Wanneer de kerk jaarlijks de martelaren en de andere heiligen gedenkt, “verkondigt zij het paasmysterie” in hen “die met Christus hebben geleden en met Hem zijn verheerlijkt. Zij houdt de gelovigen hun voorbeelden voor ogen, waardoor allen door Christus tot de Vader geleid worden, en zij verkrijgt door hun verdiensten de weldaden van God”. (CKK 1173)
|