Liturgie:Lied 1305

Uit Parwiki

Licht dat ons aanstoot in de morgen

1. Licht dat ons aanstoot in de morgen, voortijdig licht waarin wij staan.
Koud één voor één en ongeborgen, licht overdek mij, vuur mij aan.
Dat ik niet uitval, dat wij allen zo zwaar en droevig als wij zijn,
niet uit elkaars genade vallen en doelloos en onvindbaar zijn.

2. Licht van mijn stad de stedehouder, aanhoudend licht dat overwint.
Vaderlijk licht, steevaste schouder, draag mij, ik ben jouw kijkend kind.
Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of er ergens al de wereld daagt
waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt.

3. Alles zal zwichten en verwaaien, wat op het licht niet is geijkt.
Taal zal alleen verwoesting zaaien en van ons doen geen daad beklijft.
Veelstemmig licht om aan te horen zolang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen, eerstgeboren, licht, laatste woord van hem die leeft.