Opslag:Pr 2025-04-19om21.00 Mariakerk

Uit Parwiki
Zaterdag

19 april 2025


Vooravond van Pasen, Verrijzenis van de Heer, Hoogfeest

Lichtprocessie:
Bij de intocht wordt driemaal herhaald:

pr: Lumen Christi.
Licht van Christus.
all:Deo Gratias
Heer, wij danken U.


Paasjubelzang:
Laat juichen heel het koor van Gods gemeente.
Laat juichen om zo`n grote Koning,
juichen om de overwinning!
Laat de trompetten klinken in het rond!


Lezing 1:
Uit het Boek Genesis Gen. 1,1.26-31a

In het begin schiep God de hemel en de aarde.
God sprak:
Nu gaan wij de mens maken, als beeld van ons,
op ons gelijkend;
hij zal heersen over de vissen van de zee,

de vogels van de lucht,
over de tamme dieren, over alle wilde beesten
en over al het gedierte dat over de grond kruipt
.”
En God schiep de mens als zijn beeld;
als het beeld van God schiep Hij hem;
man en vrouw schiep Hij hen.
God zegende hen en God sprak tot

hen:
Weest vruchtbaar en wordt talrijk;
bevolkt de aarde en onderwerpt haar;
heerst over de vissen van de zee,
over de vogels van de lucht
en over al het gedierte dat over de grond kruipt
.”
En God sprak:
Hierbij geef Ik alle zaadvormende gewassen

op de hele aardbodem aan u
en alle bomen met zaaddragende vruchten;
zij zullen u tot voedsel dienen. Maar aan alle wilde beesten,
aan alle vogels van de lucht
en aan alles wat over de grond kruipt,
aan al wat dierlijk leven heeft
geef Ik het groene gras als voedsel
.”
Zo gebeurde het.

God bezag alles wat Hij gemaakt had
en Hij zag dat het heel goed was.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang 1:
1. In het begin lag de aarde verloren.
In het begin in de duisternis.
God sprak Zijn woord en het licht werd geboren.
`t licht dat vandaag onze dag nog is.

4. In het begin zijn de sterren gaan branden.
In het begin kwam de zon en de maan.

Boven het land en de zee en de stranden
wijzen zij wegen en tijden aan.

6. In het begin riep God mensen tot leven.
In het begin was het woord in hun mond.
Wat was het goed om op aarde te leven.
Wat was God blij dat de wereld

bestond!


Lezing 2:
Uit het Boek Exodus (Ex. 14,15-15,1)

In die dagen sprak de Heer tot Mozes:
Wat roept gij Mij toch.
Beveel de Israëlieten verder te trekken.
Gij zelf moet uw hand opheffen,
uw staf uitstrekken over de zee en ze in tweeën splijten.

Dan kunnen de Israëlieten
over de droge bodem door de zee trekken.
Ik ga de Egyptenaren halsstarrig maken
zodat zij hen achterna gaan.
En dan zal Ik mij verheerlijken ten koste van Farao
en heel zijn legermacht,
zijn wagens en zijn wagenmenners.
De Egyptenaren zullen weten dat Ik

de Heer ben,
als Ik mij verheerlijk ten koste van Farao,
zijn wagens en zijn wagenmenners
.”
De engel van God
die aan de spits van het leger der Israëlietën ging,
veranderde van plaats en stelde zich achter hen op,
tussen het leger van de Egyptenaren
en het leger van de Israëlieten.

De wolk bleef die nacht donker
zodat het heel die nacht niet tot een treffen kwam.
Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee
en de Heer deed die hele nacht
door een sterke oostenwind de zee terugwijken.
Hij maakte van de zee droog land
en de wateren spleten vaneen.
Zo trokken de Israëlieten over de

droge bodem de zee door,
terwijl de wateren links en rechts een wand vormden.
De Egyptenaren zetten de achtervolging in;
alle paarden van Farao, zijn wagens en zijn wagenmenners
gingen achter de Israëlieten aan
de zee in.
Tegen de morgenwake richtte de Heer zijn blikken

vanuit de wolkkolom en de vuurzuil
op de legermacht van tte Egyptenaren
en bracht ze in verwarring.
Hij liet de wielen van de wagens scheeflopen
zodat ze slechts met moeite vooruit kwamen.
De Egyptenaren riepen uit:“Laten we vluchten voor de Israëlieten,
want de Heer strijdt voor hen tegen

ons.”
Toen sprak de Heer tot Mozes:
Strek uw hand uit over de zee
dan zal het water terugstromen over de Egyptenaren
en hun wagens en wagenmenners
.”
Mozes strekte zijn hand uit over de zee
en toen het licht begon te worden vloeide de zee naar haar gewone plaats terug.

Daar de Egyptenaren er tegen in vluchtten
dreef de Heer hen midden in de zee.
Het water vloeide terug
en overspoelde wagens en wagenmenners,
heel de strijdmacht van Farao die de Israëlieten
op de bodem van de zee achterna waren gegaan.
Niet één bleef gespaard.

