|
In de liturgie worden verschillende kleuren gebruikt voor de kleding van de gewijde bedienaren.
Het kazuifel is het gewaad van de priester en de dalmatiek (ook wel tuniek) is het gewaad van de diaken. Deze worden enkel in de Eucharistieviering gedragen.
De dalmatiek heeft mouwen is daardoor gemakkelijk van een kazuifel (mouwloos) te onderscheiden.
De koorkap of koormantel kan door priester of diaken gedragen worden buiten de Eucharistieviering, bv. bij gang naar kerkhof, doopsel, aanbidding, processie, enz. Een koorkap is open aan de voorkant.
Een priester draagt de stola in de vorm van een loshangende sjaal, de diaken draagt hem schuin over de linker schouder.
Een kort filmpje over deze materie: Uitleg kerkelijke gewaden,
documentaire (11 min.) van Peter Gulikers en Stein Lokaal (december 2021).
|
|
|
Bij het toedienen van andere sacramenten (in of buiten de Eucharistie)
Biecht en ziekenzalving kunnen niet in de Eucharistieviering worden toegediend.
Doopsel van volwassenen, vormsel en priesterwijding zijn altijd in een Eucharistieviering.
Doopsel van kinderen, huwelijk kunnen in een Eucharistieviering plaats vinden.