Begraafplaats Gods Akker, kerkhofreglement

Uit Parwiki


Reglement van de R.K. Begraafplaats, "Gods Akker" te Meers.


1 Algemene bepalingen

Begripsaanduidingen
Artikel 1
In dit Reglement wordt verstaan onder:

  • a. bestuur: het Kerkbestuur van de R.K. parochie H. Jozef te Meers, adres Lijsterhof 9, 6181 KD Elsloo, ; eigenares van de begraafplaats.
  • b. begraafplaats: het terrein bestemd voor het begraven van overledenen en voor het begraven of bijzetten van asbussen van overledenen, geheten Gods Akker, gelegen aan de Vresmansstraat te Meers-Elsloo.
  • c. beheerder: degene die door het bestuur is belast met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats.
  • d. eigen (urnen-)graf: een ruimte op de begraafplaats, bestemd voor het begraven van een of meer overledenen of hun asbussen, waarvan het gebruiksrecht voor de duur van 20 jaar is verleend aan één rechthebbende volgens de voorwaarden van dit reglement, welk recht kan worden verlengd.
  • e. rechthebbende: de meerderjarige persoon aan wie het recht op een eigen (urnen)graf is verleend.
  • f. grafrechten: het recht op een eigen (urnen-)graf en het recht op bewaring van een asbus in de urnenbewaarplaats.
  • g. bijzetting:
  • 1. het begraven van een overledene in een graf waarin reeds een overledene is begraven;
  • 2. het begraven van een asbus/urn in een graf waarin reeds een overledene of een asbus/urn is begraven;
  • 3. het plaatsen van een asbus/urn in de urnenbewaarplaats/urnengraf.
  • h. asbus: hermetisch afgesloten koker met de as van de overledene, waarop diens naam en voorletters, alsmede een registratienummer in onuitwisbare letters en cijfers staan vermeld.
  • i. urn: voorwerp waarin een of meer asbussen zijn opgeborgen. De bepalingen voor asbussen in dit reglement gelden ook voor urnen.
  • j. urnen-bewaarplaats/-graf: voorziening op de begraafplaats waarin asbussen of urnen in een onverbrekelijk afgesloten ruimte worden opgeborgen/begraven.


Bestuur
Artikel 2
Het bestuur is gebonden aan het Algemeen Reglement voor het bestuur van een parochie van de Rooms Katholieke Kerk in Nederland en terzake van het beheer van de begraafplaats bovendien aan dit Reglement.

Beheerder

Artikel 3
Het bestuur kan een van zijn leden of een andere persoon, in dit reglement te noemen de beheerder, belasten met de dagelijkse leiding en het beheer van de begraafplaats. De beheerder is bevoegd om namens het bestuur opdrachten te verlenen, het beheer van de begraafplaats betreffende en om namens het bestuur grafrechten te verlenen.

Bescheiden vóór een begraving

Artikel 4
Voor de begraving dient het verlof tot begraving en tot de bezorging van de as te worden getoond. De voor de begraving en bewaring van een asbus noodzakelijke bescheiden, zoals de grafakte en de kwitantie van betaling van de verschuldigde rechten of een deugdelijk bewijs van begraving of bewaring van een asbus voor rekening van derden en de eventuele autorisatie van de rechthebbende moeten vóór de begraving c.q. bewaring aan de beheerder worden overlegd.