De Israëlieten daarentegen waren over de droge bodem
door de zee heengetrokken,
terwijl de wateren links en rechts van hen een wand vormden.
Zo redde de Heer op deze dag Israël uit de greep van Egypte;
Israël zag de Egyptenaren dood op de kust liggen.
Toen Israël het machtige optreden van de Heer

tegen Egypte gezien had,
kreeg het volk ontzag voor de Heer:
Zij stelden vertrouwen in de Heer en in Mozes zijn dienaar.
Toen hieven Mozes en de Israëlieten
ter ere van de Heer een lied aan.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang 2:
Gloria in excelsis Deo!
Gloria Deo Domino!
Wij loven U, wij prijzen en aanbidden U,
Wij verheerlijken U en zeggen U dank
voor uw grote heerlijkheid.
Heer God, hemelse Koning,
God almachtige Vader;
Heer, eniggeboren Zoon, Jezus

Christus.
Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader;
Gij die wegneemt de zonden der wereld,
ontferm U over ons.
Gij, die wegneemt de zonden der wereld,
aanvaard ons gebed;
Gij die zit aan de rechterhand van de Vader,

ontferm U over ons.
Want Gij alleen zijt de Heilige,
Gij alleen de Heer,
Gij alleen de Allerhoogste, Jezus Christus,
met de Heilige Geest
in de heerlijkheid van God de Vader.


Epistel:
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome (Rom. 6, 3-11)

Broeders en zusters,
Gij weet toch dat de doop
waardoor wij één zijn geworden met Christus Jezus
ons heeft doen delen in zijn dóód?
Door de doop in zijn dood zijn wij

met Hem begraven,
opdat ook wij een nieuw leven zouden leiden
zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt.
Zijn wij één met Hem geworden door het beeld van zijn dood
dan moeten wij Hem ook volgen in zijn opstanding,
in de overtuiging dat onze oude mens met Hem gekruisigd is;

daardoor is aan het bestaan in de zonde een einde gekomen,
zodat wij niet langer aan de zonde dienstbaar zijn.
Want wie gestorven is
is rechtens vrij van de zonde.
Indien wij dan met Christus gestorven zijn
geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven;
want wij weten dat Christus,

eenmaal van de doden verrezen, niet meer sterft:
de dood heeft geen macht meer over Hem.
Door de dood die Hij gestorven is
heeft Hij eens voor al afgerekend met de zonde;
het leven dat Hij leeft heeft alleen met God van doen.
Zo moet ook gij uzelf beschouwen:
als dood voor de zonde

en levend voor God in Christus Jezus.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang 3:
1. De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia
Nu breekt de nieuwe lente aan, alleluia
want Jezus, onze koning groot, alleluia
verrees in glorie van de dood, alleluia
Alleluia, alleluia, alleluia

2. Gij die de vorst van vrede zijt, alleluia
de schepping is om U verblijd, alleluia
De morgen van de eerste dag, alleluia
zijt Gij verrezen uit het graf, alleluia
Alleluia, alleluia, alleluia

3. De Heer herwon Zijn heerschappij, alleluia

Hij maakt ons in Zijn liefde vrij, alleluia
Hij roept ons naar Zijn paradijs, alleluia
Zijn woord en brood zijn onze spijs, alleluia
Alleluia, alleluia, alleluia


Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas (Lc. 24, 1-12)

Op de eerste dag van de week
gingen de vrouwen zeer vroeg in de morgen naar het graf,
met de welriekende kruiden die zij klaar gemaakt hadden.
Zij vonden de steen weggerold van

het graf,
gingen er binnen
maar vonden er het lichaam van de Heer Jezus niet.
Terwijl zij niet wisten wat daarvan te denken,
stonden er plotseling twee mannen voor hen
in een stralend wit kleed.
Toen zij van schrik bevangen het hoofd naar de grond bogen,

vroegen de mannen haar:
Waarom zoekt ge de levende onder de doden ?
Hij is niet hier,
Hij is verrezen.
Herinnert u hoe Hij nog in Galilea tot u gezegd heeft:
De Mensenzoon moet overgeleverd worden
in zondige mensenhanden
en Hij moet aan het kruis worden

geslagen,
maar op de derde dag zal Hij verrijzen
.”
Zij herinnerden zich zijn woorden,
ze keerden van het graf terug
en brachten dit alles over aan de elf en aan al de anderen.
Het waren Maria Magdalena,
Johanna en Maria, de moeder van Jakobus;
de andere vrouwen die met hen

waren
vertelden aan de apostelen hetzelfde.
Maar dat verhaal leek de apostelen beuzelpraat
en zij geloofden hen niet.
Toch liep Petrus ijlings naar het graf;
hij bukte zich voorover maar zag alleen de zwachtels.
Daarop ging hij terug,
verbaasd nadenkend over hetgeen er

gebeurd was.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Geloofsbelijdenis:
Celebrant: Zult U zich te allen tijde verzetten tegen kwaad en onrecht om in vrijheid te leven als kinderen van God?
allen:Ja, dat beloof ik.
Celebrant: Zult U zich verzetten tegen de bekoring van zonde en onrecht, zodat het kwaad zich niet van U meester maakt?
allen:Ja, dat beloof ik.

