Parochieblad:Archief 2020-04-04

Uit Parwiki


Nood leert bidden!?

In het Nederlands bestaat de uitdrukking "Nood leert bidden". Dit lijkt een oude wijsheid, wij hebben daar onze bedenkingen bij. Iemand die nooit heeft leren bidden en die geen band met God heeft zal ook in nood zijn toevlucht niet gemakkelijk bij God zoeken. Lijden of nood zal zo iemand per se niet dichter bij God brengen.

Voor iemand die gelooft in God, en zeker voor wie gelooft in Christus, zal het zeker zo zijn dat als er lijden of nood op zijn/haar pad komt, dat hij dan meer of makkelijker dan anders zijn toevlucht tot God zal nemen.

De kern van ons Christen-zijn is te weten dat ons leven zich afspeelt voor het aanschijn van de God die ons geschapen heeft en die ons verlost heeft. Deze God zond ons zijn Zoon die het lijden niet uit de weg ging. Jezus, Zijn Zoon, heeft het lijden en de dood niet weggenomen. Hij leert Zijn leerlingen om er alles aan te doen om het lijden en de pijn van de ander te verzachten. Lijden en dood hebben bij Hem niet het laatste woord, maar zijn wegen die kunnen voeren tot God.


Het gezinsgebed.

Het beleven van de relatie met God lijkt in onze samenleving steeds meer teruggedrongen te zijn tot de sfeer van pure privacy. Inderdaad, bidden is: vanuit het diepst van je hart met God bezig zijn, je tegen Hem uitpraten en in de stilte naar Hem luisteren. Het is dan ook goed en fijn om te bidden. Het is een van de diepste behoeften van de mens om op deze manier contact te hebben met zijn God en Schepper. Heel wat mensen vinden hun vreugde, hun moed en kracht in het persoonlijke gebed. Immers hier kan je terecht met je vragen, je twijfels maar ook met je vreugde en dankbaarheid.

Maar hoe kan je bidden als je het niet geleerd krijgt? Welke andere oefenplaats voor het bidden is er dan het gezin? En wie zou dat beter kunnen dan juist de moeder? Zij is de eerst aangewezene, maar ook de vader heeft hierin zijn taak. Hij staat achter moeder en doet mee aan het gezinsgebed. Het gebed is een noodzakelijk onderdeel van het Christen-zijn. Daarom heeft het een plaats juist daar waar mensen binnen de band van het gezin samen-zijn. Het samen uiting geven aan je vertrouwen in God versterkt behalve de band met God ook de onderlinge band omdat men zich realiseert dat heel het leven zich afspeelt voor het aanschijn van een goede zorgzame God en Vader. Het kind leert bidden door mee te bidden. Waar het kind die kans krijgt doordat het zijn ouders hoort en ziet bidden, daar zal het vanzelf gaan meebidden. Al doende leert het kind zo zijn houvast te vinden bij God. Een beter geschenk kan je je kind niet geven. Het is iets voor heel zijn leven.


Alle activiteiten liggen stil.

Alle geplande vieringen in onze parochies zijn noodgedwongen geschrapt. In detail geven wij dit weer op de website van de parochie. Niemand weet bv. of/wanneer/hoe er dit jaar eerste communie zal zijn. Noodgedwongen viert uw pastoor alleen de H. Mis, iedere ochtend rond 8.30 uur, met als intentie uitkomst in de noden van alle parochianen. Het lijkt ons onzinnig om de zoveelste lifestream van een Eucharistieviering uit te zenden. U kunt zich bij heel veel vieringen aansluiten. Op de website vindt u links naar dagelijkse Eucharistievieringen.

Goede Week en Pasen Op 12 april is het Pasen. Normaliter zouden wij de Goede Week en Pasen op gepaste manier liturgisch vieren. Helaas kan dat dit jaar niet. Wij hebben nog geen goede manier gevonden om eventueel palmtakjes beschikbaar te stellen op/na Palmzondag.

