder doel,
quand Dieu nous donne la main pour nous mener
tot God ons de hand reikt om ons te leiden
à des eaux paisibles
naar vredige wateren
Il travaille aux cœurs
Hij werkt in de harten
Jésus le Christ
Jezus Christus
Sauveur de la vie
De Redder van het leven
Il est tout proche
is heel dichtbij
Lied 13 (2)
2. Embrasse ton chemin
Volg je levenspad
Prends ta croix et suis le Seigneur
Neem je kruis op en volg de Heer
Laisse toi aimer et sauver
Laat je beminnen en redden
Dieu sait que tu peux tenir.
God weet wat je dragen kan.
Il travaille aux cœurs
Hij werkt in de harten
Jésus le Christ
Jezus Christus
Sauveur de la vie
De Redder van het leven
Il est tout proche
is heel dichtbij
Lied 13 (3)
3. Purifie ton coeur
Zuiver je hart
quitte la vaine gloire et
laat de ijdele glorie varen en
sois petit afin qu`Il puisse t`éclairer
wees klein, zodat Hijzelf jou kan
et Lui-même t`agrandir
verlichten en laten groeien
Il travaille aux cœurs
Hij werkt in de harten
Jésus le Christ
Jezus Christus Sauveur de la vie
De Redder van het leven
Il est tout proche
is heel dichtbij
Hij leidt mij (2x)
Lied 13 (4)
4. Suis le chemin
Volg de weg
partage la parole du Seigneur
deel in het woord van de Heer
offre ton amour, n`aie pas peur
schenk je liefde, wees niet bang
mène une vie que Dieu souhaite
leef het leven dat God voor je wilt
Il travaille aux cœurs
Hij werkt in de harten
Jésus le Christ
Jezus Christus
Sauveur de la vie
De Redder van het leven
Il est tout proche
is heel dichtbij
Lied 14
1. Bons enfants, des âmes orantes
Goede kinderen, biddende zielen
rendent grâce à leur Père pour la mer
brengen eer aan hun Vader, voor de zee,
l`oiseau dans l`air. Ses oeuvres sont belles
voor de vogels in de lucht. Zijn werken zijn mooi.
Glaces de Sa beauté, traces de Sa bonté
De afglans van Zijn schoonheid, de sporen van Zijn goedheid
invitent Ses enfants à Lui chercher
nodigen Zijn kinderen uit om Hem te zoeken
à Lui chercher en orant
om hem al biddend te zoeken
2. Bons enfants, des âmes orantes
Goede kinderen, biddende zielen
rencontrent leur Père et Son Fils
ontmoeten hun Vader en Zijn Zoon
qu`Il a offert pour sauver le monde
die Hij geofferd heeft om de wereld te redden
Lui qui est l`Amour revient la louange
Aan Hem die de Liefde is hoort onze lofzang
N`oublie pas de t`incliner devant Lui
Vergeet niet om te knielen voor Hem
|