Opslag:Pr 2025-04-27om11.00 Mariakerk

Uit Parwiki
Zondag

27 april 2025


tweede zondag van Pasen (C)
(Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid) ■

Intredelied:
1. Christus die verrezen is
doet ons samenkomen
`t maal van Zijn gedachtenis
wordt hier blij hernomen
Broeders vrij en opgericht
Alleluia, heft uw ogen
Alleluia, naar den hoge
Heft uw ogen naar het licht.


2. Christus brak de slavernij

brak de donk`re dagen
rijzend uit Zijn graf heeft Hij
Adams dood verslagen
Broeders vrij en opgericht
Alleluia, heft uw ogen
Alleluia, naar den hoge
Heft uw ogen naar het licht.


3. Christus die verrezen is
straalt van eeuwig leven
`t maal van Zijn gedachtenis

zal dat ons ook geven
Broeders vrij en opgericht
Alleluia, heft uw ogen
Alleluia, naar den hoge
Heft uw ogen naar het licht.


Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd, alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■


Heer ontferm U:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.


Eer aan God:
Eer aan God in den hoge, en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft.
Wij loven U.
Wij prijzen en aanbidden U.
Wij verheerlijken U en zeggen U dank voor Uw grote heerlijkheid.
Heer God, hemelse Koning, God, Almachtige Vader,
Heer, eniggeboren Zoon, Jezus

Christus;
Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader,
Gij, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons;
Gij, die wegneemt de zonden der wereld, aanvaard ons gebed;
Gij, die zit aan de rechterhand van de Vader; ontferm U over ons.
Want Gij alleen zijt de Heilige.
Gij alleen de Heer.

Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus.
Met de Heilige Geest, in de heerlijkheid van God de Vader. Amen.


Eerste lezing:
Uit de Handelingen van de Apostelen (Hand. 5,12-16)

Door de handen van de apostelen
geschiedden er vele wondertekenen onder het volk.
Allen waren eensgezind
en kwamen te zamen in de Zuilengang van Salomo.
Van de overigen durfde niemand zich

bij hen te voegen,
hoezeer het volk hen ook prees.
Steeds meer geloofden er in de Heer;
mannen zowel als vrouwen
sloten zich in grote groepen bij hen aan.
Men bracht zelfs de zieken op straat;
ze werden neergelegd, de een op een bed,
de ander op een draagbaar,

in de hoop dat als Petrus voorbijging
tenminste zijn schaduw op een van hen zou vallen.
Zelfs uit de steden rondom Jeruzalem stroomden de mensen toe.
Zij brachten zieken mee
en mensen die van onreine geesten te lijden hadden,
en allen werden genezen.
Zo spreekt de Heer.

Wij danken God.


Tussenzang:
1. Veni, Jesu Amor mi
Veni, Jesu, veni Amor Jesu.
Veni, Jesu Amor mi
Veni, O Amor mi

2. Veni, Jesu Amor mi
Veni, Jesu Amor mi
Veni, Jesu Amor mi
Veni, veni, O Amor mi

3. Veni, Jesu Amor mi
Veni, Jesu Amor mi
Veni, Jesu Amor mi
Veni, veni, O Amor mi

4. Veni, Jesu Amor mi
Veni, Jesu Amor mi ■


Tweede lezing:
Uit de Openbaring van de heilige apostel Johannes (Ap. 1,9-11a.12-13.17-19)

Ik, Johannes,
uw broeder en uw deelgenoot in de verdrukking
en in het koninkrijk en de verwachting van Jezus,
ik bevond mij op het eiland Patmos

omwille van het woord Gods en het getuigenis over Jezus.
Ik raakte in geestvervoering op de dag des Heren
en hoorde achter mij een stem, luid als een trompet, die riep:
Schrijf op in een boek wat gij ziet.
en stuur het aan de zeven kerken
“.
Ik keerde mij om om te zien wie mij had aangesproken.
En toen ik mij omkeerde zag ik

zeven gouden luchters,
en tussen de luchters iemand als een Mensenzoon,
gekleed in een gewaad dat tot de voeten reikte,
het middel omgord met een gouden gordel.
Toen ik Hem zag viel ik als dood voor zijn voeten.
Maar Hij legde zijn rechterhand op mij en sprak:

Vrees niet.
Ik ben het,
de Eerste en de Laatste,
de Levende.
Ik was dood, en zie
Ik leef in de eeuwen der eeuwen.
En Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk.
Schrijf dan op wat gij gezien hebt,
èn wat nu is èn wat hierna geschieden zal.

Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Tussenzang (2):
1. “Ik ben verrezen”, zingt de Heer, “alleluia;
voor Mij geen dood en lijden meer, alleluia;
God heeft zijn hand op Mij gelegd, alleluia.
Ik ben, zoals Ik heb gezegd, alleluia.

Alleluia, alleluia, alleluia.