Celebrant: Zult U de Heer uw God dienen en Hem alleen?
allen:Ja, dat beloof ik.
Celebrant: Gelooft u in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde?
allen:Ik geloof.
Celebrant: Gelooft u in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heer, die geboren is uit de maagd Maria, die geleden heeft,

gestorven en begraven is, die uit de dood is opgestaan en zit aan Gods rechterhand?
allen:Ik geloof.
Celebrant: Gelooft u in de heilige Geest, de heilige katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwige leven?
allen:Ik geloof.


Besprenkeling:
1. Doop ons, Heer, in levend water,
open oog en oor en mond;
wie zich baadt in uw genade hoort en
ziet en zingt terstond.

2. Ziende zijn wij blind geboren,
sprekend stom en horend doof,
opgesloten en verloren
in ons donker ongeloof.

3. Uit uw Geest opnieuw geboren
zien wij ver in het verschiet,,
horen wij met eigen oren
hoe wij zingen: `n nieuw lied!


Voorbede:
- dat dit paasfeest, het feest van de verrijzenis van de Heer, ons geloof in het eeuwig leven mag versterken. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat er spoedig vrede in de hele wereld mag zijn. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat alle Christenen ook werkelijk mogen leven zoals de verrezen Heer dat van ons verwacht. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- dat allen die vandaag geen feest kunnen vieren omwille van ziekte, oorlog, rampen of vervolging de troost van de verrezen Heer mogen ervaren. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.


Offerande:
Alleluia...
Jubilate, exultate, jubilate Deo,
jubilate, exsultate, jubilate, jubilate Deo


Bede over gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk.


Sanctus:
Sanctus, Sanctus, Sanctus Dominus Deus Sabaoth.
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten!
Pleni sunt cæli et terra gloria tua.
Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid.
Hosanna in excelsis.
Hosanna in den hoge!

Benedictus qui venit in nomine Domini.
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren.
Hosanna in excelsis.
Hosanna in den hoge!


Mysterium Fidei:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.


Pater Noster:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving

maar verlos ons van het kwade.


Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen


Agnus Dei:
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: miserere nobis.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: miserere nobis.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons

Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: dona nobis pacem.
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede


Communielied (1):
1. Christus, onze Heer, verrees, halleluja!
Heil`ge dag na angst en vrees, halleluja!
Die verhoogd werd aan het kruis, halleluja,
bracht ons in Gods vrijheid thuis, halleluja!

2. Prijst nu Christus in ons lied,

halleluja,
die in heerlijkheid gebiedt, halleluja,
die aanvaardde kruis en graf, halleluja,
dat Hij zondaars `t leven gaf, halleluja!

3. Maar zijn lijden en zijn strijd, halleluja,
heeft verzoening ons bereid, halleluja!

Nu is Hij der heem`len Heer, halleluja!
Eng`len juub`len Hem ter eer, halleluja!


Communielied (2):
Vlam van liefde, hop die ons doet leven,
hoor ons lied, een lofzang uit ons hart.
Gij, de bron van vred` en eeuwig leven,
laat ons veilig voortgaan aan uw hand.


1. Alle landen, volkeren en talen

die in nacht en duisternis verdwalen,
zien een licht: uw Woord komt hen bezoeken.
Wie gebroken is, mag uw Zoon ontmoeten.
Vlam van liefde, hop die ons doet leven,
hoor ons lied, een lofzang uit ons hart.
Gij, de bron van vred` en eeuwig leven,

laat ons veilig voortgaan aan uw hand.

2. Goede God, geduldig, vol erbarmen,
toon uw trouw aan kleinen en aan armen.
Bron van hoop, Gij schept een nieuwe aarde.
Zend uw Adem, God, laat ons niet verharden.

Vlam van liefde, hop die ons doet leven,
hoor ons lied, een lofzang uit ons hart.
Gij, de bron van vred` en eeuwig leven,
laat ons veilig voortgaan aan uw hand.


3. Onze ogen zien de nieuwe morgen.

Gij komt nader, houdt U niet verborgen,
zendt ons uit: “Verkondigt allerwegen:
Ik ben God-met-u. Ga, ontvang mijn zegen!”
Vlam van liefde, hop die ons doet leven,
hoor ons lied, een lofzang uit ons hart.
Gij, de bron van vred` en eeuwig

leven,
laat ons veilig voortgaan aan uw hand.


Zegen:
pr: Ite Missa est, alleluia, alleluia.
all:Deo gratias, alleluia, alleluia.


Moge de boodschap van de verrijzenis van onze Heer onze harten vervullen en ons leven op Hem richten!
Zalig Pasen!