Parochieblad:Archief 1999-02-06

Uit Parwiki


Sprookje

Er was eens een dorp langs de Maas waar de kerk afbrandde. De bewoners lieten het daar niet bij zitten en besloten samen ter ere van de Heer een nieuwe kerk te bouwen. Met vereende krachten werd eigenhandig een mooi godshuis uit de grond gestampt. Iedereen was trots en fier hierover. Ook August die 150 jaar later leefde was apetrots dat zijn betbetbetovergrootvaders meegewerkt hadden aan dit gebouw.
Nu gebeurde het na verloop van tijd dat de toren van dit godshuis, het culturele erfgoed nota bene, op instorten stond en dat de algemene toestand van de kerk zeer zorgwekkend was. Trouw aan de oude traditie mobiliseerde de pastoor iedereen. Met man en macht werd zes jaar lang hard gewerkt aan die kerk en haar twee zusterkerken. Zonder één keer te bedelen, redde men de toren, knapte men het kerkhof op, verving men afvoeren, goten, behandelde men houtwerk, herstelde men ramen, sloten, banken, deuren, muren, daken, lampen, leien, klokkenstoel, torenhaan..., bouwde men een parochiezaal. Dankzij hun faam kregen zij zomaar een beroemd altaar cadeau dat zij eigenhandig restaureerden en plaatsten. Tot verbijstering van velen in het land bleken zij ook nog volleerde orgelbouwers. Het kon niet op, ze kregen zo maar beelden, kruiswegen, meubels, kandelaars, biechtstoelen, kasten, hout... . Ze werkten samen vol plezier en met vereende krachten. Het enige dat er schade leed was het vla- en houtwormbestand.
August die er trots op was Maaskanter te zijn en af te stammen van kerkbouwers vond dit allemaal maar vreemd. De parochie en het geloof der vaderen zei hem als achterachterachterachterkleinkind van kerkbouwers niet veel. Hij waakte ervoor dat hij in zes jaar tijd niemand in de weg liep. Van de meer dan vijftienduizend uren hard werken stond niet één seconde op zijn naam. En eerlijkheid gebiedt te zeggen: geen druppel verf, geen spatje cement, ja geen stofje uit de kerk daalde neer op zijn onberispelijk pak. Geen boor, geen ladder, geen spijker, geen voegijzer, geen schop, geen bezem of kwast ging door zijn hand. Geen woord van steun kwam uit zijn mond. Geen cent steun kwam uit zijn beurs.
Toen kwam het grote ogenblik! Men zou het 150-jarig bestaan van deze kerk, het cultureel erfgoed der voorouders, gaan vieren. Hierbij moest de achterachterachterachterkleinzoon van kerkbouwers natuurlijk op de voorgrond staan. Hij zou die werkpummels wel eens leren wat kerken bouwen was en die wijwaterpissers en pilaarbijters wel aan het verstand peuteren wat "cultureel erfgoed" betekent. Verbaasd was hij toen men wel belangstelling had voor zijn hulp maar niet voor zijn gecommandeer. Boos riep hij: (en iemand van zijn stand roept in de wij-vorm) "ze nemen ons onze kerk af, ons cultureel erfgoed, ze denken dat ze van hen is, neen, wij, August, achterachterachterachterkleinzoon van kerkbouwers en Maaskanter wij hebben het hier voor het zeggen! Ons verkoopt men zomaar geen neen!" Voorwaar, ondank is 's werelds loon! Met zijn zo zorgvuldig opgespaarde energie doopte hij zijn pen in rancune-zuur, gemeen spul dat bewaard wordt in een bodemloos vat en dat het hart van zijn gebruiker verbittert. Het is een mengsel gemaakt van insinuaties, verbloemingen, halve waarheden, foute observaties en onterechte conclusies, gegarneerd met een trap op de man. Het wordt gedoseerd in gram en smaakt naar jaloezie. Het is een gif waar geen mens bestand tegen is. Het enig bekende tegengif bestaat uit een cocktail van geduld, waarheids- en broederliefde, met een scheut zelfspot en ironie. Intussen sliep August gerust. Hij wist zich nu immers voorzien van de sympathie van het ontevreden deel der mensheid dat blij is met elk argument ter rechtvaardiging van eigen nietsdoen.
De kerken in dat dorp staan er nog steeds schitterend bij en iedere dag werken de parochianen eraan. Met de dag worden ze mooier en zijn ze beter in orde en getuigen ze van de vitaliteit van de parochiegemeenschap. Een schop, hamer, schroevendraaier, zangbundel, bezem of pen wacht daar op ieder die mee wil werken. Allen, ook August, zijn van harte uitgenodigd om samen de schouder eronder te zetten, niet alleen onder het gebouw, maar onder de hele parochie, om mee te bidden en mee te werken, onder het motto dat de vaders op de sluitsteen van de kerk beitelden: "'k besta door deugden, ben God gewijd, Elsloo tot vreugden, de hel tot spijt."
Vorming.
15+ op vrijdag 19 februari
12+ meisjes op zaterdag 20 februari
14+ meisjes op zaterdag 6 februari
12+ jongens op zaterdag 13 februari
Doopvieringen.
De gezamenlijke doopvieringen voor de volgende maanden zijn op zondag 7 februari, 14 maart, 11 april en 9 mei om 14.00 uur in de St. Augustinuskerk en om 15.00 uur in de St. Jozefkerk. De gezamenlijke voorbereiding is telkens op de eerste dinsdag van de maand om 20.00 uur in de parochiezaal. Opgave bij de pastoor.
Uit de levens der heiligen:
Op donderdag 4 februari na de rozenkrans Johannes de Doper.
Zondag 21 februari a.s. open dag in de St. Augustinuskerk van 13.30 tot 16.00 uur.
Gaan trouwen: in Elsloo: Danyel Jennen en Sonja Severijnen.
Wij condoleren de families van hen die gestorven zijn:
In Elsloo: Els Bovens-Roumans (60), Dr. Poelsstraat 45; Sef Speetjens (67), Dross. de Sauvetstraat 19; Anna Peters-Lochs (87), Aelserhof; Louis Vroemen (69), Het Einde 16; Harie Geurts (77), Stationsstraat 24;
Ziekencommunie:
In Elsloo op donderdag 11 februari.
In Meers op donderdagavond 4 februari.