3. God zelf greep in met sterke hand, alleluia,
en trok Mij uit het dodenland, alleluia.
De Steen die niemand hebben wou, alleluia,
plaatst God als hoeksteen van de bouw, alleluia.
Alleluia, alleluia, alleluia.

4. Ons Paaslam, Christus, is

geslacht, alleluia;
Zijn Bloed houdt over ons de wacht, alleluia;
de dood gaat onze deur voorbij, alleluia;
wij trekken uit, wij worden vrij, alleluia.
Alleluia, alleluia, alleluia.


Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes (Joh. 20,19-31)

Op de avond van de eerste dag van de week,
toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen
gesloten waren uit vrees voor de Joden,

kwam Jezus binnen,
ging in hun midden staan en zei:
Vrede zij u.
Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde.
De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen.
Nogmaals zei Jezus tot hen:
Vrede zij u.
Zoals de Vader Mij gezonden heeft zo zend Ik u.

Na deze woorden blies Hij over hen en zei:
Ontvangt de heilige Geest.
Als gij iemand zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven,
en als gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.

Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd,
was echter niet bij hen toen Jezus kwam.

De andere leerlingen vertelden hem:
Wij hebben de Heer gezien.
Maar hij antwoordde:
Zolang ik in zijn handen niet het teken van de nagelen zie,
en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken,
en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik zeker niet geloven.

Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen,

en nu was Tomas er bij.
Hoewel de deuren gesloten waren kwam Jezus binnen,
ging in hun midden staan en zei:
Vrede zij u.
Vervolgens zei Hij tot Tomas:
Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen.
Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde
en wees niet langer ongelovig maar

gelovig.
Toen riep Tomas uit:
Mijn Heer en mijn God!
Toen zei Jezus tot hem:
Omdat ge Mij gezien hebt gelooft ge?
Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.

In het bijzijn van zijn leerlingen
heeft Jezus nog vele andere tekenen gedaan

die niet in dit boek zijn opgetekend,
maar deze hier zijn opgetekend opdat gij moogt geloven
dat Jezus de Christus is, de Zoon van God,
en opdat gij door te geloven
leven moogt in zijn Naam.
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.


Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in één God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is.
En in één Heer, Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God vóór alle tijden geboren uit de Vader.
God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God, geboren, niet geschapen, één in wezen met de

Vader, en door wie alles geschapen is.
Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de hemel neergedaald.
Hij heeft het vlees aangenomen door de heilige Geest uit de maagd Maria en is mens geworden.
Hij werd voor ons gekruisigd, Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is begraven.

Hij is verrezen op de derde dag, volgens de Schriften. Hij is opgevaren ten hemel: zit aan de rechterhand van de Vader.
Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden en aan Zijn rijk komt geen einde.
Ik geloof in de heilige Geest die Heer is en het leven geeft, die voortkomt uit de Vader en de Zoon;
die met de Vader en de Zoon

tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten.
Ik geloof in de ene, heilige katholieke en apostolische Kerk.
Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden.
Ik verwacht de opstanding van de doden en het leven van het komend rijk. Amen.


Voorbede:
- voor alle Christenen, dat de H. Geest die in hun hart woont sedert hun doopsel de kans krijgt om hen tot vurige volgelingen van de Heer te maken. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- voor onze wereld, dat alle volkeren en landen met mekaar in vrede en eendracht mogen leven. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.

- voor alle mensen van goede wil die zich afvragen wat de Heer van hen wil, dat zij spoedig door de H. Geest verlicht mogen worden. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.


Offerandelied:
Domine Deus, Rex caelestis
Heer God, hemelse koning
Deus Pater omnipotens.
God,Vader almachtig.
Domine fili unigenite, Jesu Christe.
Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus.
Domine Deus, Agnus Dei
Heer God, Lam van God
Filius patris
Zoon van de Vader. ■


Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■


Heilig:
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten!
Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge!
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren
Hosanna in den hoge! ■


Acclamatie:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. ■


Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving

maar verlos ons van het kwade. ■


Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■


Lam Gods:
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede ■


Uitnodiging:
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spréék en ik zal gezond worden. ■


Communielied:
1. Panis angelicus fit panis hominum;
Brood van de engelen wordt het brood van mensen;
dat panis cælicus figuris terminum:
Het brood van de hemel maakt een einde aan de schaduwen;
o res mirabilis, manducat Dominum
O, groot wonder dienaren,
pauper, servus, et humilis.
arm en nederig nuttigen hun Heer.

2. Te, trina Deitas unaque, poscimus,
U, God, drievuldig en één zie, wij bidden U
sic nos tu visita, sicut te colimus:
Kom ons zo bezoeken zoals wij U vereren,
per tuas semitas duc nos quo tendimus:
leid ons langs Uw weg waarheen wij willen gaan
ad lucem quam inhabitas. Amen.
naar het licht dat Uw woning is. Amen.


Moge de Heer ons het geloof van Thomas schenken!