De begraving en de bewaring van een asbus

Artikel 5

  • 1. Een begraving of de bewaring van een asbus geschiedt op een dag en uur, met de beheerder tevoren overeen te komen en volgens aanwijzing van de beheerder.
  • 2. De lijkkist, dan wel het omhulsel en de asbus moeten zijn voorzien van een registratienummer. Dit registratienummer moet worden opgenomen in de administratie van de begraafplaats


Werkzaamheden op de begraafplaats
Artikel 6

  • 1. Het delven en dichten van graven, het openen van een graf, het opdelven van stoffelijke resten en het bijzetten van asbussen geschieden uitsluitend door het personeel van de begraafplaats of, in opdracht van het bestuur, door derden.
  • 2. Het bestuur geeft aan hen, die door de rechthebbenden zijn belast met de bouw, de aanleg of het onderhoud van de graftekens en/of beplantingen gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten op tijden dat de begraafplaats daarvoor geopend is. Zij volgen hierbij de aanwijzigingen van de beheerder.
  • 3. Geen werkzaamheden mogen worden verricht op zon- en feestdagen en tijdens begravingen en bijzettingen.
  • 4. Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te worden meegenomen of te worden geplaatst of gestort volgens aanwijzigingen van de beheerder.


Bezoekers
Artikel 7
Het bestuur bepaalt de tijden, waarop de begraafplaats voor bezoekers toegankelijk is. De begraafplaats is voor auto's en voor fietsen (al dan niet met hulpmotor) gesloten. De beheerder kan voor mindervaliden uitzondering toestaan. Honden, met uitzondering van blindengeleidehonden, worden niet op de begraafplaats toegelaten. Bezoekers dienen luidruchtigheid te vermijden en zich passend te gedragen. Voor het houden van dodenherdenkingen of de plechtige onthulling van een grafteken moet tevoren schriftelijk toestemming zijn verkregen van het bestuur.

Administratie

Artikel 8

  • 1. Het bestuur is verantwoordelijk voor de wettelijke verplichting tot het voeren van de administratie van de begraafplaats. De administratie bevat in ieder geval een register van de overledenen met vermelding van hun registratienummer en aanduiding van de plaats op de begraafplaats waar zij begraven zijn, alsmede een dergelijk register van de bewaarde asbussen. Deze registers zijn openbaar. Daarnaast bestaat er het nabestaanden bestand grafrechten, waarin de namen en adressen van alle rechthebbenden worden geregistreerd.
  • 2. Het boekjaar van de begraafplaats loopt van 1 januari tot en met 31 december. Alle rechten verleend tot en met juni, worden geacht te zijn verleend per 1 januari daaraan voorafgaand. Alle rechten verleend vanaf juli worden geacht te zijn verleend per 1 januari daaropvolgend.


2 Het vestigen van grafrechten

Schriftelijke overeenkomst
Artikel 9
Een grafrecht wordt gevestigd door een schriftelijke overeenkomst met het bestuur, genaamd grafakte.

Uitgifte van graven

Artikel 10
De graven van een gravenveld worden in volgorde, door de beheerder te bepalen, uitgegeven. Een bepaalde grafruimte kan niet worden gereserveerd tenzij een recht verworven als hiervoor in Artikel 11 is bedoeld.

Recht op eigen (urnen-)graf

Artikel 11
Het bestuur kan aan één meerderjarig persoon het uitsluitend recht verlenen om voor twintig jaren gebruik te maken van een bepaalde (urnen-)grafruimte, ten behoeve van hemzelf, de echtgenoot, pleeg- of stiefkind of bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad. Dit recht wordt verleend onder de voorwaarden, in dit reglement gesteld of door het bestuur later te stellen. In ieder geval moet betaling op grond van Artikel 38 van dit reglement zijn geschied en moet bij de rechtsverkrijging schriftelijk worden ingestemd met het ruimen van het graf (Artikel 41) wanneer dit recht, door welke oorzaak dan ook, geëindigd is. Reservering van grafruimte is ook mogelijk tegen betaling op grond van artikel 38. Tussentijdse opzegging van de reservering is mogelijk, echter zonder teruggave van de reeds betaalde gelden.

Adres rechthebbende

Artikel 12
De rechthebbende is verplicht zijn adres aan het bestuur op te geven, alsmede de wijziging van zijn adres.

