- Archief
- Elsloos Jeugdkoor foto's
- H. Hubertus
- Het bluuske
- Humor in de pastoraal
- Inboedel verworven na 1992
- Installatie pastoor Houben in 1936
- Kapel Aelserhof
- Kapel Catsop
- Kapelaan Berix
- Kruisprocessie
- Kruisweg Goede Vrijdag Elsloo 2012
- Liber Memorialis
- Missen in de Syrisch-katholieke ritus
- Onze parochie
- Parochiezaal, motivatie
- Restauratie St. Augustinuskerk
- Sacramentsprocessie
- St. Augustinuskerk buiten (na restauratie)
- Tolle et Lege
Winandus van Meers of van Elsloo: verschil tussen versies
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 15: | Regel 15: | ||
winanduskapel= | winanduskapel= | ||
{{Catsop kapel}} | {{Catsop kapel}} | ||
− | </tabber> | + | </tabber><br> |
__TOC__ | __TOC__ | ||
|- | |- | ||
Regel 27: | Regel 27: | ||
===Over Winandus die binnen een uur van Jeruzalem naar het bisdom Luik werd overgebracht.=== | ===Over Winandus die binnen een uur van Jeruzalem naar het bisdom Luik werd overgebracht.=== | ||
− | {|{{Stijl lichtgeel}} | + | {|{{Stijl lichtgeel}} cellpadding=10 |
|align=justify|In een dorp in het bisdom Luik dat Elzelo (= Elsloo) heet, woonde een vrome leek, die Winandus heette. Hij was de oom van de moeder van onze monnik Winandus, die naar hem genoemd werd. Op zekere dag trok hij met een aantal mannen uit zijn omgeving op bedevaart naar Jeruzalem. Toen zij zich daar op paasdag na de plechtigheden van de missen klaarmaakten om naar huis terug te keren, sprak genoemde Winandus, zoals het een vroom man betaamt:<br> | |align=justify|In een dorp in het bisdom Luik dat Elzelo (= Elsloo) heet, woonde een vrome leek, die Winandus heette. Hij was de oom van de moeder van onze monnik Winandus, die naar hem genoemd werd. Op zekere dag trok hij met een aantal mannen uit zijn omgeving op bedevaart naar Jeruzalem. Toen zij zich daar op paasdag na de plechtigheden van de missen klaarmaakten om naar huis terug te keren, sprak genoemde Winandus, zoals het een vroom man betaamt:<br> | ||
:<i>“Het past ons broeders dat wij op deze allerheiligste dag uitrusten, en alle gebedstijden bijwonen”.</i><br> | :<i>“Het past ons broeders dat wij op deze allerheiligste dag uitrusten, en alle gebedstijden bijwonen”.</i><br> | ||
Regel 89: | Regel 89: | ||
Om hunne spotternijen te ontvluchten, aanvaardde zo Wynand met het geld dat hem van zijn snelle reis was overgebleven, een pelgrimstocht naar Sint Jacob van Compostella in Spanje, een der geliefkoosde bedevaartplaatsen onzer voorouders, en was nog vóór zijn reisgenooten uit Jerusalem aankwamen, in Elsloo terug. Weldra kwamen ook dezen thuis, en nu moest men van weerszijden aan het wonder gelooven: de reisgenooten verklaarden, dat Wynand nog op Paschen te Jerusalem bij hen was geweest, en de dorpers van Elsloo getuigden, dat zij hem op Paaschmaandag in hun midden hadden gezien.<br> | Om hunne spotternijen te ontvluchten, aanvaardde zo Wynand met het geld dat hem van zijn snelle reis was overgebleven, een pelgrimstocht naar Sint Jacob van Compostella in Spanje, een der geliefkoosde bedevaartplaatsen onzer voorouders, en was nog vóór zijn reisgenooten uit Jerusalem aankwamen, in Elsloo terug. Weldra kwamen ook dezen thuis, en nu moest men van weerszijden aan het wonder gelooven: de reisgenooten verklaarden, dat Wynand nog op Paschen te Jerusalem bij hen was geweest, en de dorpers van Elsloo getuigden, dat zij hem op Paaschmaandag in hun midden hadden gezien.<br> | ||
Tot zoo verre Caesarius, de beroemde monnik van Heisterbach.<br> | Tot zoo verre Caesarius, de beroemde monnik van Heisterbach.<br> | ||
− | "De bron," soo zegt de geleerde archivarius [[Jozef Habets|Habets]],<ref>[[Jozef Habets|Jos. {{sc|Habets}}]], “Een woord over Wijnand van Elsloo en diens wonderbare reis naar Jerusalem. - 1180. ”, in: ''Publications de la Société d'Archéologie dans le duché de Limbourg'', Maestricht, 1865, deel II, p. 145-159 | + | "De bron," soo zegt de geleerde archivarius [[Jozef Habets|Habets]],<ref>[[Jozef Habets|Jos. {{sc|Habets}}]], “Een woord over Wijnand van Elsloo en diens wonderbare reis naar Jerusalem. - 1180. ”, in: ''Publications de la Société d'Archéologie dans le duché de Limbourg'', Maestricht, 1865, deel II, p. 145-159.</ref>,waaruit de schrijver de reis van Wynandus van Elsloo putte, levert ons meer dan éénen waarborg voor hare autenticiteit.<br> |