Op Witte Donderdag zullen wij in de avond zoals gebruikelijk de klokken luiden (normaliter onder het gloria) en dan zullen zij zwijgen tot Paaszaterdag op de tijd van de (dit jaar niet gevierde) paaswake. Op Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paaszaterdag zullen er ook geen Eucharistievieringen zijn, zelfs niet in zeer besloten kring, voor uitvaarten. Wij doen dan wel een gebedsdienst.

Jezus maakte eerst Goede Vrijdag mee en dan pas de verrijzenis op Pasen. Moge Zijn verrijzenis ervoor zorgen dat ook dit jaar het licht van Pasen mag schijnen in de wereld van vandaag.


Ziekenzalving

Ons hart gaat uit naar hen die lijden onder het virus, m.n. in Aelserhof en La Famille. Denk aan de zieken, degenen die nu noodgedwongen in isolatie zijn, degenen wier dagelijkse routine onderbroken is, de verzorgers, verpleegkundigen en artsen die aan het front staan.

Ondanks de enorme hoeveelheid werk vond men nog de tijd om een aantal mensen voor te bereiden op het ontvangen van de Ziekencommunie. Uw pastoor is graag bereid om -uiteraard helemaal in samenspraak met en op uitnodiging van de zorgcentra/ziekenhuis (afhankelijk ook van de door hen gevolgde procedures)- en met in achtneming van alle mogelijke voorzorgsmaatregelen. de Ziekenzalving te komen toedienen.


Laten wij voor elkaar bidden en mekaar steunen zo goed en zo kwaad als het kan. Laten wij onze parochies in de handen van de Heer leggen.


Uit de brief aan Diognetus.

Dit is een stukje uit een brief van rond 150-180 geschreven door een zekere Diognetus aan een ons onbekende vriend, die hem gevraagd had wat het Christendom nu eigenlijk is.

Uiteenzetting over de rol van de Christenen in de wereld (hh. 5-6)

De Christenen verschillen immers niet van de overige mensen noch door woonplaats, noch door taal of zeden. Want nergens wonen ze in eigen steden, noch gebruiken zij een afzonderlijke omgangstaal of leiden zij een aparte levenswijze. Hun leer is niet uitgevonden door het verstand of het vernuft van druk zoekende mensen en ze volgen ook niet zoals anderen een louter menselijke zienswijze. Maar terwijl ze in de steden van Grieken of barbaren wonen, al naar gelang ieders lot meebracht, en de plaatselijke gewoontes inzake kleding, voedsel en het overige leven volgen, vertonen ze toch een bewonderenswaardige en algemeen als paradoxaal erkende levenswijze. Ze wonen in hun eigen land, maar als vreemdelingen. Ze delen in alles mee als burgers, maar hebben alles te lijden als vreemdelingen. Elk land is hun een vaderland en elk vaderland is hun vreemd. Ze trouwen als ieder ander. Ze krijgen kinderen, maar leggen ze niet te vondeling. Ze delen hun tafel maar niet hun bed. Ze leven "in het vlees", maar niet "naar het vlees". Ze vertoeven op aarde, maar zijn thuis in de hemel. Ze gehoorzamen de vastgestelde wetten, maar door hun levenswijze overtreffen ze deze wetten. Ze hebben alle mensen lief en worden door iedereen vervolgd. Ze zijn niet gekend, en worden toch veroordeeld; ter dood gebracht, en ten leven gewekt. Ze zijn arm als bedelaars en maken velen rijk; ze lijden aan alles gebrek, en hebben alles in overvloed. Ze worden onteerd, en die ontering strekt hen tot roem; ze worden belasterd en worden gerechtvaardigd. Ze worden gesmaad en ze zegenen; beledigd en ze bewijzen eer. Doen ze goed, dan worden ze gestraft als boosdoeners; worden ze gestraft, dan verheugen ze zich als werden ze tot leven gewekt. Door de Joden worden ze bestreden als mensen van een andere stam, door de Grieken worden ze vervolgd. En die hen haten kunnen geen reden voor hun vijandschap geven.