Overlijden rechthebbende

Artikel 13
Na overlijden van een rechthebbende moeten de rechtverkrijgenden één persoon aanwijzen, die als rechthebbende zal optreden. Deze persoon moet met vermelding van zijn adres aan het bestuur schriftelijk worden bekend gemaakt, binnen één jaar na bedoeld overlijden. Wanneer na één jaar na bedoeld overlijden geen aanwijzing, zoals hierboven omschreven, heeft plaatsgevonden en aan het bestuur is gemeld, vervalt het verleende grafrecht. Er bestaat dan geen recht op evenredige terugbetaling.

Overdracht grafrecht

Artikel 14
Een rechthebbende kan zijn rechten aan een ander persoon overdragen, wanneer dit schriftelijk geschiedt en een afschrift van deze overdracht met vermelding van het adres van de rechtsopvolger, door de rechthebbende aan het bestuur is toegezonden. Overdracht aan een ander dan de echtgenoot, pleeg- of stiefkind of een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad van de rechthebbende is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan naar het oordeel van het bestuur.

Weigering tot begraving of bijzetting

Artikel 15
Het bestuur behoudt zich het recht voor, ook nadat grafrechten zijn verleend, om canonieke redenen begraving van een overledene en met name de bijzetting in een dubbel graf, een familiegraf of de urnenbewaarplaats te weigeren, onder teruggave van de reeds betaalde rechten, of alleen de begraving op een bepaald gedeelte van de begraafplaats toe te staan.

Ontbindende voorwaarden grafrechten

Artikel 16
Het bestuur verleent grafrechten uitdrukkelijk voor de tijd, gedurende welke het terreingedeelte, waarin zich de (urnen-)graven bevinden, tot de begraafplaats blijft behoren en voor de tijd dat de begraafplaats in exploitatie blijft. Aan de toegekende grafrechten kan geen titel ontleend worden zich te verzetten tegen de bestemmingsverandering van (een gedeelte van) de begraafplaats of tegen de voorgenomen sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats.

3 Het verlengen van grafrechten

Schriftelijk informeren van de rechthebbende
Artikel 17

  • 1. Het bestuur zal uiterlijk één jaar voor het verstrijken van een termijn, waarvoor grafrechten zijn verleend en die kunnen worden verlengd, de rechthebbende schriftelijk attenderen op het termineren van de grafrechten en de voorwaarden bekend maken, waaronder deze kunnen worden verlengd voor de termijn van tien jaar.
  • 2. Indien het adres van de rechthebbende niet kan worden achterhaald, dan zal bij het ontbreken van het adres het termineren van de termijn door aanplakking worden meegedeeld bij het graf en op het Mededelingenbord op de begraafplaats. De mededelingen blijven aangeplakt tot het einde van de termijn van het grafrecht.


Verzoek rechthebbende
Artikel 18

  • 1. Een rechthebbende kan voor de afloop van de termijn schriftelijk verlenging van zijn rechten aanvragen voor een aansluitende termijn van tien jaren.
  • 2. Het bestuur zal een aanvrage ingevolge lid 1 inwilligen. Indien bijzondere redenen, zoals de ruiming van een gravenveld, de voortzetting van het grafrecht in de weg staan, zal een graf elders op de begraafplaats worden aangeboden, alwaar het grafrecht kan worden voortgezet. De kosten van de overbrenging van de stoffelijke resten komen voor rekening van het bestuur.


Voorwaarden voor verlenging
Artikel 19

  • 1. De verlenging van grafrechten wordt slechts verleend wanneer het onderhoud van het graf zich naar het oordeel van het bestuur niet bevindt in kennelijke staat van verwaarlozing en op de voorwaarden geldend op het tijdstip waarop de verlenging ingaat en volgens de alsdan geldende tarieven.
  • 2. Het bestuur behoudt zich het recht voor de grafrechten, in zoverre geen gebruik tot begraven is gemaakt, niet te verlengen. In dat geval wordt de rechthebbende in de gelegenheid gesteld elders op de begraafplaats een grafrecht te vestigen.


