Humor in de pastoraal

Uit Parwiki
Versie door Pastoor (overleg | bijdragen) op 3 jan 2024 om 17:22
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Wie denkt dat het werk van een priester zonder humor is kan even genieten van de volgende historische gebeurtenissen uit onze eigen parochie.
Uitleg voor know-nots staat eronder in kleine letters.


  • Onbekende opbeller: “Zou mijn schoonmoeder vanuit de St. Augustinusparochie begraven kunnen worden?"
  • Pastoor: “Als ze dood is wel.”
  • O.: “Zij is gisteren overleden en woonde in Munstergeleen.”
  • P.: “Vanuit welke kerk wilt u ze begraven: de oude of de nieuwe?”
  • O.: ???
  • P.: “De oude kerk is die bij het kanaal, de nieuwe ligt aan het D. Verschureplein.”
  • O.: stilte ... “Sinds wanneer hebben wij een kanaal in Geleen?”
(Er is ook een Augustinuskerk in Geleen.)

  • Pastoor, bij leven en welzijn wil ik op het Oud Kerkhof begraven worden!

  • Kapelaan gaat op huisbezoek.
    Een kind van ongeveer 3 jaar doet de deur open, bekijkt hem van boven tot onder, draait zich om en roept:
“Mam, de kerkboer!”

  • Zieke belt op: “Pastoor, ik kan deze maand de ziekencommunie niet ontvangen, want ik ben ziek!”

  • Zieke belt op: “Pastoor kunt U mij de ziekencommunie brengen, want ik kan niet meer naar buiten!”
“Zeker mevrouw, zal ik ze op woensdag- of op donderdagmorgen brengen?”
“Dat zal ik u vanavond komen zeggen als ik terugkom van het kienen!”

  • Vreemde misdienaar wil misdienen bij een huwelijk.
Op de vraag of hij verstand heeft van wierook antwoordt hij bevestigend.
De koster maakt het wierook aan, even later rent de misdienaar in paniek naar de kapelaan:
“Meneer, kom gauw, kom gauw, er komt rook uit dat ding!”

  • Moeder, na de boeteviering voor de eerste communie: “Hebben jullie een boeteviering gehad?”
  • Kind, duidelijk ontgoocheld: “Nee, het was binnen!”
("Boete" in het Limburgs betekent ook "buiten".)

  • Zelf gehoord bij de kruisweg in Kevelaer.
Een Nederlandse priesterstudent bad voor: “Erster Bahnhof, Jesus wird zum Tode verurteilt!”
De aanwezige Duitsers hielden het zowaar vol tot de “Vierzehnter Bahnhof!”
(In Nederlands heet het "eerste statie").

  • In het ziekenhuis bezochten we een patiënt bij wie ze naar eigen zeggen net een container hadden gestoken.
Bij vertrek hebben we hem geluk gewenst hebben omwille van het feit dat hij in elk geval geen hartcontainerisatie hoefde te ondergaan.

  • Kunstenares: "Pastoor, ik heb mijn man geschilderd en in de kamer opgehangen!"

  • "Na de dood van mijn vrouw heb ik niet meer zo gelachen!"

  • "Kunt U een Mis uit dankbaarheid opdragen voor mijn overleden man?"

  • "Pastoor, ik ben niet bijgelovig, want daar komt ongeluk van!"

  • "Goed dood, is ook niet slecht!"

  • “Pastoor ik ken u niet, maar ja, ik ga ook altijd in Meers naar de kerk!”

  • Na de Mis in de St. Augustinuskerk. Het regent. Ik bied een senioren echtpaar een lift aan. Daarop gaan zij in. Ik open de auto heel snel (het regent) en ren naar de sacristie om iets op te pikken. Na twee minuten stap ik in. Mijnheer zit rechts voor en mevrouw zit hijgend met een verfrommeld kapsel op de achterbank.
    • Mevrouw: “In de auto van onze zoon is het toch gemakkelijker instappen. Dit is zo een geschravel. Wij kregen de stoel niet naar voren geklapt.”
    • “Ja mevrouw, daarom heeft deze auto dan ook vier deuren!”

  • Overhoord in het ziekenhuis.
Dokter tot slechthorende patiënte op haar kamer:
  • "Mevrouw vindt u het goed dat ik vanmiddag een klein onderzoekje kom doen en enkele co-assistenten meebreng?"
  • Vrouw: "Dokter, mich is alles good, mér gein KO aan mie bed!"
(vert. "Dokter, voor mij is alles goed, maar geen KOE aan mijn bed!")

  • Op huisbezoek.
Dokter komt binnen op ziekenbezoek:
  • Dokter: "Dag mevrouw, en hoe is het met de stoelgang?"
  • Vrouw: "Tzemmelik!"
  • Dokter: "Kunt u me zeggen wat tzemmelik betekent?"
  • Vrouw: "Dat kan, als u me eerst zegt wat stoelgang betekent!!"
(vert. "Tzemmelik" = (zelden gebruikt) Limburgs voor "tamelijk, redelijk".)

  • Kinderlogica (februari 2022).
  • kind in parochiezaal: "Mijnheer hoe heet u eigenlijk?"
  • man: "Ik heet Piet."
  • kind: “Dat liegt u!”
  • man: “Toch, ik heet gewoon Piet.”
  • kind druipt af.
  • even later, kind fluisterend: “Hij werkt toch niet voor Sinterklaas!”