Maandag
21 april 2025
Tweede Paasdag ■
|
Intredelied:
1. De Heer is waarlijk opgestaan, alleluia
Nu breekt de nieuwe lente aan, alleluia
want Jezus, onze koning groot, alleluia
verrees in glorie van de dood, alleluia
Alleluia, alleluia, alleluia
|
2. Gij die de vorst van vrede zijt, alleluia
de schepping is om U verblijd, alleluia
De morgen van de eerste dag, alleluia
zijt Gij verrezen uit het graf, alleluia
Alleluia, alleluia, alleluia
3. De Heer herwon Zijn heerschappij, alleluia
|
Hij maakt ons in Zijn liefde vrij, alleluia
Hij roept ons naar Zijn paradijs, alleluia
Zijn woord en brood zijn onze spijs, alleluia
Alleluia, alleluia, alleluia ■
|
Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd, alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■
|
Heer ontferm U:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons. ■
|
Eer aan God:
Eer aan God in den hoge, en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft.
Wij loven U.
Wij prijzen en aanbidden U.
Wij verheerlijken U en zeggen U dank voor Uw grote heerlijkheid.
Heer God, hemelse Koning, God, Almachtige Vader,
Heer, eniggeboren Zoon, Jezus
|
Christus;
Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader,
Gij, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons;
Gij, die wegneemt de zonden der wereld, aanvaard ons gebed;
Gij, die zit aan de rechterhand van de Vader; ontferm U over ons.
Want Gij alleen zijt de Heilige.
Gij alleen de Heer.
|
Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus.
Met de Heilige Geest, in de heerlijkheid van God de Vader. Amen. ■
|
Eerste lezing:
Uit de Handelingen van de Apostelen (Hand. 2,14.22-32)
Op de dag van Pinksteren trad Petrus naar voren met de elf
en verhief zijn stem
om het woord tot de menigte te richten
“Gij allen, Joodse mannen en bewoners van Jeruzalem,
|
weet dit wel en luistert aandachtig naar mijn woorden.
Jezus de Nazoreeër was een man
wiens zending tot u van Godswege bekrachtigd is.
Gij kent immers zelf de machtige daden, wonderen en tekenen,
die God door Hem onder u heeft verricht
Hem, die volgens Gods vastgestelde raadsbesluit
|
en voorkennis is uitgeleverd,
hebt gij door de hand van goddelozen
aan het kruis genageld en gedood.
Maar God heeft Hem ten leven opgewekt
na de strikken van de dood te hebben ontbonden;
want het was onmogelijk
dat Hij daardoor werd vastgehouden.
Doelend op Hem toch zegt David:
|
De Heer had ik voor ogen, altijd door,
Hij is aan mijn rechterhand, opdat ik niet zou wankelen;
daarom is er blijdschap in mijn hart
en jubelt mijn mond van vreugde;
ja, ook mijn lichaam zal rust vinden in hoop,
omdat Gij mijn ziel niet zult overlaten aan het dodenrijk
en uw heilige geen bederf zult laten
|
zien.
Wegen ten leven hebt Gij mij doen kennen,
Gij zult mij met vreugde vervullen voor uw aanschijn.
Mannen broeders,
ik mag wel vrijuit tot u zeggen van de aartsvader David
dat hij gestorven en begraven is;
we hebben immers zijn graf bij ons tot op deze dag.
|
Welnu,
omdat hij een profeet was,
en wist, dat God hem een eed gezworen had
dat Hij een van zijn nakomelingen op zijn troon zou doen zetelen,
zei hij met een blik in de toekomst
over de verrijzenis van Christus,
dat Hij niet is overgelaten aan het dodenrijk
en dat zijn lichaam het bederf niet
|
heeft gezien.
Deze Jezus heeft God doen verrijzen
en daarvan zijn wij allen getuigen.”
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Tussenzang:
1. Gij die verrezen zijt, Heer, in het licht van Uw luister;
Gij moet geprezen zijn, stralende ster in het duister
Heer, op Uw licht zijn onze ogen gericht,
voer ons omhoog uit het duister.
2. Wij zijn op doortocht en Gij zijt de poort naar het leven;
|
Gij zijt ons Paaslam, Gij hebt ons Uw lichaam gegeven.
Christus, Uw bloed heeft ons bewaard en gevoed;
Herder en leidsman ten leven.
3. Gij die ontkomen zijt, Heer, aan de machten der aarde,
Gij die vernomen zijt, Woord van de eeuwige Vader:
Gij spreekt ons vrij, teken van leven
|
zijt Gij.