Verlenging bij bijzetting
Artikel 20
Wanneer in een eigen (urnen-)graf bestemd tot het begraven van meerdere overledenen een bijzetting heeft plaatsgevonden, wordt een lopende termijn van het grafrecht:

  • a. ingeval van een bijzetting van een asbus/urn zodanig verlengd dat het grafrecht een periode van twintig jaar bestrijkt
  • b. ingeval van een andere bijzetting dan van een asbus/urn verlengd met tien jaar mits van het grafrecht reeds tien jaar verstreken zijn.

De verlengde periode is te rekenen vanaf de datum van bijzetting.

4 Einde van de grafrechten

Artikel 21
De grafrechten vervallen:

  • a. door het verlopen van de gestelde termijn;
  • b. indien de betaling van een overeengekomen verlenging van het grafrecht niet binnen een jaar na aanvang van de verlenging overeenkomstig artikel 38 van dit reglement is geschied;
  • c. indien de rechthebbende is overleden en geen aanwijzing en mededeling volgens artikel 13 heeft plaatsgevonden;
  • d. indien een terreingedeelte, waarin zich de (urnen-)graven bevinden, aan de bestemming van begraafplaats wordt onttrokken of wanneer de begraafplaats niet meer als zodanig wordt geëxploiteerd, overeenkomstig artikel 16;
  • e. indien de aankondiging van het aflopen van de termijn van het grafrecht overeenkomstig artikel 17 bij het graf en de ingang van de begraafplaats aangeplakt is geweest en de rechthebbende gedurende die periode niet heeft gereageerd.
  • f. indien de rechthebbende het onderhoud van grafteken of beplanting verwaarloost en na sommatie weigert te doen herstellen of de herstelkosten te voldoen, overeenkomstig art. 34;
  • g. indien de rechthebbende bij onderhandse verklaring afstand doet van een verkregen grafrecht. Wanneer nog geen gebruik werd gemaakt van het recht tot begraven kan een evenredige terugbetaling plaatsvinden.


5 Indeling van de begraafplaats en onderscheid van de graven

Indeling door bestuur
Artikel 22
Het bestuur behoudt zich het recht voor de aanleg en de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de gravenvelden en het onderscheid in (urnen-)graven vast te stellen en te wijzigen.

Soorten graven
Artikel 23

  • 1. Het bestuur verleent rechten op het tijdelijk gebruik van:
  • a. een eigen familiegraf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens die voldoen aan de richtlijnen van het bestuur. Bijzetting van asbussen of urnen is toegestaan.
  • b. een eigen enkel of dubbel graf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens die voldoen aan de richtlijnen van het bestuur.
  • c. een eigen urnengraf in een vak, waarop toegelaten worden graftekens die voldoen aan de richtlijnen van het bestuur. Bijzetting van asbussen of urnen is toegestaan.
  • d. een eigen kindergraf of een eigen graf voor een doodgeborene of een onvoldragen vrucht in een vak, waarop toegelaten worden graftekens die voldoen aan de richtlijnen van het bestuur.
  • 2. De modellen graftekens worden omschreven in de voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen, zoals voorzien in Artikel 32.


Familiegraven
Artikel 24
Een familiegraf is bestemd voor het begraven van maximaal vier overledenen. Alleen de als rechthebbende ingeschreven persoon kan de personen aanwijzen, die na overlijden in een familiegraf mogen worden begraven of bijgezet.

Enkele graven

Artikel 25
In een enkel graf mag geen bijzetting plaatsvinden.

Dubbele graven

Artikel 26
Een dubbel graf is bestemd voor het begraven van twee met namen aangeduide personen. In een dubbel graf worden twee overledenen in de regel, boven elkaar (niet naast elkaar) dan wel één overledene en één asbus begraven c.q. bijgezet.

Kindergraven

Artikel 27
In een kindergraf wordt een overleden kind begraven dat niet ouder was dan 12 jaar.

