PALMZONDAG (A) Eerste lezing Uit de profeet Jesaja (Jes. 50,4-7)
God de Heer heeft mij de gave van het woord geschonken:
ik versta het de ontmoedigden moed in te spreken.
Elke morgen spreekt Hij zijn woord,
elke morgen richt Hij het woord tot mij
en ik luister met volle overgave.
God de Heer heeft tot mij gesproken
en ik heb mij niet verzet,
ik ben niet teruggedeinsd.
Mijn rug bood ik aan wie mij sloegen,
mijn wangen aan wie mij de baard uitrukten,
en mijn gezicht heb ik niet afgewend
van wie mij smaadden en mij bespuwden.
God de Heer zal mij helpen:
daarom zal ik niet beschaamd staan
en zal ik geen spier vertrekken.
Ja, ik weet dat ik niet te schande zal worden.
Tweede lezing Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de Christenen van Filippi (Fil. 2,6-11)
Broeders en zusters,
Hij, die bestond in goddelijke majesteit
heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God.
Hij heeft zichzelf ontledigd
en het bestaan van een slaaf op zich genomen.
Hij is aan de mensen gelijk geworden.
En als mens verschenen
heeft Hij zich vernederd
door gehoorzaam te worden tot de dood,
tot de dood aan het kruis.
Daarom heeft God Hem hoog verheven
en Hem de naam verleend
die boven alle namen is.
Opdat bij het noemen van zijn Naam
zich iedere knie zou buigen
in de hemel, op aarde en onder de aarde;
en iedere tong zou belijden,
tot eer van God de Vader:
Jezus Christus is de Heer.
Voorbede - dat alle Christenen Jezus welkom mogen heten in hun hart zoals de mensen van Jeruzalem en dat ze Hem ook trouw blijven als de massa Hem afwijst. Laat ons bidden.
- om een wereld, waarin vrede en gerechtigheid heersen. Laat ons bidden.
- dat alle Christenen in de komende goede week hun geloof in Jezus mogen verdiepen. Laat ons bidden.
- dat deze Goede Week ook ons allen nauwer met de lijdende en verrezen Heer mag verbinden. Laat ons bidden.
|