De man, die deze geschiedenis verhaalde, was een ambtgenoot van den schrijver, een medebroeder in zijn klooster Heisterbach, en bijgevolg aan den schrijver wel bekend; hij was verder een achterneef van den held der geschiedenis, die hem als peet gediend had bij het H. Doopsel en een oom geweest was zijner moeder. Misschien was hij van Elsloo geboortig en ooggetuige der wonderbare reis. Gewis had hij het feit van vele menschen, die er persoonlijk getuigen van geweest wareen, hooren vertellen. Er bestaat dus, noch van de kant van den verhaler, ncohf an den kant van den schrijver, enige reden om de echtheid der legende te betwijfelen."<br> | De man, die deze geschiedenis verhaalde, was een ambtgenoot van den schrijver, een medebroeder in zijn klooster Heisterbach, en bijgevolg aan den schrijver wel bekend; hij was verder een achterneef van den held der geschiedenis, die hem als peet gediend had bij het H. Doopsel en een oom geweest was zijner moeder. Misschien was hij van Elsloo geboortig en ooggetuige der wonderbare reis. Gewis had hij het feit van vele menschen, die er persoonlijk getuigen van geweest wareen, hooren vertellen. Er bestaat dus, noch van de kant van den verhaler, ncohf an den kant van den schrijver, enige reden om de echtheid der legende te betwijfelen."<br> | ||
De tijd waarin dit wonderbaar feit is voorgevallen, ligt volgens den Jesuïet Fisen ( in zijn werk <i>Bloemen der Luiksche Kerk</i>) voor het jaar 1200. [[Jozef Habets|Habets]] oordeelt, dat het moet geplaatst worden vóór de verovering van Jerusalem door Saladijn, toen de Christen pelgrims nog ongehinderd de heilige plaatsen konden bezoeken, dus omstreeks het jaar 1180.<br> | De tijd waarin dit wonderbaar feit is voorgevallen, ligt volgens den Jesuïet Fisen ( in zijn werk <i>Bloemen der Luiksche Kerk</i>) voor het jaar 1200. [[Jozef Habets|Habets]] oordeelt, dat het moet geplaatst worden vóór de verovering van Jerusalem door Saladijn, toen de Christen pelgrims nog ongehinderd de heilige plaatsen konden bezoeken, dus omstreeks het jaar 1180.<br> | ||
Regel 122: | Regel 122: | ||
[[Category: Catsop kapel]] | [[Category: Catsop kapel]] | ||
[[Category: Archief Meers]] | [[Category: Archief Meers]] | ||
+ | [[Category: Parochiegeschiedenis]] |
Huidige versie van 4 jan 2025 om 22:22
1 InleidingOver Winandus naar wie de kapel in Catsop (Elsloo) is genoemd gaan nogal wat verhalen en fantasieën. Hij wordt ook wel de heilige Winandus genoemd, maar zijn bestaan is allerminst zeker. Hij is beslist geen officieel erkende heilige van de Kerk. 2 Over Winandus die binnen een uur van Jeruzalem naar het bisdom Luik werd overgebracht.
Pas in de 15e eeuw wordt vermeld, wat overigens best kan, dat Winandus van Kleine Meers zou zijn. Het verhaal moet spelen ergens tussen 1150 en 1187, een periode waarin bedevaarders toegang hadden tot Jeruzalem. Of dit verhaal op waarheid berust? Te oordelen naar de rest van de sterke verhalen van Caesarius is dat niet erg waarschijnlijk. De bedoeling van zijn tekst, geschreven voor novicen van het klooster, was duidelijk: Je moet zon- en feestdagen heiligen! 3 Enkele heel oude artikelen over Winandus3.1 "Godsdienstig-staatskundig Dagblad" (10 november 1890)Bezoek Kapel Catsop. 3.2 Een onbekend knipsel (eind 19de eeuw?)Een door ons nog niet verder geïdentificeerd tijdschrift- of krantenartikel, kennelijk eind 19de eeuw, (dat zich beroept op de Volks-Missionaris, het tijdschrift van de redemptoristen) vermeldt het volgende: Feuilleton Gedeeltelijk in het heerlijke Maasdal, gedeeltelijk op de groene hoogte, die langs het dal steil oprijst, ligt het bekoorlijke Elsloo. Rijk aan riddersagen en behoorlijke legenden is die aantrekkelijke streek; maar geene is er thans nog zo levendig als het wonderbaar leven van Wynand, een harer beroemste ingezetenen.
Zo luid ook nog altijd de volksoverlevering te Elsloo, en zij voegt er bij, dat het gehucht Catsop zijn naam zou te danken hebben aan de stad Gaza of Gutzur in Palestina, als zijnde de stad in welker omstreken Wynand door den Engel ontmoet werd. 4 Een foto-impressie, WinanduscyclusIn de Winanduskapel te Catsop wordt de legende op het plafond en op het antependium van het altaar uitgebeeld. 5 Voetnoten
|