Eigen urnengraf

Artikel 28
In een eigen urnengraf kunnen één of twee asbussen worden begraven.

6 Asbussen

Bewaring van asbussen.
Artikel 29
Asbussen kunnen op de begraafplaats bewaard worden door bijzetting:

  • a. in een bestaand graf;
  • b. in een eigen urnengraf in een vak en van afmetingen door het bestuur bepaald;
  • c. in de urnenbewaarplaats;


Recht op het bewaren van een asbus
Artikel 30
De artikelen 9 t/m 16 zijn van overeenkomstige toepassing voor degenen die een recht willen vestigen op het bewaren van een asbus op de begraafplaats op een van de in artikel 29 genoemde wijzen.

Ruiming van asbussen.
Artikel 31
Ruiming van een asbus na het vervallen van het recht op bewaren van de asbus geschiedt door verstrooiing van de as.

7 Graftekens en grafbeplantingen

Vergunning
Artikel 32

  • Het bestuur kan uitsluitend aan rechthebbenden uitdrukkelijk vergunning verlenen om graftekens en/of beplantingen op eigen graven te doen aanbrengen. Deze moeten voldoen aan de voorschriften voor het toelaten van graftekens en grafbeplantingen die door het bestuur zijn vastgesteld. Goedkeuring voor het toelaten van nieuwe graftekens wordt vóór het plaatsen van het grafmonument schriftelijk verleend door het bestuur/de beheerder aan de rechthebbende, met een afschrift van de vergunning aan de steenhouwerij, nadat het bestuur/de beheerder een ontwerp-tekening van het grafmonument ontvangen heeft m.v.v. de afmetingen (lxbxh in cm).
  • De voorschriften betreffende het "oude" kerkhof (Vak A en B = het gebied bedekt met kiezel) luiden: maximale lengte van de graftekens; 1,90 meter, maximale breedte 1,00 meter en een maximale hoogte van 1,10 meter. Ook zijn in vak A en B de hierna te noemen ‘kopsteentjes’ toegestaan (met de max. afmetingen van vak C en D). Op het nieuwe kerkhof (Vak C en D = het gedeelte bedekt met gras) zijn alleen graftekens zgn. ‘kopsteentjes’toegestaan met een maximale hoogte van 0,95 meter en een maximale breedte van 0,70 meter. Het zgn. voetstukje mag de afmetingen 0,90 bij 0,40 meter niet overschrijden. Kindergraftekens: Maximale hoogte 0,70 meter, maximale lengte 1,00 meter en een maximale breedte van 0,60 meter.
  • Rechthebbenden geven aan het bestuur stilzwijgend toestemming om links onderaan op de achterkant (sokkel) van het grafmonument een klein nummer in te graveren van het betreffend grafnummer. De rechthebbende moet dit nummer aan de gekozen steenhouwer melden. Ook de beheerder geeft dit nummer door indien de steenhouwer aan hem bekend is.
  • Niet-Christelijke afbeeldingen op graftekens kunnen niet worden toegestaan.

Graftekens of beplantingen, die naar het oordeel van het bestuur niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, worden door het bestuur geweigerd en kunnen na aangebracht te zijn door het bestuur op kosten van de rechthebbende worden verwijderd. Deze voorschriften worden aan iedere belanghebbende en op verzoek door de beheerder verstrekt.

Risico schade aan graftekens
Artikel 33
De graftekens blijven binnen de kaders van dit reglement volledig in beheer bij de rechthebbende. Het bestuur is niet verantwoordelijk voor de graftekens en/of voorwerpen die zich op de graven bevinden. Schade aan dan wel veroorzaakt door een grafteken en/of voorwerpen op een graf, door welke oorzaak dan ook, alsmede vermissingen komen geheel voor rekening van de rechthebbende.