De ziel van de wereld. (6,1-9)

Om het in een woord te zeggen: wat de ziel is in het lichaam dat zijn de Christenen in de wereld. De ziel is verspreid over alle ledematen van het lichaam en de Christenen over de steden van de wereld. De ziel woont wel in het lichaam, maar is niet van het lichaam. De Christenen wonen in de wereld, maar zijn niet van de wereld. De onzichtbare ziel wordt in een zichtbaar lichaam bewaard; de Christenen zijn wel gekend in de wereld, maar hun godsdienst blijft onzichtbaar. Het vlees haat de ziel en bestrijdt haar, niet dat het van haar enig onrecht te lijden heeft, maar omdat het gehinderd wordt om ongeremd te genieten; zo ook haat de wereld de Christenen, niet omdat ze haar onrecht aandoen, maar omdat ze zich tegen haar genietingen verzetten. De ziel houdt van het lichaam en zijn ledematen ook als zij haar haten; de Christenen houden van hen die hen haten. De ziel wordt door het lichaam ingesloten en toch houdt ze het in stand; de Christenen worden in de wereld vastgehouden als in een kerker, maar zij houden zelf de wereld in stand. De onsterfelijke ziel woont in een sterfelijk huis; de Christenen wonen als vreemdelingen in de vergankelijke wereld, terwijl ze de onvergankelijkheid verwachten. Een tekort aan spijs en drank maakt de ziel beter; alhoewel gefolterd, groeien de Christenen iedere dag in aantal. In een zo verheven staat heeft God hen geplaatst en die mogen ze niet van de hand wijzen.

Het Christendom als openbaring. (h 7)

Hun overlevering is zoals ik al gezegd heb geen aardse uitvinding en ook geen sterfelijke idee, waaraan zij nauwgezet menen te moeten vasthouden. Ook is hen geen instelling van menselijke geheimen toevertrouwd. 7,2 Het is werkelijk de Almachtige zelf, die schepper van alle dingen, de Onzichtbare, God zelf, die uit de hemel de waarheid en het heilig en onvatbaar Woord aan de mensen gebracht heeft en in hun harten heeft vastgelegd.

Hij heeft niet zoals men zou kunnen vermoeden, een of andere dienaar naar de mensen gezonden, een engel, een hemelvorst of een van hen die de aardse dingen besturen, of een van hen aan wie bestuursmacht in de hemel is toevertrouwd, maar Hij heeft de Maker en Ordener van het heelal gezonden, Hij die de hemelen geschapen heeft, die de zee binnen haar eigen grenzen sluit, Wiens geheimen trouw bewaard worden door de hemellichamen, Hij heeft de zon de duur van de dagelijkse kringlopen opgelegd, aan Zijn bevel om 's nachts te schijnen gehoorzaamt de maan, de sterren gehoorzamen aan Zijn bevel om de maan te volgen. Hij heeft alles geordend, bepaald en gerangschikt: de hemelen en al wat erin is, de aarde en al wat erop is, de zee met al wat erin is, vuur, lucht en afgrond, wat in de hoge, wat in de diepte, wat daartussen is. Hij is het die God tot de mensen heeft gezonden. De een of ander zou kunnen denken dat Hij kwam om tirannie, vrees en verslagenheid te brengen. Dat is volstrekt niet zo. Hij kwam in zachtmoedigheid en mildheid, zoals een koning zijn koninklijke zoon zendt, zo zond Hij Hem als God, Hij zond Hem als mens tussen de mensen, Hij zond Hem om te redden, om te overtuigen, zonder geweld te plegen, want geweld bestaat er niet bij God. Hij zond Hem, als iemand die uitnodigt, niet als iemand die vervolgt; Hij zond Hem als iemand, die bemint, niet als iemand die vonnist. Maar Hij zal Hem wel zenden als Rechter en wie zal dan tegen Zijn komst bestand zijn?