Zondag
4 mei 2025
Dodenherdenking
derde zondag van Pasen (C) ■
|
Intredelied:
1. Heer, laat Uw Woord ons leiden,
dat ons door alle tijden
Uw Boodschap doet verstaan;
Heer, wil met Uw genaden
Uw kind`ren overladen,
opdat wij veilig tot U gaan.
|
2. Gij zijt de Weg en Waarheid.
Schenk ons in volle klaarheid
Uw Woord als daag`lijks brood.
Geef ons Uw licht en leven.
Leer ons aan ieder geven
Uw grote liefde tot de dood. ■
|
Schuldbelijdenis:
Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, dat ik gezondigd heb, in woord en gedachte, in doen en laten, door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd,
|
alle engelen en heiligen, en u, broeders en zusters, voor mij te bidden tot de Heer onze God. ■
|
Heer ontferm U:
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons. ■
|
Eer aan God:
Eer aan God in den hoge, en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft.
Wij loven U.
Wij prijzen en aanbidden U.
Wij verheerlijken U en zeggen U dank voor Uw grote heerlijkheid.
Heer God, hemelse Koning,
|
God, Almachtige Vader,
Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus;
Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader,
Gij, die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons;
Gij, die wegneemt de zonden der wereld,
|
aanvaard ons gebed;
Gij, die zit aan de rechterhand van de Vader; ontferm U over ons.
Want Gij alleen zijt de Heilige.
Gij alleen de Heer.
Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus.
Met de Heilige Geest, in de
|
heerlijkheid van God de Vader. Amen. ■
|
Tweede lezing:
Uit de Openbaring van de heilige apostel Johannes (Ap. 5,11-14)
Ik, Johannes zag toe
en hoorde de stem van talloze engelen rondom de troon
en de stem van levende
|
wezens en van de oudsten;
en hun getal was tienduizenden tienduizendtallen
en duizenden duizendtallen; en zij riepen luid:
“Waardig is het Lam dat geslacht werd
te ontvangen de macht en
|
de rijkdom,
de wijsheid en de kracht,
en eer en heerlijkheid en lof.”
En elk schepsel in de hemel en op de aarde
en onder de aarde en in de zee,
het ganse heelal hoorde ik roepen:
|
Aan Hem die gezeten is op de troon en aan het Lam
zij de lof en de eer en de roem en de kracht
in de eeuwen der eeuwen!”
En de vier levende wezens zeiden:
“Amen.”
En de oudsten vielen in aanbidding neer.
|
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Tussenzang (2):
Alleluia! Amen!
(Lof zij U, o Heer!)
1. Looft alle volken, Jahweh, onze God
en brengt Hem eer, alle naties.
Alleluia! Amen!
(Lof zij U, o Heer!)
|
2. Groot is de liefde, die Hij aan ons gaf
Zijn trouw blijft eeuwiglang duren.
Alleluia! Amen!
(Lof zij U, o Heer!) ■
|
Evangelie:
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes (Joh. 21,1-19)
In die tijd verscheen Jezus andermaal aan de leerlingen
bij het meer van Tiberias.
|
De verschijning verliep als volgt:
Er waren bijeen
Simon Petrus, Tomas die ook Didymus genoemd wordt,
Natanaël uit Kana in Galilea,
de zonen van Zebedeus en nog twee van zijn
|
leerlingen.
Simon Petrus zei tot hen:
“Ik ga vissen.”
Zij antwoordden:
“Dan gaan wij mee.”
Zij gingen dus op weg en klommen in de boot
maar ze vingen die nacht niets.
Toen het reeds morgen
|
begon te worden
stond Jezus aan het strand,
maar de leerlingen wisten niet dat het Jezus was.
Jezus sprak hen aan:
“Vrienden, hebben jullie soms wat vis?”
“Neen,“ zeiden ze.
Toen beval Hij hun:
|
“Werpt het net uit, rechts van de boot,
daar zult ge iets vangen.”
Nadat ze dit gedaan hadden,
waren ze niet meer bij machte het net op te halen
vanwege de grote hoeveelheid vissen.
Daarop zei de leerling van
|
wie Jezus veel hield tot Petrus:
“Het is de Heer!”
Toen Simon Petrus hoorde dat het de Heer was
trok hij zijn bovenkleed aan
-want hij droeg slechts een onderkleed -
en sprong in het meer.
De andere leerlingen
|
kwamen met de boot,
want zij waren niet ver van de kust,
slechts ongeveer tweehonderd el,
en sleepten het net met de vissen achter zich aan.
Toen zij aan land waren gestapt,
zagen zij dat er een
|
houtskoolvuur was aangelegd
met vis erop en brood.
