Het bluuske

Uit Parwiki
alt text
Kapel Catsop (op kruising: Daalstraat, Het Einde, Op den Dries)

1 Een verhaal rond deze kapel

Harrie van Hees die een sigarenfabriek boven op zolder in de Hof van Catsop had was een verwoede jager. Hij ging bijna dagelijks op jacht en nam de sigarenmakers die hij in dienst had mee om het wild op te drijven. In die dagen dat Harrie met zijn personeel op jacht was werden er natuurlijk geen sigaren gemaakt en kwam er ook geen geld binnen en het personeel moest evengoed uitbetaald worden. Zo kwam het ook dat zijn sigarenfabriek failliet ging.
Hij liet een van zijn personeelsleden de sigarenfabriek die op de zolder in de Hof van Catsop was in brand steken. Lies Cremers zag de rook uit het dak komen. Zij waarschuwde veldwachter Bertje Pijpers die in Catsop woonde. De veldwachter riep mensen uit de omliggende woningen bij elkaar om te helpen met blussen. Zo kon de brand nog juist op tijd geblust worden voordat hij veel schade kon aanrichten in de bovenverdieping. Harrie die goed verzekerd was liet alles weer opknappen.
In die tijd was er nog geen klokje in de kapel in Catsop zodat Bertje Pijpers de mensen moest waarschuwen om te helpen met blussen. Door dat voorval met die brand werd er later een klokje in het torentje van de kapel geplaatst zodat men bij brand de inwoners van Catsop kon waarschuwen.
Dit klokje had geen goede klank, waardoor de inwoners van Catsop schertsend zeiden: "Wat moet die bel daar in het huuske boven op de kapel."
Later werd deze naam veranderd in bluuske. Hoe dat gegaan is verder onbekend.
Jaren later na die brand heeft die man die de brand in het sigarenfabriekje op de zolder bij Harrie van Hees had aangestoken, alles over die brand op zijn sterfbed opgebiecht, maar er was niemand die hem geloofde.
Dit is mij (Wiel van Hees) door mijn Tante Bella van Hees verteld.

2 Bluuske

De beste verklaring van de naam lijkt de volgende:
Pastoor Helgers merkt naar aanleiding van het vallen van een brisantbom op 5 oktober 1942 terloops op in het Liber Memorialis blz. 206 over het "bluuske", dat gespaard bleef: "het bluuske, d.c. belhuuske, omdat daar een klok of bel hangt".


Wiel van Hees