Onderhoud graftekens en grafbeplanting

Artikel 34

  • 1. De graftekens en grafbeplantingen moeten ten genoege van het bestuur worden onderhouden door de rechthebbende. Onder behoorlijk onderhoud wordt mede verstaan het doen herstellen, vernieuwen of waterpas stellen van graftekens en/of beplanting.
  • 2. Wanneer naar het oordeel van het bestuur het onderhoud wordt verwaarloosd zal rechthebbende schriftelijk worden gesommeerd dit herstel of onderhoud te doen plaatsvinden. Afschrift van deze sommatie wordt, als de rechthebbende onbereikbaar is, bij het graf aangeplakt. Na een jaar is het bestuur gerechtigd ofwel het omschreven herstel of onderhoud op kosten van rechthebbende te doen plaatsvinden ofwel het grafteken en/of beplantingen op kosten van rechthebbende te doen verwijderen.

Wanneer rechthebbende verklaart deze kosten voor herstel, onderhoud of verwijdering niet te willen voldoen of wanneer rechthebbende deze kosten na uitvoering niet binnen drie maanden na factuurdatum aan het bestuur heeft voldaan of wanneer de rechthebbende in gene dele heeft gereageerd op de sommatie vervalt het grafrecht zonder dat een evenredige terugbetaling kan worden verlangd.

  • 3. De aangeplakte sommatie wordt eerst verwijderd indien de rechthebbende in het onderhoud voorziet of het grafrecht is vervallen.


Plaatsen, verwijderen, herplaatsen van een grafteken door rechthebbende
Artikel 35
Opdracht tot het plaatsen van een grafteken, tot het verwijderen van een grafteken voor een bijzetting en tot het herplaatsen daarvan na een bijzetting moet worden gegeven door de rechthebbende. Wanneer een verwijderd grafteken zich op de begraafplaats bevindt en niet binnen drie maanden na de bijzetting wordt herplaatst is het bestuur gerechtigd de delen daarvan van de begraafplaats te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de rechthebbende.

Tijdelijke verwijdering grafteken door beheerder

Artikel 36

  • 1. Indien het vanwege het beheer van de begraafplaats naar het oordeel van de beheerder nodig is kunnen het grafteken en/of de beplanting van het graf van een rechthebbende op last van en voor rekening van het bestuur worden weggenomen en kan op het graf tijdelijk zand worden gedeponeerd. De rechthebbende wordt hiervan tevoren in kennis gesteld.
  • 2. Verwelkte bloemen en ontsierde voorwerpen kunnen door de beheerder zonder voorafgaande waarschuwing van de graven worden verwijderd.


Verwijdering graftekens na einde grafrecht
Artikel 37

  • Binnen drie maanden na het eindigen van het grafrecht kunnen grafteken (inclusief fundament) en/of beplanting door de rechthebbende van het graf worden verwijderd.
  • Na verloop van drie maanden wordt de rechthebbende geacht afstand te hebben gedaan van zijn eigenaarsrechten op grafteken en/of beplanting en is het bestuur gerechtigd grafteken en/of beplanting te doen verwijderen en te doen vernietigen op kosten van de rechthebbende.


8 Tarieven en onderhoud

Tarieven
Artikel 38

  • 1. Voor het vestigen en verlengen van een grafrecht en voor bijzettingen worden tarieven geheven.
  • 2. Het tarief voor het grafrecht is samengesteld uit:
  • a. een bedrag voor de werkzaamheden aan het (urnen-)graf;
  • b. een bedrag voor de huur van de grafruimte voor de duur van het grafrecht;
  • c. een bedrag ter bestrijding van de kosten van het door het bestuur uit te voeren algemeen onderhoud van de begraafplaats, voor de duur van het grafrecht;
  • d. een bedrag ter bestrijding van de kosten van verwijdering en vernietiging van het grafteken en/of de grafbeplanting na het eindigen van het grafrecht.
  • 3. Het bestuur stelt een afzonderlijke lijst op van de voor de begraafplaats geldende tarieven. Deze tarieven worden naar het oordeel van het bestuur telkenjare aangepast, na verkregen goedkeuring van de bisschop van Roermond.