Jezus sprak tot hen:
“Haalt wat van de vis die gij juist gevangen hebt.”
Simon Petrus ging weer aan boord en sleepte het net aan land.
Het was vol grote vissen,
|
honderddrieënvijftig stuks
en ofschoon het er zoveel waren, scheurde het net niet.
Jezus zei hun:
“Komt ontbijten.”
Wetend dat het de Heer was durfde geen van de leerlingen Hem vragen:
“Wie zijt Gij?”
|
Jezus trad dichterbij,
nam het brood en gaf het hun
en zo ook de vis.
Dit was nu de derde keer dat Jezus aan de leerlingen verscheen
sinds Hij uit de doden was opgestaan.
|
Na het ontbijt zei Jezus tot Simon Petrus:
“Simon, zoon van Johannes,
hebt gij Mij meer lief dan dezen Mij liefhebben?”
Hij antwoordde:
“Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin.”
Jezus zei hem:
|
“Weid mijn lammeren.”
Nog een tweede maal zei Hij tot hem:
“Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief?”
En deze antwoordde:
“Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin.”
Jezus hernam:
|
“Hoed mijn schapen.”
Voor de derde maal vroeg Hij:
“Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief?”
Nu werd Petrus bedroefd,
omdat Hij hem voor de derde maal vroeg:
Hebt ge Mij lief? en hij zei
|
Hem:
“Heer, Gij weet alles; Gij weet dat ik U bemin.”
Daarop zei Jezus hem:
“Weid mijn schapen.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u:
Toen ge jong waart
deedt ge zelf uw gordel om en gingt waarheen ge
|
wilde,
maar wanneer ge oud zijt zult ge uw handen uitstrekken,
een ander zal u omgorden
en u brengen waarheen ge niet wilt.”
Hiermee zinspeelde Hij op de dood
waardoor Hij God zou
|
verheerlijken.
En na deze woorden zei Hij hem:
“Volg Mij.”
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God. ■
|
Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in God de almachtige Vader,
schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de Maagd
|
Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus
is gekruisigd, gestorven en begraven,
die nedergedaald is ter helle,
de derde dag verrezen uit de doden,
die opgestegen is ten
|
hemel,
zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;
vandaar zal Hij komen oordelen
de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest:
de heilige katholieke Kerk,
de gemeenschap van de
|
heiligen,
de vergeving van de zonden,
de verrijzenis van het lichaam,
en het eeuwig leven.
Amen. ■
|
Voorbede:
- dat alle Christenen zó mogen leven dat hun woorden en daden ervan getuigen dat zij werkelijk in de Heer geloven en dat zij van Hem houden. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat er een eind aan alle onrecht en geweld in deze wereld mag komen. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
|
- dat wij niet bang zijn om van ons geloof te getuigen. Laat ons bidden.
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons. ■
|
Offerandelied:
Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer,
alleluia, alleluia!
1. Ja heel de aarde moet God wel prijzen,
loven Zijn machtig beleid,
omdat Hij steeds op wondere wijze
|
alles bestuurt in gerechtigheid
Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer,
alleluia, alleluia!
3. Hij is de God, die ons verblijdde
die onze nood heeft verstaan
|
die ons een hemels Paasmaal bereidde
en zonder vrees door de wereld laat gaan
Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer,
alleluia, alleluia! ■
|
Bede over de gaven:
Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van Zijn naam, tot welzijn van ons van heel Zijn heilige Kerk. ■
|
Heilig:
Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten!
Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid.
Hosanna in den hoge!
Gezegend Hij die komt in de naam des Heren
Hosanna in den hoge! ■
|
Acclamatie:
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker,
verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. ■
|
Onze Vader:
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze
|
schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade. ■
|
Doxologie:
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen ■
|
Lam Gods:
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons
Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, geef ons de vrede ■
|
Uitnodiging:
Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spréék en ik zal gezond worden. ■
|
Communielied:
1. “Ik ben verrezen”, zingt de Heer, “alleluia;
voor Mij geen dood en lijden meer, alleluia;
God heeft zijn hand op Mij gelegd, alleluia.
Ik ben, zoals Ik heb gezegd, alleluia.”
Alleluia, alleluia, alleluia.
|
2. Dit is de dag door Hem gemaakt, alleluia,
door ons gevierd, door ons gesmaakt, alleluia,
de dag van Hem die eeuwig leeft, alleluia,
die leven heeft en leven geeft, alleluia.
Alleluia, alleluia, alleluia. ■
|
Communielied (2):
1. Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
|
6. Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik doch vroom mag blijven,
uw dienaar t`aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart
|
doorwondt. ■
|
Moge de ware vrede en oprechtheid bezit nemen van onze harten en heel de wereld! ■
|
|