Altaarrelikwie St. Augustinuskerk (1779)

Uit Parwiki

__NUMBEREDHEADINGS==

Relikwiehouders uit St. Augustinusaltaar 1779

Voorgeschiedenis

De twee loden bussen hieronder waren in opslag in de Mariakerk. Het enige wate wij ervan wisten was dat ze waarschijnlijk afkomstig waren uit de St. Augustinuskerk en dat ze in de jaren 1980er jaren opengebroken waren en dat de zegels verwijderd waren door een malafide koster. Vervolgens zijn ze ter bewaring in deze houten houder met acryl deksel geplaatst en in de kluis bewaard. In feite had niemand -zoals dat ook hoort- er ooit in gekeken.

De loden reliekbussen in houten houder (plexiglas is verwijderd)

Samen met een hele reeks altaarstenen, die wij uit kerken en kloosters van buiten Elsloo afkomstig zijn en waarvan de oorsprong onbekend is hebben wij in juli 2024 deze reliekbussen toevertrouwd aan de "custos reliquiarium", de priester die in opdracht van het bisdom toezicht houdt op de relieken en hun bewaring.
Bij onderzoek door de zusters van het H. Graf in St. Odilienberg (hun pastoor is de custos) is in de niet-verzegelde bussen gekeken, met verrassend resultaat.
De foto's hieronder zijn van de hand van Marlou Roeleveld-de Ligt.
De relieken zijn weer terug in Elsloo. De planning is om ze binnenkort in het hoofdaltaar van de St. Augustinuskerk te plaatsen.

Twee reliekbussen

De kleine bus

Busje 1 (hoogte incl. deksel 5 cm, Ø 5 cm houdende niet geïdentificeerde beenderresten, stukje textiel met gouden, groene en rode draden en een in een papieren strook gewikkeld beenderreliek met opschrift ex ossibus S.S.M.M. Desiderii et Sustinii, voorzien van bisschoppelijk lakzegel met tekst IN FIDE FORTIS (Sterk door het geloof) Cf. 1 Pe 5,9.

Kleine bus, binnenzicht
Perkamentje: Uit het gebeent van de HH. martelaren Desiderius en Sustinius
Zegel Mgr. d'Arberg
Stukje textiel aangetroffen in het busje

De grote bus

Busje 2 (hoogte incl. deksel 6 cm, Ø 5 cm houdende beenderresten in glazen houdertje. Ingesloten een strookje perkament (11 x 6,5 cm.) met de tekst:

Anno millesimo septingentesimo septuagesimo nono mensis augusti die vigesima secunda ego Carolus Alexander S: R: E: Comes ab Arberg & Episcopus Amyzonnensis [Amyso] suffraganeus et Canonicus Leodiensis consecravi altare hoc in honorem Sancti Augustini et reliquias Sanctorum Martirum Theodori et Victoris in eo inclusi et singulis Christi fidelibus hodie unum annuum et in die anniversario consecrationis hujus modi ipsum visitantibus quadragintas dies de vera indulgentia in forma ecclesiae consueta concessa
(Geen signatuur)

Vertaling: In het jaar 1779 op 22 augustus heb ik Karel Alexander S:R:E: graaf van Arberg en suffragaanbisschop van Amyso en kannunik van Luik dit altaar ter ere van de H. Augustinus geconsacreerd en de relieken van de heilige martelaren Theodorus en Victor erin gesloten en een aflaat van een jaar toegestaan aan alle Christengelovigen op deze dag en een aflaat van veertig dagen op de verjaardag van deze altaarwijding volgens de gewone kerkelijk vorm.

Grote bus, binnenzicht
Ingesloten perkament

Opmerking

Het is opmerkelijk dat op het kleine briefje bij het gebeente zelf niet zoals op het grote Theodorus en Victor staan maar de martelaren Desiderius en Sustinius.
Het lijkt erop dat beide bussen de relieken van telkens twee verschillende martelaren bevatten.