Algemeen onderhoud
Artikel 39
Het bestuur zal zorg dragen dat de afrasteringen en/of ommuringen, de gebouwen, de paden, de groenvoorziening en de beplanting van de begraafplaats worden onderhouden. Tot dit onderhoud van de begraafplaats behoren de werkzaamheden aan de groenvoorziening en de beplanting op en onmiddellijk achter de graven, in zoverre deze niet overeenkomstig artikel 32 door de rechthebbende zijn aangebracht.

Beperking onderhoudsverplichting

Artikel 40
Het bestuur verplicht zich aan het in artikel 39 omschreven onderhoud te besteden maximaal de bedragen, die uit de tarieven op grond van artikel 38 voor onderhoud zijn verkregen en daarvoor per jaar beschikbaar zijn, alsmede eventuele van overheidswege daarvoor verkregen subsidies. Deze beperking van de onderhoudsplicht geldt in het bijzonder na sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats.
Ruiming van graven en asbussen
Artikel 41
Het bestuur heeft het recht de (urnen-)graven en de in de urnenbewaarplaats bewaarde asbussen, waarvan de rechten meer dan drie maanden vervallen zijn, te doen ruimen, met inachtneming van de wettelijke termijn.

9 Overgangsbepaling

Artikel 42

  • 1. Indien de tijdsduur, welke in het verleden op de begraafplaats aan een grafrecht werd verbonden, niet meer aantoonbaar is vast te stellen, wordt deze door het bestuur bij het van kracht worden van dit reglement vastgesteld op 25 jaren. Het tariefonderdeel voor de grafhuur, zoals bedoeld in artikel 38, lid 2 sub b, is derhalve gedurende deze periode niet verschuldigd.
  • 2. Rechthebbenden met een grafrecht, aantoonbaar voor onbepaalde tijd verleend, zijn niet het tariefonderdeel verschuldigd voor de grafhuur, zoals bedoeld in artikel 38, lid 2 sub b.


10 Slotbepalingen

Sluiting van een begraafplaats
Artikel 43
Het bestuur behoudt zich het recht voor de begraafplaats voor begravingen en voor het bewaren van asbussen te sluiten of gesloten te doen verklaren. Uitsluitend de betalingen voor begravingen, waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden daarna door het bestuur aan rechthebbende gerestitueerd. Het bestuur is niet aansprakelijk voor opgravings- en overplaatsingskosten van resten en/of graftekens naar een andere begraafplaats.

Klachten

Artikel 44
Belanghebbenden kunnen omtrent feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het bestuur een schriftelijke klacht indienen. Het bestuur zal binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht beslissen en de klager schriftelijk daarvan in kennis stellen.

Onvoorzien

Artikel 45
Voor de begraafplaats gelden de bepalingen van de Wet op de Lijkbezorging en aanverwante regelingen. Dit reglement wordt geacht daarmee niet strijdig te zijn. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

Vervallen-verklaringen eerdere reglementen

Artikel 46
Het bestuur herroept de bepalingen en voorschriften van eerdere reglementen, de begraafplaats betreffende en stelt dit reglement daarvoor in de plaats.

Wijziging reglement

Artikel 47
Dit reglement heeft de goedkeuring van de bisschop van Roermond. Het bestuur is gerechtigd dit reglement te wijzigen. Wijzigingen in dit reglement behoeven eveneens de goedkeuring van de bisschop van Roermond. De rechthebbenden worden van de wijzigingen in kennis gesteld. Dit reglement is vastgesteld in de vergadering van het bestuur d.d. 21 mei 1996 en goedgekeurd door de bisschop van Roermond d.d. 15 januari 1997 en van toepassing verklaard met ingang van 1 januari 1997.