Parochieblad:Archief 1998-08-29
Het nieuwe hoofdaltaar van de St. Augustinuskerk Het neo-barok altaar werd tussen 3 en 20 augustus 1998 door een dertigtal vrijwillig(st)ers o.l.v. pastoor Achten gehaald uit de leegstaande Awwe Stiene kerk (officieel de St. Jozefkerk) aan de Kesselkade in Maastricht, daar gedemonteerd, schoongemaakt, behandeld tegen houtworm, gerestaureerd (behalve het doek) en opnieuw opgebouwd. Het altaar is oorspronkelijk in opdracht van de abt van Berne gebouwd voor de parochiekerk van Berlicum in 1847 (indien de inscriptie op de achterzijde klopt) door De Cuyper, rond een doek van Godefridus Maes. Andere kunstkenners beweren dat het altaar wellicht echt barok is en dus 17de eeuws. Hier is nog onderzoek gaande. Het doek wordt omzoomd door twee heiligen: St. Norbertus (links) en St. Augustinus. Gezien het feit dat de abt van een norbertijnenklooster dit altaar liet maken is het niet te verwonderen dat St. Norbertus, de stichter van zijn orde en St. Augustinus, wiens regel door de Norbertijnen gevolgd wordt, afgebeeld zijn. Ongetwijfeld is de aanwezigheid van het St. Augustinusbeeld aanleiding geweest om het altaar in 1933 naar Maastricht over te brengen naar de kerk van de Augustijnen. St. Augustinus van Hippo (354-430) wordt steeds afgebeeld als bisschop met een brandend hart (hier gedragen door een engel). Dit naar aanleiding van een van de beroemdste zinnen in zijn werk: "Gij hebt ons Heer naar uw beeld gemaakt, en ons hart is onrustig (brandt) totdat het rust vindt in u!" Hij is de patroon van onze kerk en van onze parochie. (feest 28 augustus) St. Norbertus van Xanten (1082-1134) wordt afgebeeld met een monstrans en met een mijter die boven zijn hoofd zweeft. Dit laatste omdat hij diverse keren geweigerd heeft om bisschop te worden. (feest 11 juli) Bovenin wordt het mysterie van de H. Drievuldigheid: Vader, Zoon en H. Geest afgebeeld. De Vader wordt afgebeeld met een wereldbol en rechts met het "alziend oog" in een driehoek. De Zoon wordt afgebeeld met het kruis waarop Hij voor ons gestorven is. De H. Geest wordt afgebeeld als een duif. Het doek, van de hand van Godefridus Maes (1649-1700), is gesigneerd en gedateerd: 1696. Het doek stelt de kruisafname voor door Jozef van Arimatea en Nicodemus. Het dode lichaam van de Heer wordt aan Zijn Moeder gegeven. Links onder staat Maria Magdalena met de spijkers van de kruisiging en de doornenkroon in haar handen. Het hele altaar is een catechese: de Drieëne God zendt zijn Zoon die zichzelf overlevert aan het kruis en die werkelijk aanwezig is in de gedaante van brood in het tabernakel. |