Liturgie:Lied 1345

Uit Parwiki

Sint Jozef, gij waart ambachtsman

1. Sint Jozef, gij waart ambachtsman,
en droegt er al de lasten van;
in `t zweet uws aanschijns wont g`uw brood;
g`en klaagdet niet, al had gij nood,
maar dacht vol hop en onvervaard
"Dat God bewaart is wel bewaard!"

2. Sint Jozef was te Bethlehem
en elkendeen miswelkomde` em
ofschoon, in zulk gezelschap, daar
nooit keizer was noch vorst, voorwaar.
Des zei Sint Jozef, onvervaard:
"Dat God bewaart is wel bewaard!"

3. Sint Jozef moeste langs de baan,
in `t vreemde en naar Egypten gaan;
maar waar hij ging of waar hij stond,
hij Jezus en Maria vond;
zo dacht hij, altijd onvervaard:
"Dat God bewaart is wel bewaard!"

4. Heer Jezus was verloren eens
en oorzaak van veel droef geweens,
maar Jozef met Maria zocht,
tot dat hij Jezus wederbrocht,
en zei, voortaan heel onvervaard:
"Dat God bewaart is wel bewaard!"

5. Sint Jozef deed den laatsten stap
uit dit ellendig ballingschap,
aan Jezus` hand, naar de eeuwigheid,
en door Maria voorbereid.
O zalig sterven, onvervaard:
"Dat God bewaart is wel bewaard!"