Voer ons omhoog naar Uw Vader. ■
|
Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Matteüs. (Mt. 28,8-15)
In die tijd gingen de vrouwen terstond weg van het graf,
met vrees en grote vreugde,
en haastten zich het nieuws aan zijn leerlingen over te brengen.
En zie,
|
Jezus kwam hen tegemoet en zeide:
“Weest gegroet.”
Zij traden op Hem toe,
omklemden zijn voeten en aanbaden Hem.
Toen sprak Jezus tot hen:
“Weest niet bevreesd.
Gaat aan mijn broeders de boodschap
brengen dat zij naar Galilea moeten gaan,
|
en daar zullen zij Mij zien.”
Terwijl de vrouwen onderweg waren,
gingen enkelen van de bewakers naar de stad
en berichtten aan de hogepriesters alles wat er was voorgevallen.
Dezen hielden een bijeenkomst met de oudsten
en na overleg gaven ze aan de soldaten een flinke som geld,
met de opdracht:
|
“Zegt maar:
Zijn leerlingen zijn Hem in de nacht
komen stelen terwijl wij sliepen.
En mocht dit soms de landvoogd ter ore komen,
dan zullen wij hem wel kalmeren
en er voor zorgen dat gij geen last krijgt.”
Zij namen het geld aan
en deden zoals hun voorgezegd was.
Dit verhaal is onder de Joden verder
|
verteld tot op de dag van vandaag.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in één God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is.
En in één Heer, Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God vóór alle tijden geboren uit de Vader.
God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God, geboren, niet geschapen, één in wezen met de
|
Vader, en door wie alles geschapen is.
Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald.
Hij heeft het vlees aangenomen door de heilige Geest uit de maagd Maria en is mens geworden.
Hij werd voor ons gekruisigd, Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is begraven.
|
Hij is verrezen op de derde dag, volgens de Schriften. Hij is opgevaren ten hemel: zit aan de rechterhand van de Vader.
Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden en aan Zijn rijk komt geen einde. Ik geloof in de heilige Geest die Heer is en het leven geeft, die voortkomt uit de Vader en de Zoon;
die met de Vader en de Zoon
|
tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten.
Ik geloof in de ene, heilige katholieke en apostolische Kerk.
Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden.
Ik verwacht de opstanding van de doden en het leven van het komend rijk. Amen. ■
|
Voorbede:
- dat wij Christenen leven mogen vanuit ons geloof in de verrezen Heer. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat alle mensen het wonder van het leven dat zij gekregen hebben mogen onderkennen en daardoor met mekaar in vrede mogen gaan leven. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat allen die treuren om het verlies van een dierbare getroost mogen worden door de boodschap van de verrezen Heer. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. ■
|
Offerandelied:
1. U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie nu en immer meer.
Uit een blinkend stromen daalde d`engel af,
heeft de steen genomen van `t verwonnen graf.
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie nu en immer meer.
2. Zie Hem verschijnen Jezus, onze
|
Heer,
Hij brengt al de zijnen in Zijn armen weer.
Weest dan volk des Heren blijd` en welgezind
en zegt telken kere: Christus overwint!
U zij de glorie, opgestane Heer
U zij de victorie, nu en immer meer.
3. Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig
|
leeft,
die mij heeft genezen, die mij vrede geeft?
In Zijn goddelijk wezen is mijn glorie groot;
niets heb ik te vrezen in leven en in dood,
U zij de glorie, opgestane Heer
U zij de victorie, nu en immermeer. ■
|
Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■
|
Heilig:
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten!
Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge!
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren
Hosanna in den hoge! ■
|
Acclamatie:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. ■
|
Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
|
maar verlos ons van het kwade. ■
|
Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■
|
Lam Gods:
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede ■
|
Uitnodiging:
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spréék en ik zal gezond worden. ■
|
Communielied:
1. Laat ons in blijde wijze
aan `t einde van dit feest,
met dank de Vader prijzen,
de Zoon, de heil`ge Geest.
God, U loven wij, Heer, U danken wij,
U driewerf heil`ge God, o Koning Sabaoth.
2. Wie heeft ons meer gegeven,
meer vreugde, liefde en licht!
|
Bestrale altoos ons leven
Uw heerlijk aangezicht.
God, U loven wij, Heer, U danken wij,
U driewerf heil`ge God, o Koning Sabaoth.
3. Wij komen blij U nader
Uw kind`ren trouw en goed;
tot Gij ons, goede Vader,
de hemel open doet.
God, U loven wij, Heer, U danken wij,
|
U driewerf heil`ge God, o Koning Sabaoth. ■
|
Zalig Pasen!
Moge de Verrezene ons hart en leven vervullen ■
|
|